Besluit brandveilig gebruik bouwwerken

Auteur Topic: Besluit brandveilig gebruik bouwwerken  (gelezen 20045 keer)

0 gebruikers (en 1 gast bekijken dit topic.

Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #10 Gepost op: 17 november 2006, 23:52:57
Gekregen via een relatie....   ;)

Reactie van het NVBR:

Integrale benadering Gebruiksbesluit

Het LNB heeft al bij de gesprekken ten aanzien van de 11e serie wijzigingen aangegeven dat zij positief staan ten opzichte van de ontwikkelingen aangaande het Gebruiksbesluit. Vooral de te bereiken uniformiteit en eenduidigheid van regelgeving en de hierdoor te bereiken rechtszekerheid en vermindering van de rechtsongelijkheid zijn voor ons belangrijke drijfveren geweest. Wat wij jammer vinden, is dat veel aspecten van het Gebruiksbesluit vluchtig aan de orde zijn geweest zonder dat er nader kon worden stilgestaan bij de consequenties van deze aspecten. Ook de wijze en de marsroute van de implementatie van het gebruiksbesluit zijn naar onze mening onvoldoende aan de orde geweest.

De versie van oktober 2006 komt echter in belangrijke mate tegemoet aan de aanvankelijk verwachte knelpunten ten aanzien van het Gebruiksbesluit. Om een goed overwogen oordeel over het Gebruiksbesluit te kunnen nemen, is het noodzakelijk dat het besluit integraal wordt benaderd.

In dit document wordt het Gebruiksbesluit tegen het licht gehouden van een drietal aspecten.
1. Deregulering en vermindering lastendruk
2. Niveau van brandveiligheid in de gemeente
3. Veiligheidsketen

Ad 1. Deregulering en vermindering lastendruk
Met het Gebruiksbesluit wordt invulling gegeven aan het huidige kabinetsbeleid, waarbij de volgende uitgangspunten zijn geformuleerd:
- terugdringen van het aantal regels en vergunningplichtige situaties;
- aanscherping van de eigen verantwoordelijkheid van de burger en de aanscherping van de verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders ten aanzien van handhaving;
- verlagen van de administratieve lastendruk.

De huidige werktekst van het Gebruiksbesluit doet de indruk ontstaan dat de nadruk lopende het proces steeds meer is komen te liggen bij het terugdringen van regels, vergunningen- en lastendruk.

- Door Bijlage 3 te laten vervallen is er geen sprake meer van extra regels. Hiermee wordt tevens de discussie voorkomen of er sprake is van een nieuw (zij het procedureel) niveau van brandveiligheid. Ook wordt hiermee de discussie uit de weggegaan of de voorwaarden in Bijlage 3 borg kunnen staan voor voldoende veilig gebruik;
- Belangrijk is dat er in feite de keuze is gemaakt dat de wijze van benadering van de brandveiligheid bij alle gebouwen welke onder de reikwijdte van het gebruiksbesluit vallen in principe hetzelfde is. De gebruiksvergunning-figuur en de gebruiksmelding-figuur zijn nagenoeg op dezelfde wijze opgetuigd;
- De “belastingdiskette” kan achterwege blijven;
- Een valkuil blijft de autonomie van de gemeente, daar deze zelf kan bepalen op welke wijze zij met de gebruiksmeldingen zal omgaan.
- Ook de verwachting van de beheerders/eigenaren van gebouwen ten aanzien van de gebruiksmelding-figuur zou wel eens te hoog gespannen kunnen zijn, in die zin dat zij mogelijk ervan uit kunnen gaan dat met het doen van alleen de melding kan worden volstaan.
- Ten aanzien van de inbedding van het Gebruiksbesluit in de omgevingsvergunning is het niet duidelijk of de gebruiksmelding met voorwaarden juist buiten de reikwijdte van de omgevingsvergunning komt te liggen.

Terugdringen van het aantal regels en vergunningplichtige situaties. Door de duidelijke keuze ten aanzien van de gebruiksmelding-figuur en het laten vervallen van Bijlage 3 wordt tegemoetgekomen aan het voornemen om het aantal regels en gebruiksvergunningplichtige situaties terug te dringen.

Op basis van de huidige werktekst van het Gebruiksbesluit wordt de zorg uitgesproken:
- dat er door de meldingsystematiek bij de beheerder/eigenaar verwachtingen kunnen worden gewekt ten aanzien van de reikwijdte van de gebruiksmelding. Een gericht communicatietraject zou hierin een oplossing kunnen bieden;
- dat er vanwege de autonomie van de gemeenten nog steeds grote verschillen in aanpak tussen de verschillende gemeenten kan blijven bestaan;
- dat door de gebruiksmelding-figuur weliswaar het aantal vergunningplichtige situaties wordt gereduceerd, maar dat er in wezen ten aanzien van de inhoudelijke behandeling van een gebruiksmelding geen verschil is als die van de gebruiksvergunning, waardoor de gemeentelijke organisatie geconfronteerd wordt met te verrichten werkzaamheden welke niet uit leges kunnen
worden gefinancierd;
- dat gemeenten door het wegvallen van legesinkomsten kunnen kiezen voor een minder actieve aanpak van de gebruiksmelding-plichtige gebouwen.

