Verslag van een schriftelijk overleg over het ontwerpbesluit zelfstandige bevoegdheid bachelor medisch hulpverlener - Arbeidsmarktbeleid en opleidingen zorgsector
Deskundigheidsgebied en voorbehouden handelingenDe bachelor medisch hulpverleners mogen zelfstandig een aantal voorbehouden handelingen uitvoeren, mits zij naast bevoegd ook bekwaam zijn, zo lezen de leden van de fractie van de PvdA. De beroepsvereniging van verpleegkundigen spreekt zorgen uit over de mogelijkheid van veiligheidsrisico’s voor patiënten.
Kan de Minister nader toelichten of en zo ja, waarom zij vier jaar opleiding voldoende vindt om zelfstandig voorbehouden handelingen uit te voeren zonder opdracht van een arts? Deelt de Minister de zorgen van de beroepsvereniging? Hoe wordt de veiligheid van patiënten voldoende geborgd? SEH-verpleegkundigen en ambulanceverpleegkundigen hebben een langere opleiding genoten, maar hebben geen zelfstandige bevoegdheden. Hoe strookt dit met het wel toekennen van zelfstandige bevoegdheden aan de bachelor medisch hulpverlener?Studenten van de opleiding bachelor medisch hulpverlener hadden in het verleden moeite met het vinden van een stageplaats. Is dit nog steeds het geval? Wat zijn de oorzaken hiervan? Wat betekent het niet kunnen vinden van een stageplaats voor de voortgang van de opleiding van studenten? Is het juridisch mogelijk om de bachelor medisch hulpverlener stage te laten lopen in de ambulancezorg, aangezien de ambulanceverpleegkundige niet bevoegd is tot het uitvoeren van voorbehouden handelingen? Kan de Minister een nadere toelichting geven?
II. REACTIE VAN DE MINISTERDe leden van de verschillende fracties hebben naar aanleiding van de brief van 14 oktober 2015 inzake het ontwerpbesluit zelfstandige bevoegdheid bachelor medisch hulpverlener mij een aantal schriftelijke vragen en opmerkingen voorgelegd. Ik wil de leden van de verschillende fracties bedanken voor hun inbreng voor het verslag van een schriftelijk overleg. Hieronder zal ik ingaan op de per fractie gestelde specifieke vragen
De ontwikkeling van het beroep bachelor medisch hulpverlener (BMH-er) is een initiatief vanuit het veld (onder andere Ambulancezorg Nederland en ziekenhuizen (spoedeisende hulp)) vanwege arbeidsmarkttekorten in het medisch ondersteunend domein. Bij de aanvraag zat daarnaast een lijst van circa dertig regionale ziekenhuizen die hun adhesie met deze ontwikkeling betuigen. Daaruit blijkt dat er behoefte bestaat in de praktijk aan dit nieuwe beroep. De BMH-er is een basisberoep dat een hiaat op hbo-bachelor niveau in de huidige medisch (ondersteunende) beroepskolom kan opvullen. Door zijn positionering in het medisch (ondersteunend) domein onderscheidt het beroep zich van de verpleegkundige beroepen.
BMH-ers zijn in tegenstelling tot bijvoorbeeld verpleegkundigen uitsluitend actief binnen het geneeskundige proces van anamnese, lichamelijk onderzoek, diagnostiek, behandeling en effectmeting. De verpleegkundige is in zijn/haar werk gericht op de zelfzorg en dagelijks functioneren van de patiënt. De BMH-er is gericht vanuit het medisch proces op het traject van klacht-diagnose-interventie-nazorg.
Gezien de grote beroepsinhoudelijke verwantschap kan de BMH-er beschouwd worden als de Physician Assistant (PA) op bachelor-niveau1 werkzaam in het medisch (ondersteunend) beroepsdomein. Naast het verschil in positionering verschilt de BMH-er ook op opleidingsniveau. De PA en verpleegkundig specialist zijn hbo-master opgeleid en de verpleegkundige SEH en BMH-er zijn hbo-bachelor opgeleid.
