http://www.ad.nl/binnenland/article444969.ece?pageNavType=all#reactie‘Open, doe de deur open!’
Door JEROEN DE VREEDE
SCHIPHOL - Het is een raar telefoongesprek. Er is brand bij je op de vleugel, zegt portier Brigitte tegen bewaarder Roxanne.
,,Dat kan niet. Ik zit zelf op de D-vleugel,’’ reageert Roxanne. Gelijktijdig meldt bewaarder Mathies zich via de intercom: brand in unit K! Roxanne breekt het gesprek met Brigitte af en belt collega Samir op de C-vleugel. Zonder een portofoon te pakken sprinten de twee bewaarders naar de K-vleugel.
Uit de kieren van de deur van cel 11 komen dunne slierten rook. In de cel slaat de 23-jarige gedetineerde Achmed woest op de deur. ,,Doe open, doe open,’’ schreeuwt Samir tegen Roxanne. Ze kijken niet door het luikje, die deur móet open! In de paniek krijgt Roxanne de zware deur niet open, maar Samir wel. Achmed valt naar buiten, vergezeld door een flinke rookwolk en een grote vlam. Met vallen en opstaan rent het drietal weg. De celdeur blijft wijd openstaan.
In het calamiteitenplan, dat beide bewakers niet hebben gelezen, staat dat een brand via het etensluikje met een brandslang moet worden geblust. De deur moet dichtblijven om te voorkomen dat het vuur overslaat.
In een paar seconden staat de helft van de cellenvleugel vol rook en vuur, ziet Roxanne. ,,Wat moet ik doen?’’ schreeuwt ze in paniek naar Samir. ,,Druk op je pieper!’’ Met één druk op de knop krijgen alle collega’s de alarmmelding binnen.
Wachtcommandant Melvin schrikt. Amper een kwartier eerder heeft de 27-jarige leidinggevende een bewaarder naar blok K gestuurd na een valse brandmelding. Nu blijkt er dus wel iets aan de hand. Melvin vloekt, belt de portier en sprint samen met collega Bas de centrale bewaarderspost uit. Buitenom rennen ze naar de noodingang van vleugel K. Melvin heeft als enige een loper om de nooddeuren van buitenaf te openen. Het vuur geniet van het extra zuurstof uit de geopende nooddeur. Een stoot rook en vuur schiet naar buiten. Het lijkt wel een explosie, denkt Bas. Hij gooit een portofoon naar Melvin en rent door naar de post van de marechaussee. Melvin ziet hoe de vloer en deur wegsmelten onder de verzengende hitte.
Binnen in de K-vleugel is de chaos compleet. Roxanne probeert samen met collega Claudia uit de A-vleugel celdeuren te openen en gedetineerden af te voeren. Roxanne leent de sleutel van Samir; haar eigen sleutel bungelt nog in de openstaande deur van cel 11.
,,Claudia, ik kan niet meer,’’ laat Roxanne weten halverwege de gang. Ze moet kokhalzen en is hysterisch: er zitten nog mensen in de cel, maar ze kan er niet meer bij. ,,We gaan niet huilen, we gaan mensen redden’’, probeert collega Marie-Antoinette Roxanne te kalmeren en spuit water over de vloer.
In de gang smeekt de 39-jarige kapper Ibrahim, die is gered uit cel 2, om door te gaan. Als hij door het luikje van een celdeur kijkt, ziet hij twee vrouwen gillend rondrennen in hun cel. Hun kleding brandt. De deur blijft dicht. Ze zullen later stikken in de rook.
Na een smeekbede van Ibrahim sleept Roxanne de zwaargewonde Achmed naar vleugel D en zet hem onder de douche. Ook hier is er paniek. Gedetineerden bonken op de deuren. Via het raam kunnen ze de chaos in de K-vleugel zien. Bij de nooduitgang van D loopt Roxanne Samir tegen het lijf. De wachtcommandant probeert via de portofoon instructies te geven. ,,Er zijn nog mensen binnen,’’ roept Roxanne. De wachtcommandant beseft dat de ramp compleet is: ,,Ik kan niets meer doen.’’