Aanscherping van de eigen verantwoordelijkheid van de burger en van de verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders ten aanzien van handhaving. Het is geen geheim dat het Bouwbesluit een moeilijk leesbaar stuk is en dat de huidige bouwregelgeving als zeer complex wordt ervaren. Wanneer we uitgaan van de verschuiving van een stuk verantwoordelijkheid naar de burger, moeten we ons ook realiseren dat we dan ook van dezelfde burger mogen verwachten dat deze dermate kennis heeft van de regelgeving dat deze de regelgeving ook op de juiste wijze kan toepassen. Daarbij moeten we rekening houden met de voortdurende afwegingen die gemaakt moeten worden tussen toepassing van deze regelgeving en andere belangen. Bij het bewaken van de veiligheid door de overheid staat de veiligheid primair. De praktijk geeft echter aan dat een gebruiker
van een bouwwerk te maken heeft met verschillende belangen, waarbij de veiligheid er slechts één van is. In een situatie waarbij de gebruiker wordt geconfronteerd met grote tegenstrijdige belangen, is de kans reëel aanwezig dat het aspect brandveiligheid een ondergeschikte plaats krijgt ten opzichte van bijvoorbeeld bedrijfseconomische belangen. De praktijk heeft dit recentelijk nog eens keihard bevestigd. Daarbij verwijzen wij naar de recente rapporten aangaande de Schipholbrand en het onderzoeksrapport aangaande de vuurwerkopslagen in Rotterdam-Rijnmond, waarbij sprake is van dergelijke belangenafwegingen van overheden en inspectie-instellingen. Het is maar de vraag in hoeverre men deze verantwoordelijkheid bij de burger kan wegleggen. Waar eindigt de verantwoordelijkheid van de overheid en waar begint die van de burger.

- Door de gebruiksmelding-figuur op nagenoeg dezelfde wijze als de gebruiksvergunning-figuur op te tuigen blijft de brandweer aan de voorzijde van het proces gepositioneerd;
- Het gebruiksbesluit heeft tot gevolg dat de druk van bovenaf ten aanzien van de inhaalslag wordt weggenomen. Van de andere kant kan dit tot gevolg hebben dat gemeenten ten aanzien van het veilig gebruik van bouwwerken gaan temporiseren;
- De stand van zaken ten aanzien van de inhaalslag heeft geen invloed op het niveau van brandveiligheid in de gemeente. De gemeente heeft in eigen hand welk niveau zij in de gemeente wil hanteren;
- De resultaten van zowel zichtcontroles als de periodieke controles van gebruiksvergunningen geven duidelijk aan dat de beheerders/eigenaren van bouwwerken nog onvoldoende brandveiligheidsbewustzijn hebben ontwikkeld;
- Het aanscherpen van de eigen verantwoordelijkheid van de burger is een langdurig traject;
- In tegenstelling tot wat VROM aanneemt, is de handhaving in de meeste gemeenten nog niet op orde. Ondanks de experimenten welke VROM in samenwerking met de VBWTN uitvoert ten aanzien van het toezicht op bouwwerken geeft de praktijk aan dat met name op gebied van afstemming en samenwerking nog veel werk te verzetten is. Ook de deskundigheid bij de gemeente bij zowel controleurs, inspecteurs als handhavers laat nog te wensen over.


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #11 Gepost op: 17 november 2006, 23:53:10
VERVOLG

Op basis van de huidige werktekst van het Gebruiksbesluit wordt de zorg uitgesproken:
- dat door onvoldoende kennis van de regelgeving en onvoldoende deskundigheid op gebied van brandveiligheid aan de zijde van de beheerder/eigenaar van een bouwwerk het niveau van brandveiligheid in ernstige mate achteruit kan gaan;
- dat de aanname van VROM dat de aanscherping van de eigen verantwoordelijkheid van de burger door middel van een gericht communicatietraject kan worden gerealiseerd, stevig wordt overschat;
- dat zonder een duidelijke taakstelling ten aanzien van het niveau van brandveiligheid op lokaal niveau, gemeenten bij het vaststellen van hun brandveiligheidsbeleid hun keuzes zullen laten afhangen van andere dan alleen het brandveiligheidsaspect;
- dat in veel gemeenten het beleid, capaciteit en deskundigheid in het kader van handhaving nog niet voldoende ontwikkeld is.

Verlagen van de lastendruk. De huidige voorliggende versie van het gebruiksbesluit komt minder tegemoet aan dit beleidsuitgangspunt. In die zin dat de indieningsvereisten voor een gebruiksmelding nagenoeg hetzelfde zijn als die voor een gebruiksvergunning. Wel is concreter geworden dat er een 100% reductie van de legesinkomsten zal plaatsvinden in de categorie > 50 personen.

Ad 2. Brandveiligheid
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het handhaven van een redelijk peil van brandveiligheid in de gemeente. Dit doet zij door een samenspel van vergunningverlening en handhaving. In feite maakt vergunningverlening net zoals voorlichting en communicatie integraal deel uit van handhaving. Daardoor kan de handhaving van brandveiligheid in hoofdlijnen worden onderscheiden in een
gestructureerde controle/toets brandveiligheid van bouwwerken en vervolgens de reparatie van eventuele tekortkomingen. Binnen deze hoofdlijnen spelen vervolgens nog een aantal belangrijke aspecten.
Duidelijke en eenduidige regelgeving. Het huidige Bouwbesluit kent nog steeds twee bouwkundige niveau’s. In veel gemeenten wordt het niveau bestaande bouw bij sommige gebruiksfuncties als onvoldoende ervaren. Daarbij kan de gemeente gebruikmaken van haar bevoegdheid om (gemotiveerd) een niveau te kiezen welke ligt tussen het niveau bestaande bouw en nieuwbouw. Door
de burger/ondernemer wordt deze beleidskeuze niet altijd geaccepteerd. Een motivering blijft altijd een subjectief gegeven, welke nog enigszins geobjectiveerd kan worden door vaststelling van een gemeentelijk beleid brandveiligheid bestaande bouw. Een verdergaand gebruik van de mogelijkheid om een gelijkwaardigheid toe te passen maakt de situatie er vervolgens niet begrijpelijker/inzichtelijker op.

