http://www.volkskrant.nl/binnenland/article363435.ece/Bij_Justitie_heeft_alleen_top_OM_politiek_gevoel‘Bij Justitie heeft alleen top OM politiek gevoel’
Achtergrond Van onze verslaggevers Sanne ten Hoove, Michiel Kruijt
DEN HAAG - Korthals, Sorgdrager, Verdonk: de ene na de andere bewindspersoon op Justitie botste met de Kamer door gebrekkige feitenkennis. En nu weer Hirsch Ballin. Wat is er aan de hand?
‘De cirkel is rond’, dacht D66-Kamerlid Dittrich deze week. Hij was tien dagen Kamerlid toen minister Hirsch Ballin door de IRT-affaire moest aftreden. Zijn positie was onhoudbaar doordat hij herhaaldelijk was verrast door nieuwe feiten. ‘Er was een enorm wantrouwen tegen hem’, herinnert Dittrich zich.
Komende dinsdag, 12,5 jaar later, debatteert hij opnieuw met Hirsch Ballin. Dittrich ziet ‘interessante parallellen’. Opnieuw ligt de minister onder vuur. En opnieuw is hij niet goed op de hoogte. Alleen het onderwerp is anders: tijdens de IRT-affaire bracht het opzettelijk doorlaten van kilo’s drugs Hirsch Ballin in de problemen. Deze keer bezorgen de nasleep van de Schipholbrand en een ontsnapte tbs’er hem hoofdbrekens.
Woensdag zei Hirsch Ballin dat de directeur van het cellencomplex op Schiphol-Oost niet wist hoe brandgevaarlijk het gebouw was. Maar later moest hij door het stof: een commissie had wel degelijk bij de directeur alarm geslagen.
De dag erop ging Hirsch Ballin opnieuw in de fout. In een brief bagatelliseerde hij het wangedrag van een tbs’er, die tijdens zijn proefverlof een vrouw had verkracht. Die had in de periode daarvoor weliswaar iemand mishandeld, schreef de minister, ‘maar niet in die mate dat aangifte bij de politie nodig werd geacht’. Het tegenovergestelde bleek waar. Een pijnlijke vergissing, opnieuw ingefluisterd door zijn ambtelijke staf.
Het is een bekend fenomeen op het ministerie van Justitie: Benk Korthals (VVD), Winnie Sorgdrager (D66), Elizabeth Schmitz (PvdA), Rita Verdonk (VVD), Ernst Hirsch Ballin (CDA): allemaal informeerden ze de Kamer onjuist of onvolledig. De een over een schikking (Korthals), de ander over Iraanse asielzoekers (Schmitz). Wat is er aan de hand op dat departement?
Dittrich denkt dat het komt doordat Justitie-onderwerpen tot de verbeelding spreken. ‘Het raakt mensen en iedereen heeft er een mening over.’
Strafrechtgeleerde Buruma is het daarmee eens, maar wijst erop dat het ministerie veel onafhankelijke diensten kent: het Openbaar Ministerie (OM), het gevangeniswezen, de tbs-klinieken. Stuk voor stuk opereren ze op afstand. ‘Dan is het lastiger de informatievoorziening op peil te houden.’ Natuurlijk, zegt Buruma, een telefoontje is zo gepleegd. ‘Maar in de praktijk gebeurt het niet altijd.’
Hij geeft het voorbeeld van een psychiater in een tbs-kliniek. Die heeft wel wat anders aan zijn hoofd dan de minister te informeren. Voor een gevangenisdirecteur geldt hetzelfde: die houdt zich niet bezig met de politiek. ‘Feitelijk opereren die als zelfstandige ondernemingen’, zegt Buruma. ‘Zelden valt daar de naam van de minister. Die mensen hebben helemaal niet het gevoel dat ze onder de minister bungelen.’ Alleen de top van het OM heeft volgens hem politiek gevoel.
Oud-GPV-Kamerlid Schutte maakte in 1998 de moeilijke uren van staatssecretaris Schmitz mee. Kamerleden wapperden met rapporten waar de staatssecretaris niets van wist. ‘Terwijl ze de Kamer naar eer en geweten informeerde’, herinnert Schutte zich.
Zo gaat het vaak, zegt hij: ambtenaren hebben een stapel dossiers, en moeten vervolgens een keuze maken. ‘Een minister kan immers niet alles lezen. Hij heeft alleen behoefte aan politiek relevante informatie.’ Het kan gebeuren dat hij cruciaal rapport niet op waarde schat.
Liegen ambtenaren hun minister weleens bewust voor? Schutte denkt van niet. ‘Ambtenaren zijn over het algemeen integer.’
Buruma noemt hen zelfs ‘de vleesgeworden betrouwbaarheid’. Maar die reputatie ligt wel onder vuur, stelt hij. Volgens hem rouleren ambtenaren te vaak tussen de ministeries. Daardoor zouden ze minder kennis hebben en minder loyaal zijn. ‘We kunnen een hoop akkefietjes verwachten’, voorspelt de strafrechtgeleerde.
Dittrich spreekt liever van ‘doodzonden’. ‘Als je geen goede informatie krijgt, kun je als volksvertegenwoordiger de regering niet controleren. De Schipholbrand is het voorbeeld.’
Maar Buruma vindt dat overdreven. ‘Hirsch Ballin heeft het parlement juist bijzonder goed bediend.’
Vooral het openhartige oordeel van de minister over zijn ambtenaren verbaasde Buruma. ‘Dat komt bijna nooit voor en moet voor hen heel pijnlijk zijn geweest.’