De 4-jarige opleiding bachelor medische hulpverlening leidt een BMH-er op die voldoet aan de eindtermen waaraan de beginnend beroepsbeoefenaar moet voldoen om werkzaam te zijn in het medisch ondersteunend terrein. De BMH-er wordt zo opgeleid dat hij in staat is het beroep op een zelfstandige, bekwame manier uit te oefenen. In de opleiding BMH-er staat het medisch proces centraal. Hierdoor zijn deze beroepsbeoefenaren, naar verwachting iets sneller inzetbaar. Echter ook deze afgestudeerden moeten voldoende ervaring opdoen om als zelfstandig beroepsbeoefenaar te kunnen werken. Daarom heeft VWS het ontwikkelen van traineetraject in de ambulancezorg gestimuleerd om samen met het werkveld en de opleidingen te komen tot een verantwoorde inzet. Ook in verschillende ziekenhuizen, op de spoedeisende hulp afdelingen, worden net afgestudeerde BMH-ers ingezet en ook daar is veel aandacht voor het bekwamen als professional door middel van traineetrajecten.
De eerste ervaringen leren dat met een gedegen traineetraject deze afgestudeerden binnen het jaar goed inzetbaar zijn.
De zelfstandige bevoegdheid die wordt toegekend is in omvang echter beperkt. De bevoegdheidsgrenzen van de BMH-er worden naast de opleiding bepaald door de eigen bekwaamheid, door de omschrijving van het deskundigheidsgebied en door de bij dit besluit gestelde beperkingen met betrekking tot de voorbehouden handelingen. Tot slot geldt ook ten aanzien van de BMH-er de algemene eis, dat uitsluitend bevoegdheid bestaat voor een voorbehouden handeling, als sprake is van bekwaamheid om deze uit te voeren. Aangezien bekwaamheid individueel bepaald is, zal de zelfstandige verrichting van die handeling in het concrete geval ook daarvan afhangen. Het uitgangspunt is dat de vereiste bekwaamheid voor die handelingen in elk geval tijdens de opleiding door de superviserend zelfstandig bevoegde professional wordt vastgelegd in een portfolio.
De voorbehouden handelingen die door de BMH-er worden verricht, zijn in principe beperkt tot de gangbare handelingen volgens landelijke richtlijnen in het betreffende deelgebied van de geneeskunst: acute zorg, interventiezorg en diagnostiek, zoals die zijn vastgesteld binnen de spoedeisende hulp, binnen de ambulancezorg, binnen de anesthesiologische en operatieve zorg en binnen de diagnostische zorg. In de dagelijkse praktijk is de BMH-er daarbij gebonden aan de richtlijnen en daarvan afgeleide instellingsprotocollen en vindt afstemming met de arts-specialist, physician assistant of verpleegkundig specialist plaats. Binnen deze kaders neemt de BMH-er zelfstandig beslissingen omtrent de indicatie en de verrichting van de aangewezen voorbehouden handelingen.
Verpleegkundigen hebben wel functionele zelfstandigheid. Dat wil zeggen dat zij in opdracht van een arts, verpleegkundig specialist of een PA, zelfstandig voorbehouden handelingen mogen uitvoeren zonder dat de opdrachtgever toezicht houdt en de mogelijkheid heeft om tussenbeiden te komen. Voorwaarde is dat de verpleegkundige bekwaam is. Voor de ambulanceverpleegkundigen geldt dat zij voor een aantal extra voorbehouden handelingen functioneel zelfstandig bevoegd zijn, indien zij een extra opleiding hebben gevolgd.
Bij mijn besluit om een experimenteertraject met de BMH-er te starten heb ik aangegeven dat dit traject raakvlakken heeft met het traject «functionele zelfstandigheid ambulanceverpleegkundigen». In mijn beleidsreactie op de evaluatie van de Wet BIG van 2 december 2014 (Kamerstuk 29 282, nr. 211) heb ik aangegeven dat ook de betekenis van de functionele zelfstandigheid binnen de ambulancesetting in het kader van een aanpassing van het regime over voorbehouden handelingen mijn aandacht heeft. Beide trajecten zal ik in samenhang bekijken.bron:
https://www.parlementairemonitor.nl/9353000/1/j9vvij5epmj1ey0/vk2gvaz24tpt