Op basis van de huidige werktekst van het Gebruiksbesluit wordt de zorg uitgesproken:
- dat door de huidige complexe bouwregelgeving van de doorsnee burger/ondernemer niet verwacht kan worden dat zij kennis hebben van deze regelgeving om deze ook vervolgens te praktiseren in hun bouwwerk;
- dat de opgenomen voorwaarden voor kamerverhuurbedrijven, zal leiden tot het vaststellen van lokaal gemeentelijk beleid om tegemoet te kunnen komen aan de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de brandveiligheid in de gemeente.

Vereiste vaardigheden en deskundigheid. De brandweer bezit de vereiste vaardigheden en deskundigheid op gebied van de advisering in het kader van bouwen en gebruik. Op het gebied van handhaving bestaat momenteel een achterstand. Gezien de gewenste integrale benadering van vergunningverlening en handhaving is bijscholing op dit terrein noodzakelijk.

Op basis van de huidige werktekst van het Gebruiksbesluit wordt de zorg uitgesproken:
- dat de huidige vaardigheden van de brandweermedewerkers onvoldoende zullen zijn om de vereiste aanpak in het kader van handhaving ter hand te kunnen nemen;

Afstemming en samenwerking. Het is duidelijk dat in veel gemeenten de gebruiksvergunning werd gezien als reparatiemogelijkheid van tekortkomingen op gebied van bouwbesluit, Bouwverordening en milieuwetgeving. Daarbij doelen we onder andere op zaken die waren vergeten bij de bouw- of milieuvergunningverlening of waren blijven liggen bij de opleveringsprocedure van de bouwvergunning. Het moge duidelijk zijn, dat indien toetsing en toezicht bij de bouw- en milieuregelgeving op de juiste wijze wordt uitgevoerd, er bij de toetsing van het veilig gebruik van het bouwwerk in principe geen tekortkomingen zullen worden geconstateerd. Gezien de huidige pilots op gebied van toetsing en toezicht is deze situatie nog niet bereikt.

Op basis van de huidige werktekst van het Gebruiksbesluit wordt de zorg uitgesproken:
- dat zonder werkbare tools het zeer moeilijk zal zijn om de vereiste afstemming en samenwerking ten aanzien van toetsing en toezicht tot stand te brengen;
- dat zonder de betrokken gemeentelijke afdelingen tijd te gunnen voor het realiseren van een omslag van beleid en werkprocessen het zeer moeilijk zal zijn om een adequate toetsing en toezicht van de bouwregelgeving tot stand te brengen.

Ad 3. Gevolgen voor de veiligheidsketen
Brandpreventie is een van de schakels van de veiligheidsketen. Daarbij geldt ook dat de sterkte van de keten wordt bepaald door de zwakste schakel. Door de brandweer wordt niet alleen toegezien op het bereiken en vervolgens bewaken van het gewenste niveau van brandveiligheid in de gemeente, maar wordt tevens de veiligheidsketen gevoed en onderhouden. Naast de noodzaak van preventieve maatregelen in het kader van het veilige gebruik, wordt eveneens toegezien of er sprake is van een veilige situatie voor het repressief personeel bij een eventuele inzet bij brand. In het kader van het multidisciplinaire optreden bij calamiteiten is er op verschillende punten informatie vereist. Deze informatie wordt gegenereerd en onderhouden door de brandweer. Daarbij spelen aspecten zoals kennis van het bouwwerk, de technische staat van het bouwwerk, kennis van de omgeving van het gebouw, het gebruik van het bouwwerk e.d. een rol. De gebruiksvergunning speelt binnen deze informatievergaring een grote rol, daar deze de feitelijke situatie weergaf en de mogelijkheid biedt om bij wijzigingen in het gebruik, de technische staat evenals de omgeving van het gebouw adequaat hierop in te gaan.
De gelijktijdige ontwikkeling van het Gebruiksbesluit en omgevingsvergunning heeft tot gevolg dat in menig gemeente een heroriëntatie plaats vindt ten opzichte van de afdelingen die zich met vergunningverlening en handhaving bezighouden. Brandveiligheid zal meer en meer benaderd worden vanuit een integrale houding ten opzichte van vergunningverlening en handhaving. De rol van brandpreventie binnen de vergunningverlening is nagenoeg dichtgetimmerd in de huidige bouw- en
milieuregelgeving. Ten aanzien van het gebruik van bouwwerken geldt echter een andere situatie. Controle en handhaving van bestaande gebouwen omvatten in ieder geval de taakvelden bouwen, gebruik en milieu. Binnen deze taakvelden kunnen conflicterende prioriteiten bestaan. Naar onze mening dient brandpreventie een duidelijke positie in te nemen.

Op basis van de huidige werktekst van het Gebruiksbesluit wordt de zorg uitgesproken:
- dat nu de vergunningplicht en de legesinkomsten dreigen te verdwijnen er keuzes zullen worden gemaakt op andere gronden dan die voor het belang van het niveau van brandveiligheid in de gemeente;
- dat de positie van preventie als onafhankelijk adviseur ten aanzien van de brandveiligheid in brede zin in gevaar kan komen tengevolge van omgevingsvergunning en gebruiksbesluit, welke negatieve gevolgen kan hebben voor de veiligheidsketen, waardoor ook het niveau van de veiligheidsketen over de volle breedte zal worden aangetast.


