Mhhh... dit lijkt weer op moddergooien uit te lopen. Dhr. Vos kan het niet winnen in een discussie, en gaat dan maar weer op de man spelen, complottheorieen verzinnen, beledigingen en insinuaties uiten etc. etc. Loser loser loser .... Om rechtstreeks daarop te reageren, daar heb ik geen zin in, dus maar weer terug naar de derde persoon in mijn reacties...
Hij gooit (weer eens) wat zaken door elkaar. De (model-)brandbeveiligingsverordening begint met de stelling dat ze niet van toepassing is op gebouwen en bouwwerken zoals bedoeld in de Woningwet. Die kunnen we dus links laten liggen. (Het kan me even niet schelen of Dhr. Vos het hiermee eens is, zo staat het er nu eenmaal). De bewering dat de strafmaat uit de brandbeveiligingsverordening ook van toepassing is op een andere verordening, daar ga ik niet eens op in, zo ridicuul is die opmerking.
De brandweerwet geeft geen prestatie-eisen, maar een kader voor de gemeenten hoe ze hun organisatie moeten inrichten. De strafmaten die daarin staan (art. 23) zijn voor overtredingen door derden van de in de brandweerwet opgelegde verplichtingen. De oplettende lezer zal zien dat er slechts een aantal artikelen worden strafbaar-gesteld. Dhr. Vos mag uitleggen hoe hij zijn 'overtreding' hierin wil passen...
Waar we ons nu op concentreren is de (model)-bouwverordening. Deze kent van zichzelf strafbepalingen, maar wanneer een wetswijziging er rechtstreeks voor zorgt dat de strafmaat vanuit de wet geregeld gaat worden in plaats van uit de verordening, vervangt deze de bepaling in de verordening. Dat heet met een mooi woord 'prevaleren', landelijke wetgeving prevaleert ten opzichte van gemeentelijke verordeningen. Wanneer de stelling van Dhr. Vos toegepast zou worden, zou men met een dubbele strafmaat moeten meten (wat de rechstzekerheid in het geding brengt), of dubbel gestraft worden voor hetzelfde vergrijp. (double jeopardy in het engels, basisbegrip uit het recht en mag ook niet)
Vergelijk het met de stedebouwkundige bepalingen. Zowel in het Bestemmingsplan als in de bouwverordening zijn deze opgenomen, maar het bestemmingsplan prevaleert. Wanneer het bestemmingsplan niets zegt over een onderdeel waar de verordening wel iets over zegt, is de eis uit de verordening aanvullend van toepassing.
Het maakt dus niet uit of de gemeente haar verordening al heeft aangepast, de wet heeft vanaf 1 april een rechtstreekse werking. Het is natuurlijk wel netjes wanneer de gemeneenten in hun volgende wijziging de strafbepaling even laten vervallen, maar het is niet eens noodzakelijk.
Verder is in NL het gebruik en de bouwkundige uitvoering qua wetgeving gesplitst. Je zou je eens moeten afvragen hoeveel van de vuurlast in het cellencomplex (om het maar weer even on-topic te brengen) bouwkundig van aard is, en hoeveel met gebruik te maken heeft. Het lijkt mij dat de bouwkundige vuurlast de hoofdmoot uitmaakte van het geheel. Wanneer je daar iets over wilt zeggen zou je dus ook in de regelgeving moeten zoeken die daarop betrekking heeft, te weten het (door Dhr. Vos verachtte) Bouwbesluit...
Voor de vuurlast van gebruiksgerelateerde zaken zou je de bouwverordening moeten gebruiken. Op dat moment kun je eisen gaan stellen aan zaken als bekleding, stoffering etc.