Leuk als je een RWA als gelijkwaardigheid hebt afgesproken..... Donner kan niet uitsluiten dat deze door een technische storing niet werken....
Leuk als je een gelijkwaardigheid voor te lange loopafstanden afspreekt. Het zelfde stelt hij voor deuren die electronisch moeten ontgrendelen....
Hij heeft nog zeker nooit gehoord dat gelijkwaardigheden 'hufterproof' moeten zijn... Ik denk dat we dit in de toekomst 'Donnerproof' moeten noemen!!!
Wat zou je tegen een 'klant' zeggen als hij zoiets durft te beweren....
Kamerstuk 2005-2006, 24587, nr. 155, Tweede Kamer (20 Kb) http://www.overheid.nl/op/index.html
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 december 2005
1. Inleiding
Hierbijbied ik u ter kennisneming aan een «tussentijds bericht onderzoek
brand cellencomplex Schiphol-Oost» van de Onderzoeksraad voor veiligheid1
d.d. 9 december 2005 alsmede een «Rapportage over brandveiligheid
detentiecentrum Schiphol» van de VROM-inspectie en de
Inspectie Openbare Orde en Veiligheid d.d. 9 december 20051.
Ter toelichting merk ik het volgende op.
2. Tussentijds bericht OVV
De Raad heeft dit bericht verzonden omdat hijop grond van de eerste bevindingen aanleiding ziet om een tussentijdse waarschuwing af te geven ten aanzien van de brandveiligheid in andere cellencomplexen.
Deze eerste bevindingen stemmen de Raad tot zorg indien er cellencomplexen of andere (nood)gebouwen zijn waarin sprake van een of meer vergelijkbare omstandigheden:
• Een niet-gecompartimenteerde schilruimte met daarin openingen naar buiten;
• Raamconstructies in cellen die gemakkelijk bezwijken bij hitte;
• Materialen die bijdragen aan een snelle rookontwikkeling;
• Niet-werkende installaties voor rook- en warmteafvoer en ontgrendeling van nooddeuren.
Om een afgewogen oordeel te kunnen vormen over de eerste bevindingen van de Raad, dienen deze doorgerekend te worden door de Rijksgebouwendienst (RGD) in samenwerking met de architect van de desbetreffende vleugels. Hiermee zal enige tijd gemoeid zijn, Daarop vooruitlopend geef ik u een eerste, voorlopige reactie op hoofdlijnen.
Op 9 december 2005 is via de RGD in gang gezet dat alle justitiële inrichtingen worden bezien op bovengenoemde punten.
• Naast het detentiecentrum Schiphol-Oost is er één locatie met een vergelijkbare constructie, t.w. gebouw 4 van het detentiecentrum in Zeist. Op 9 december 2005 heb ik opdracht gegeven aan de bouwer om passende voorzieningen te treffen opdat geen inpandige luchtstroom meer kan optreden. Overigens waren de buitenplaten op verzoek van de gemeente en met goedkeuring van de brandweer om estetische redenen aangebracht.
• Het Bouwbesluit stelt geen eisen voor wat betreft de brandwerendheid van ramen en raamkozijnen. De RGD zal testen laten uitvoeren of de eerste indruk van de Raad ten aanzien van de hittebestendigheid van de raamconstructies een juiste is. Op basis van de testresultaten zullen eventuele vervolgstappen worden gezet.
• De celinventaris kan inderdaad hebben bijgedragen aan de rookontwikkeling. Omdat de Raad aangeeft dat niet duidelijk is welke materialen aan de rookontwikkeling de belangrijkste bijdrage hebben geleverd, kunnen hierover nog geen conclusies worden getrokken. Nader onderzoek is noodzakelijk. Gesteld kan al wel worden dat elke vorm van inventaris op een cel betekent dat bij brand rookontwikkeling ontstaat.
•
Het niet functioneren van de rook- en warmteafvoerinstallatie (RWA) was het gevolg van een technische storing. Deze zijn als zodanig niet per definitie te voorkómen. De RWA is in onderhoud bijde RGD en wordt derhalve regelmatig getest. De installatie op de nu nog in gebruik zijnde L- en M-vleugel is door de VROM- en OOV-inspectie op werking gecontroleerd en in orde bevonden. Mutatis mutatis geldt hetzelfde voor de automatische ontgrendeling van de nooduitgang.Ten slotte vraagt de Raad vooruitlopend op nadere onderzoeksresultaten aandacht voor organisatorische factoren met betrekking tot noodprocedures in celcomplexen. Daarbijgaat het hoe te handelen bijeen brand in een cel. Hier is de constatering dat het goedgekeurde Ontruimingsplan Schiphol-Oost niet in overeenstemming is met het Brandbeveiligingsconcept Cellen en Cellengebouwen van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Niet zonneklaar is of bij brand in een cel de bewuste celdeur wel of niet als eerste dient te worden geopend. Nadere discussie hierover is derhalve dringend gewenst.
3. Rapportage VROM- en OOV-inspectie
In verband met het voornemen van de gemeente Haarlemmermeer om de gebruiksvergunningen voor het detentiecentrum op 5 december 2005 in te trekken, is door de VROM-inspectie en de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid op 4 december 2005 een onderzoek uitgevoerd naar de brandveiligheid van het detentiecentrum. De rapportage hierover is bijbrief van 9 december 2005 door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan mij aangeboden.
In deze rapportage wordt samenvattend gesteld dat geen aanwijzingen zijn gevonden voor de aanwezigheid van knelpunten die niet op korte termijn kunnen worden opgelost. Ook de brandweer kwam – desgevraagd – niet met dergelijke knelpunten. Met uitzondering van de brandveiligheidsinstructie (zie onder 2. hiervóór) is de indruk van de brandveiligheidssituatie van de afdelingen L en M positief.
TNO concludeerde in zijn rapport dat de brandwerenheid van het plafond ter plaatse van de ventilatieroosters niet voldoende was. Beide inspecties constateren dat TNO zich bijdeze conclusie geen rekenschap heeft gegeven van alle relevante brandveiligheidsvoorzieningen met betrekking hiertoe, zoals de aanwezigheid van een zgn. droge sprinklerinstallatie. Een
vergelijkbare overwegingen geldt de brandwerendheid van de celwanden. TNO refereert aan de brandwerendheid van één element, terwijl tussen de cellen dubbele wanden zijn aangebracht alsmede een dubbele tussendeur. In de rapportage wordt aangegeven dat TNO zich bijnader inzien kan vinden in de interpretatie van beide inspecties.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Justitie,
J. P. H. Donner