Samenvattend kan worden gesteld dat:
1. de versie van 17 oktober 2006 van het Gebruiksbesluit in belangrijke mate tegemoet komt aan de bezwaren van het LNB;
2. het gebruiksbesluit nu duidelijk biedt ten aanzien van de gebruiksmeldingfiguur;
3. voor de categorie > 50 personen sprake zal zijn van 100 % derving van legesinkomsten;
4. de inhoudelijke behandeling van een aanvraag gebruiksvergunning of gebruiksmelding in principe hetzelfde is;
5. vanwege de autonomie van de gemeenten grote verschillen kunnen ontstaan ten aanzien van de aanpak van de gebruiksmeldingen, waardoor ook qua brandveiligheidsniveau dito verschillen kunnen optreden;
6. de huidige toezicht en handhavingcultuur in de gemeenten nog niet optimaal is opgetuigd;
7. bijscholing van preventiemedewerkers op gebied van handhaving noodzakelijk is;
8. de verwachte aanscherping van de eigen verantwoordelijkheid van de burger niet binnen afzienbare tijd kan worden gerealiseerd;
9. gemeenten in het kader van omgevingsvergunning en gebruiksbesluit zouden kunnen besluiten tot een organisatievorm waarbij de positie van de brandweer als onafhankelijk adviseur op losse schroeven komt te staan;
10. het verlies van de positie als onafhankelijk adviseur negatieve gevolgen kan hebben voor de in standhouding van de veiligheidsketen, hetgeen vervolgens ten koste zou kunnen gaan van een adequaat monodisciplinair als multidisciplinair optreden van de brandweer bij calamiteiten.


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #12 Gepost op: 22 november 2006, 21:23:10
Je kan hier vrolijk van worden dat er WEL een partij is die het op wil pakken (al dan niet om financiele redenen... ::)), aan de andere kant wordt je hier triest van dat de overheid dit laat lopen...  :-X :-X

Ik denk dat straks slachtoffers van 'ongelukken' in de horeca maar moeten hopen dat de ondernemer verzekerd is....  :-X :-X :-X ;)

http://www.blikopnieuws.nl/bericht/37773

Verzekeraars pleiten voor blijvende aandacht brandveiligheid

Amsterdam - Het Verbond van Verzekeraars wil overleg voeren met Koninklijk Horeca Nederland, MKB-Nederland en VNO-NCW om te bezien op welke wijze de aandacht voor brandveiligheidsnormen bij gebouweigenaren gewaarborgd kan blijven. Dit volgt op een recent besluit van het ministerie van VROM om voor veel gebouweigenaren de gebruiksvergunning af te schaffen.

Bedrijven, met name horecagelegenheden, hoeven per 1 augustus 2007 geen brandvergunning meer aan te vragen. Om de regeldruk te verminderen moeten eigenaren van gebouwen waar meer dan vijftig mensen kunnen verblijven, straks alleen melden aan de gemeente dat zij een gebouw in gebruik nemen. De gemeente bepaalt vervolgens of er controle komt.

De eigenaar van de horecagelegenheid blijft verantwoordelijk voor de veiligheid en de gemeente voor de handhaving hiervan. Het Verbond onderschrijft het belang van de vermindering van de regeldruk, maar vindt dat dit niet ten koste moet gaan van de aandacht voor brandveiligheid. Het huidige beleid rondom gebruiksvergunningen wordt door verzekeraars beschouwd als een basis-veiligheidsnorm, waarboven afhankelijk van de aard en bestemming van het gebouw door verzekeraars aanvullende maatregelen kunnen worden gevraagd, zoals een brandmeld- of sprinklerinstallatie.

Op dit moment kampen gemeenten al met grote achterstanden bij de afgifte en controle van gebruiksvergunningen. Het afschaffen van het gebruiksvergunningenbeleid heeft mogelijk tot gevolg dat verzekeraars zich genoodzaakt zien zelf eerder en vaker inspecties uit te voeren al naar gelang het risico van het object.


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #13 Gepost op: 22 november 2006, 21:26:23
:-X :-X :-X :-X :-X Wie gaat er straks nog toezien of de vuurlast nog klopt.... :-X :-X :-X Ik snap niet dat BiZa zich niet sterker voor de brandweer opstelt!! De repressieve dienst heeft straks een probleem!!!!  >:( >:( >:(


http://www.agriholland.nl/nieuws/artikel.html?id=71628

Geen gebruiksvergunning voor compartimenten van meer dan 1.000 m2
Bedrijven die in de toekomst gebouwen plaatsen, met brandcompartimenten van meer dan 1.000 m2 voor gangbare agrarische activiteiten, hoeven hiervoor vanaf 1 januari 2007 geen gebruiksvergunning meer aan te vragen. De voorschriften waaraan men zich dient te houden komen dan namelijk rechtstreeks voort uit het nieuwe Besluit gebruik Bouwwerken, in plaats vanuit de voorschriften die aan een gebruiksvergunning gekoppeld zijn.

Voor stallen geldt, net als voor andere bedrijfsgebouwen, dat een gebouw dat groter is dan 1.000 m2, opgedeeld moet worden in compartimenten van maximaal 1.000 m2. Stallen zijn echter al snel groter dan die 1.000 m2, in verband met de lagere bouwkosten.

