Het frustreert alleen maar als ik een andere meldkamer moet bellen voor regionale bijstand en je vraagt bijstand VOS 5 en je krijgt een telefonische discussie over de inzet van 15 of 25 ambulances. Maar zo ook de inzet voor de TIS. Er is een minimale inzetstaven voor de TIS. Alleen niet iedereen leest hem hetzelfde. De minimale inzet voor een TIS 3.1 is 2 ambulances, 1 MMT en een OvD-G. Maar niet iedereen hanteert dat.
Om even in te haken op dit specifieke voorbeeld van TIS:
Dan kom je op het probleem dat de veiligheidsregio's zich niet door een multidisciplinaire projectgroep onder de vlag van ProRail laten vertellen wat er ingezet moet worden bij een bepaald scenario. Zo heeft bijvoorbeeld de VRR ook z'n inzetvoorstellen aangepast, zodat je bij een rookmelder die afgaat in een spoortunnel niet gelijk opschaalt naar zeer grote brand / hv (even gechargeerd
)
Dat kan ik me heel goed voorstellen, maar wat heeft een standaard scenario dan nog voor nut
Misschien dat e.e.a. in de toekomst beter geborgd gaat worden als het veiligheidsberaad meer gestalte krijgt. Ik vind het nu allemaal nog veel te vrijblijvend. Het lijkt mij nuttig om bijvoorbeeld om voor de verschillende categorieën incidenten standaard scenario's te maken.
TIS is daar een aardig voorbeeld van een landelijk model.
Maar voor bijvoorbeeld luchtvaartongevallen zijn er diverse luchthavengebonden scenario's. In samenwerking met Luchtverkeersleiding NL en de diverse luchthavens zou je mooi een landelijk model kunnen maken. Stel dat het Turkish Airlines toestel in Gelderland was neergeploft. Is het dan ook relevant om een VOS aanduiding mee te geven? Ik denk niet dat ze daar VOS geïmplementeerd hebben.
Ik lees trouwens net in de concepthandleiding dat zij dit probleem ook hebben geconstateerd:
Bij de bespreking van de relatie met vliegtuigongevallenscenario’s kwam aan de orde dat ongevallen
scenario’s per vliegveld worden toegepast. (bijv. V.O. Schiphol of VO Rotterdam Zestienhoven, Eindhoven,
etc.). Het bleek dat de termen in de ongevallenscenario’s van Schiphol en Zestienhoven identiek zijn. Er
zijn wel verschillen met de andere regio’s. De conclusie is dat er geen landelijke
vliegtuigongevallenscenario’s zijn. Het landelijk typeren van vliegtuigincidenten kan daarom niet zonder
meer gebaseerd worden op een scenario.
Vanuit de brandweervertegenwoordiger van de multidisciplinaire projectgroep is contact opgenomen met
het College Commandanten Luchthaven Brandweren. Het verzoek aan hen is gedaan om bij de herziening
van de Leidraad Vliegtuigbrandbestrijding te komen tot een aantal landelijk vastgestelde
luchtvaartincidenten. Tevens is een reeks van vragen en aandachtspunten bij hen neergelegd waar een
antwoord op noodzakelijk is om tot een goede koppeling tussen de vliegtuigongevallen en de
meldingsclassificaties te komen. Voorwaarde is dat het voor een centralist en de operationele eenheden
werkbaar is. Het betreffende College zal de handleiding van de LMC toegezonden krijgen.
Vooralsnog heeft de projectgroep gekozen voor algemene typeringen van vliegtuigongevallen. Zie verder
hoofdstuk 4.
Andere voorbeelden zijn scenario's voor verkeersongevallen (zoals COBA in het oosten van het land), voor vaarwegen (VIM in Limburg), verkeerstunnels (VTIM in Limburg).
Waarom moeten we op regionaal niveau van alles verzinnen en niet gewoon landelijk de kaders scheppen die regionaal worden geïmplementeerd
Waarbij het dan nog wel de vraag is hoe ver je moet gaan met het beschrijven van de scenario's en wat je moet overlaten aan de regio's voor eigen invulling cq. maatwerk.
Just my 2 cents.
@RR: Have a nice flight