Vuurlastberekening
Indien met een vuurlastberekening aangetoond kan worden dat de stal zodanig is gebouwd dat de brand beheersbaar is, mag een brandcompartiment ook groter zijn dan 1.000 m2. Met zo'n berekening is een compartimentsgrootte van 4.000 tot 5.000 m2 voor varkens en pluimveestallen geen probleem. Bij rundveestallen is het maximale oppervlak zelfs nog groter, omdat daar de inrichting voor het over- grote deel uit beton en ijzerwerk bestaat.

Gebruiksvergunning
Op basis van deze vuurlastberekening wordt door de gemeente een gebruiksvergunning verleend. De kosten die gepaard gaan met de aanvraag van een gebruiksvergunning liggen al snel rond 1.500 tot 2.000 euro, en worden voornamelijk bepaald door de legeskosten die de gemeente in rekening brengt. Maar door de verschillende gemeentelijke bouwverordeningen zijn er verschillen per gemeente. Minister Dekker van VROM wil nu de regels rondom brandveiligheid en gebruiksvergunning landelijk uniform maken.

Eén van de gevolgen van de invoering van nieuwe Besluit gebruik Bouwwerken is dat bedrijven die brandcompartimenten van meer dan 1.000 m2 voor gangbare agrarische activiteiten plaatsen hiervoor geen gebruiksvergunning meer hoeven aan te vragen.

Agrabeton, november 2006


Engeltje

  • Forum gebruiker
  • ***
  • Berichten: 243
Reactie #14 Gepost op: 27 november 2006, 09:22:29
Wat de horeca betreft zie ik het probleem, ik denk echter dat de boeren uit het nieuwsbericht zich voor niets blij zitten te maken. Onafhankelijk van het wel of niet aanwezig zijn van een gebruiksvergunning moeten de nieuwe stallen nog steeds getoetst worden aan het bouwbesluit. Wanneer de oppervlakte boven de 1000 uitkomt zijn ze afhankelijk van gelijkwaardigheid, en bijna alle toetsers hanteren 2500 m2 als maximale bovengrens voor compartimenten (vanuit vastgesteld gemeentebeleid, danwel anticiperend op het nieuwe concept 'beheersbaarheid').
Mijn motto: "live fast, die young and leave a damn' goodlooking corpse"


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #15 Gepost op: 28 november 2006, 23:41:59
1 augustus gaan ze dus niet halen volgens mij........ ;) :)

Ledenbrief: http://www.vng.nl/Documenten/vngdocumenten/ledenbrief%20brandveiligheid.pdf


http://www.vng.nl/smartsite.dws?id=61843

VNG over Besluit brandveilig gebruik bouwwerken

Deze pagina toevoegen aan Mijn Favorieten
24.11.2006

Volgens het concept Besluit brandveilig gebruik bouwwerken blijft een gebruiksvergunning slechts vereist voor een beperkt aantal categorieën gebouwen. Voor overige gebouwen die tot dusver vergunningsplichtig waren, gaat een meldingsplicht gelden.

De VNG en het ministerie van VROM zijn al langer in bespreking over dit onderwerp. In een recent bestuurlijk overleg is namens de VNG grote zorg uitgesproken over een aantal punten van het conceptbesluit.

Wij hebben de gemeenten onlangs per brief geïnformeerd over de recente ontwikkelingen.

De VNG vreest vooral een toename van de handhavingslast voor gemeenten, terwijl legesinkomsten wegvallen. Gevolg: een financiële lastenverzwaring voor gemeenten. Ook een dreigend gebrek aan informatie over die gebouwen die onder de meldingspicht gaan vallen is - met oog op een goede controle en handhaving - zorgwekkend.

Afspraken VNG met minister
De minister van VROM en de VNG zijn overeengekomen dat de knelpunten nogmaals indringend op directieniveau aan de orde zullen worden gesteld. Vervolgens zal deze problematiek in een bestuurlijk overleg met de minister van VROM besproken worden. Pas daarna wordt het conceptbesluit in de ministerraad geagendeerd.

De zorgpunten van de VNG
In een bestuurlijk overleg op 12 oktober jl. is namens de VNG grote zorg uitgesproken over de volgende punten:

    * De rechtstreeks werkende voorschriften van het 'gebruiksbesluit', die in de plaats van de vergunningvoorwaarden komen, vergen minstens evenveel gemeentelijke inspanning ten behoeve van controle en handhaving.

    * De gemeente dreigt voor die categorieën gebouwen, die voortaan niet meer onder het vergunningvereiste zullen vallen, over te weinig informatie te gaan beschikken om te voorzien in een goede controle en handhaving.

    * Het wegvallen van legesinkomsten ten gevolge van de vermindering van het vergunningvereiste met een toename van de uitvoeringslast.

Doel: uniformering en deregulering
Het ministerie VROM en de VNG hebben in 1999 afgesproken technische onderwerpen fasegewijs over te hevelen van de (model)bouwverordening naar rijksregelgeving. Het doel is landelijke uniformering. In het algemeen streeft de minister van VROM parallel deregulering na. De voorbereiding van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken is hier onderdeel van.

Volgens het conceptbesluit Brandveilig gebruik bouwwerken blijft een gebruiksvergunning slechts vereist voor hotels, kamerverhuurbedrijven, ziekenhuizen, cellencomplexen e.d., voor zover daarin geslapen wordt door meer dan 10 personen en tevens voor gebouwen waarin meer dan 10 kinderen of gehandicapten zullen verblijven.

Meldingsplicht in plaats van gebruiksvergunning
In de plaats van de huidige gebruiksvergunningsplicht komt er een meldingsplicht voor gebouwen waarin meer dan 50 personen zullen verblijven, bijv. cafés, disco’s, theaters, scholen en kantoren en tevens voor kleine kamerverhuurbedrijven.

Voor de overige categorieën gebouwen, bijvoorbeeld woningen, waren er altijd al rechtstreeks werkende voorschriften. Deze blijven bestaan. Bij de meldingsplicht zijn dezelfde indieningsvereisten voorgeschreven als voor de vergunningaanvraag, bijvoorbeeld een tekening met de brandscheidingen, brandmeldinstallatie, enzovoort.

Sancties
Het is echter de vraag of dit bij de meldingsplicht goed zal functioneren. De sancties voor een exploitant die het Gebruiksbesluit overtreedt, zijn – evenals nu het geval is – dwangsom en bestuursdwang.


Gedwongen sluiting wordt ambtelijk soms geadviseerd. Maar dit is voor de gemeente in de uitvoering meestal zeer gecompliceerd. En daarmee in de praktijk een minder effectief sanctiemiddel.


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #16 Gepost op: 29 november 2006, 18:49:41
http://www.eindhovensdagblad.nl/opinie/article876375.ece

Vergunningen brandveiligheid op de schop
Jac. J. Rooijmans

Als uitvloeisel van de landelijke dereguleringsslagen zal ook het stelsel voor brandveiligheidsvergunningen op de schop gaan. Medio 2007 verdwijnt voor het merendeel van de gebouwen de gebruiksvergunningplicht.

De rampzalige Nieuwjaarsbrand in Volendam zorgde voor een discussie over de veiligheidsregelsfoto ANP/Cor Mulder
De verantwoordelijken voor het gebruik hoeven dit gebruik alleen nog te melden en moeten voldoen aan algemeen geldende regels. Slechts voor de zeer risicovolle gebouwen blijft de vergunningplicht bestaan.

Het zonder meer afschaffen van een vergunningstelsel lijkt als muziek in de oren van de gebruiksverantwoordelijken te klinken. Geen lastige eisen van de brandweer, geen zware investeringen, meer ondernemingsvrijheid.

Het is echter maar de vraag of dit beeld terecht is omdat de nieuwe voorschriften nauwelijks zullen afwijken van de huidige regels. En daarbij blijft de verantwoordelijkheid voor het naleven van de veiligheidseisen liggen waar die ook thuis hoort: bij de eigenaar, de exploitant of de directie van een organisatie.

Wat houdt het huidige vergunningenstelsel precies in? Voor gebouwen waar meer dan 50 personen aanwezig kunnen zijn, waar meer dan 10 personen kunnen overnachten en overige gebouwen waar bijzondere risico's in het gebruik zich voordoen, moeten eigenaren of exploitanten een gebruiksvergunning aanvragen. De gemeente verleent de gebruiksvergunning zodra het gebouw voldoet aan een acceptabel veiligheidsniveau en verstrekt vervolgens een vergunning met allerlei gebruiksvoorschriften. Het gebruiksvergunningenstelsel heeft er zeker toe geleid dat brandveilig gebruiken van gebouwen beter op de kaart is komen te staan.

Na de rampzalige brand in Volendam is de verlening van gebruiksvergunningen alleen maar meer onder de aandacht van bestuurders gekomen. Maar ook in veel bedrijfstakken is de gebruiksvergunning ingeburgerd en geborgd in bedrijfsprocessen en -procedures. Bovenal heeft het verlenen van gebruiksvergunningen en, zij het soms nog in beperktere mate, de periodieke controle hiervan bijgedragen aan het verhogen van de brandveiligheid.

Helaas is mij in de afgelopen jaren duidelijk geworden dat het oppakken van die eigen verantwoordelijkheid door eigenaren en exploitanten niet altijd vanzelfsprekend is. Daarnaast valt op dat na een incident de maatschappelijke reactie steeds vaker bestaat uit het ter verantwoording roepen van de overheid in plaats van de overtreder.

De hamvraag, haast als een Pavlovreactie, was vooral of de gemeente de vergunningen wel op orde had. De rol van de exploitant of eigenaar kwam amper ter sprake. En daar zou toch eigenlijk de vraag vooral op moeten zijn gericht. Met de wijziging van het vergunningstelsel zal de aandacht gaan verschuiven. Centraal komt te staan wat de exploitanten of eigenaren feitelijk aan veiligheidsmaatregelen hebben genomen om hun klanten, hun gasten of hun bewoners een veilig verblijf te bieden. Een vraagstuk dat wat mij betreft, mocht het toch fout gaan, ook in verzekeringskwesties met hoofdletters mag worden geschreven.

Betekent dit alles dat de overheid niets meer hoeft te doen? Zeker niet. De overheid zal zich meer dan voorheen moeten begeven op het terrein van toezicht en handhaving. Dit, om als sluitstuk van het veiligheidsdenken de overtreders tot de orde te roepen. Want het is een utopie te denken dat naleving van voorschriften en regels aan marktwerking kan worden overgelaten. Een wetenschap die (helaas) is opgebouwd naar aanleiding van jaarlijkse (brandweer)controles. Mijn perspectief is dat we via het invoeren van duidelijke regelgeving, het doorvoeren van een heldere scheiding van verantwoordelijkheden tussen exploitant/eigenaar en overheid komen tot het verder uitbouwen van een streng doch rechtvaardig handhavingsregime. En als dat in voldoende mate kan gebeuren ben ik er van overtuigd dat we uiteindelijk de burgers een grote dienst hebben bewezen door samen de brandveiligheid op een hoger niveau te brengen.

Regionaal Commandant

Brandweer Zuidoost-Brabant


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #17 Gepost op: 1 december 2006, 13:02:07
http://www.vng.nl/smartsite.dws?id=61842

Tussen papieren en werkelijke veiligheid


De controle op het brandveilig gebruik blijft wel de verantwoordelijkheid van de gemeente, maar de verantwoordelijkheid voor het gebruik en daarmee voor de brandveiligheid ligt straks helemaal bij de ‘gebruiker’, dat wil zeggen bij de ondernemer.

 

Het nieuws werd dankzij een WOB-verzoek van de Volkskrant openbaar. Weliswaar gaat het nog om een concept dat eerst nog in het kabinet moet worden besproken en daarna nog voor advies naar de Raad van State moet. Maar volgens een ingewijde kon VROM het goede nieuws wel gebruiken. Van de kabinetsdoelstelling om de administratieve lasten met 25 procent te verminderen, bleef de teller in de horeca tot dusver steken op elf procent.

 

Het nieuwe gebruiksbesluit moet in augustus 2007 in werking treden. Koninklijke Horeca Nederland is er blij mee. Want met de nieuwe systematiek ligt de verantwoordelijkheid ‘daar waar die hoort’, komt een einde aan veel administratieve rompslomp en wordt ook nog eens voor miljoenen aan leges bespaard.

 

De Brandwondenstichting reageerde daarentegen furieus op de voorgenomen afschaffing van de gebruiksvergunning. Volgens haar is het ‘vragen om ellende’. Maar volgens VROM zal de brandveiligheid er met de nieuwe mogelijkheden niet minder op hoeven te worden. Het besluit staat juist voor duidelijke veiligheidseisen die overal in het land gelijk zijn.

 

Met de uniformering komt er wel een einde aan ‘(onnodige) lokale verschillen’, zo staat in de werktekst van de toelichting op het voorstel. De huidige toepassing van brandveiligheidsvoorschriften vormt nogal eens ‘aanleiding voor ergernis’ bij de betrokken bedrijven. Horeca Nederland betwist deze ‘willekeur’ al jaren en vindt dat het gemeentelijk handelen ook in bredere zin een stuk horecavriendelijker kan.

Papieren werkelijkheid

Misschien is de eerste vraag wel wat eigenlijk de waarde was van de gebruiksvergunning, waar in de beleving van velen jarenlang zo hoog van werd opgegeven. De kwestie is dan meer of de papieren werkelijkheid werkelijke veiligheid oplevert. Maar dan nog blijft staan of er nu geen spanning ontstaat tussen de beoogde lastenverlichting en de brandveiligheid die daarbij wordt geboden.

 

Een rondje langs gemeenten leert in eerste instantie dat, wat zij ook doen, de toetsingskaders op rijksniveau worden bepaald: ‘De regelmakers zitten in Den Haag.’ Tegelijkertijd geeft dit besluit aan dat het kabinet een punt heeft bereikt, dat na de ‘regelbrij’ van de afgelopen jaren ruimte moet komen voor initiatief. Verschillende horecagemeenten benadrukken ook dat geen ondernemer er op uit is bezoekers in een onveilige situatie te brengen. Die gedachte versterkt de opvatting om de verantwoordelijkheid dan ook bij hem neer te leggen.

 

Intussen bestaat in verscheidene gemeenten wel zorg hoe de horecawereld, of welke andere sector dan ook, in de nieuwe situatie de risico’s terugdringt en de veiligheid borgt. De gemeente Edam-Volendam is de afgelopen dagen platgebeld om op het nieuwe besluit te reageren. Het college wacht daarmee, omdat feitelijk nog sprake is van een conceptversie en (daarmee) van onduidelijkheden. ‘Maar het mag duidelijk zijn dat, na wat er hier gebeurd is, de veiligheid nooit in het geding mag zijn’, zegt gemeentewoordvoerder Cor Kwakman.

Spanningsveld

Waarnemend burgemeester Hester Maij (CDA) van Zandvoort geeft aan dat het college in de ondernemende badplaats de regeldruk tempert waar het kan. Zij erkent dat er een spanningsveld is, maar verwacht dat de borging die in de meldingsplicht zit, in de praktijk veel zal ondervangen: ‘Ondernemers zullen altijd nog tekeningen en plannen moeten overleggen en daarbij moeten aangeven hoe zij de veiligheidsrisico’s inperken.’

 

In dat verband ligt er volgens Maij ook voor Koninklijke Horeca Nederland, die de vermindering van regels op een presenteerblaadje krijgt aangeboden, een zware verantwoordelijkheid om er bij haar leden op te blijven hameren dat zij de zorg hebben voor hun voorzieningen. Maij: ‘De veiligheid wordt duidelijk anders georganiseerd. De partijen die daar nu verantwoordelijk voor zijn, moeten ook waarmaken waar ze voor staan.’

 

Voor de gemeente betekent het, aldus Maij, dat zij heel duidelijk nagaat wat elke melding feitelijk inhoudt. Voor de ondernemer betekent het niet alleen dat hij met een melding komt, maar er ook naar handelt: door zijn personeel goed te instrueren, goed werkende rookmelders en schuimblussers in huis te hebben en over evacuatieplannen te beschikken die, als het erop aankomt, ook echt een veilige uitgang bieden.

Bewaken

Burgemeester Aaltje Emmens (PvdA) van Castricum zag het nieuws aanvankelijk met verbazing aan. Juist omdat er in veel gemeenten na de ramp in Enschede en de brand in Volendam een proces van bewustwording en – op het terrein van de gebruiksvergunningen – een grote inhaalslag op gang is gekomen. Castricum zelf had de zaken al redelijk op orde, maar de gerichte aandacht heeft onder de bevolking (zeker in het horecaconcentratiegebied), de raad en ook de horeca zelf, het veiligheidsgevoel verhoogd. Emmens: ‘Zowel de omwonenden als de vergunninghouders waarderen het dat de gemeente die taak goed vervult.’

Aan de andere kant heeft zij wel begrip voor de wens van administratieve lastenverlichting en de verantwoordelijkheid van de horecabedrijven zelf. ‘Maar je moet die verantwoordelijkheid toch ook altijd weer een beetje bewaken’, zegt ze er meteen bij. Met de handhaving als stok achter de deur beschouwt zij het als een uitdaging voor de gemeentelijke organisatie om in samenspraak met de ondernemers het belang van brandveiligheid hoog te houden.

Toch vindt Emmens het moeilijk nu al te zeggen dat de veiligheid onder het nieuwe gesternte wel voldoende gewaarborgd is. Volgens haar zullen er ook landelijk afspraken moeten komen om met het wegvallen van de inkomsten uit leges er toch voor te zorgen dat de gemeente haar werk op dit vlak goed kan blijven doen.

Minder greep

Op de her en der uitgesproken zorg dat individuele gemeenten uiteindelijk minder greep op de horeca hebben, reageert Anthony van der Klis van Koninklijke Horeca Nederland: ‘Dat is nou precies wat wij willen!’ Volgens hem is de veiligheid ook na augustus volgend jaar voldoende gewaarborgd doordat er altijd ‘een bepaalde vorm van controle’ blijft. Maar verder is geheel de zelfverantwoordelijke ondernemer aan zet: ‘En neemt u maar van mij aan dat veiligheid voor professionele horecaondernemers ontzettend belangrijk is.’


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #18 Gepost op: 1 december 2006, 13:03:10
SP in de regering....? ;) ;) ;) ;)


http://tilburg.sp.nl/bericht/12645/061201-afschaffen_gebruiksvergunning_is_spelen_met_vuur.html

Afschaffen gebruiksvergunning is spelen met vuur

01-12-2006 • Het Rijk overweegt volgend jaar de zogenaamde gebruiksvergunning af te schaffen. Deze vergunning is nu nog verplicht voor alle gebouwen waar meer dan vijftig mensen in kunnen, waaronder dus café’s en disco’s en regelt de (brand)veiligheid. De SP stelt vandaag vragen aan het college wat zij daarvan vindt en hoe zij zal omgaan met het eventueel wegvallen van deze vergunningsplicht.

SP fractievoorzitter Van den Hout:”Als sinds de cafébrand in Volendam dringen wij in Tilburg aan op het serieus nemen van de brandveiligheid van met name uitgaansgelegenheden. De gemeente is destijds een grote inhaalslag begonnen, omdat nog altijd veel gebouwen zo’n vergunning niet had en waar de brandveiligheid ook te wensen overliet. Het vervangen van deze vergunningsplicht voor een slappe meldingsplicht baart ons dan ook grote zorgen”.

Het VNG-magazine besteedt deze week veel aandacht aan dit voornemen. Het is nog maar de vraag hoe een gemeente nog kan optreden tegen gevaarlijke situaties. Van den Hout: “Wij zouden het liefst zien dat Tilburg via de Vereniging Nederlandse Gemeente bij het Rijk bezwaar maakt tegen deze deregulering, en haast maakt met het op orde krijgen van de brandveiligheid in Tilburg. Volendam is al weer lang geleden, helaas betekent dat dat het thema brandveiligheid weer uit het oog wordt verloren. Tot de volgende ramp”.

Ook wil de fractie weten of en hoe de gemeente ook dit jaar de kroegen rond kerst en oudjaar extra gaat controleren op brandveiligheid.


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #19 Gepost op: 22 december 2006, 13:22:32
Weet iemand wat dit inhoud??  ??? ???


http://www.vrom.nl/pagina.html?id=18240

En dan de volgende link:

http://www.vrom.nl/get.asp?file=docs/kamerstukken/Wed20Dec20061642570100/DGWDBO2006337522.doc

Geachte Voorzitter,

Met bovenvermelde brief heeft de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer mij verzocht om het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken naar de Tweede Kamer te zenden en het besluit niet in werking te laten treden voordat de Kamer het besluit heeft bestudeerd en desgewenst met mij daarover van gedachten heeft gewisseld. Tevens is mij gevraagd antwoord te geven op een aantal vragen over het besluit. In antwoord daarop deel ik u het volgende mede.
Ik zal gaarne voldoen aan het verzoek om vorenbedoeld besluit voor de inwerkingtreding naar de Kamer te zenden. Op welk moment ik dat zal doen, kan ik thans nog niet aangeven. Het besluit is momenteel nog in ontwikkeling. Politieke besluitvorming daarover heeft nog niet plaatsgevonden. Nadat die besluitvorming heeft plaatsgevonden, zal ik U informeren over de door mij voorgestane verdere procedure.
Om diezelfde reden zal ik de door de vaste commissie gestelde vragen over de inhoud van het besluit thans nog niet beantwoorden. Ik ben voornemens die vragen te beantwoorden in de brief waarmee ik het besluit aan de Kamer zal zenden.
In antwoord op de vraag over het met de brandweer en gemeenten gevoerde overleg over het besluit (vraag 2) deel ik u mede dat zowel het Landelijk Netwerk Brandpreventie van de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding als de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland intensief bij de ontwikkeling van het concept-besluit zijn betrokken.

Hoogachtend,
De Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,




P. Winsemius