25-01-2018
Hoewel thuiswonende ouderen zich goed kunnen redden thuis, ontstaat bij brand een andere situatie. Ze moeten snel kunnen handelen en eventueel hun woning verlaten. Dit maakt hen kwetsbaar en maakt een tijdige alarmering in de woning van cruciaal belang. Uit een onderzoek van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ) blijkt dat de voorzorgsmaatregelen redelijk zijn, maar er nog wel verbeterpunten zijn. Rookmelders hangen vaak, maar binnendeuren om gevaarlijke rook tegen te houden worden weinig gesloten ’s nachts.De afgelopen maanden is de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid in gesprek gegaan met de doelgroep van het jaarthema ‘Brand en verminderd zelfredzamen’: ouderen die op steeds latere leeftijd nog zelfstandig wonen en tijdens crisis mogelijk verminderd zelfredzaam zijn. Het doel van dit onderzoek was onder andere om inzichtelijk te krijgen of deze doelgroep zich bewust is van de risico’s, of ze weten wat ze moeten doen bij een brand en welke vragen er bij hen over dit onderwerp leven.
Deze groep mensen zal de komende jaren alleen maar groter worden. Daarom wilden we niet alleen óver, maar ook mét hen te praten. In totaal werden 14 woongebouwen bezocht, verspreid over 8 gemeenten en spraken we met 175 bewoners. De gemiddelde leeftijd van de mensen die we spraken, was 76 jaar.
Binnendeuren ‘s nachts vaak nog openDe meeste mensen (89%) hebben een rookmelder in huis. Slechts een derde (36%) doet echter de deuren binnenshuis dicht voor het slapen gaan, terwijl gesloten deuren ervoor zorgen dat giftige rook – de grootste bedreiging bij brand – nog enige tijd tegen word gehouden. Daarnaast is rook gevaarlijk omdat het tot desoriëntatie kan leiden waardoor je de vluchtweg niet kunt vinden. Reden om extra aandacht te besteden bij deze doelgroep om binnendeuren ’s nachts te sluiten.
De meeste bewoners hebben nagedacht over veilige vluchtwegZo’n 80% van de ondervraagden heeft wel eens nagedacht over hoe men veilig kan vluchten in geval van een brand. En ongeveer evenveel bewoners geven aan dat zij zelfstandig het woongebouw met spoed kunnen verlaten, hoewel slechts een klein deel het daadwerkelijk eens heeft geoefend. Voor de bewoners die zeggen niet snel weg te kunnen, is een lichamelijk beperking (slecht ter been, rolstoel afhankelijk) veruit de belangrijkste reden.
Informatie over brandveiligheid bereikt maar een kleine groepSlechts 29% van de bewoners heeft zelf wel eens informatie over brandveiligheid opgezocht of ontvangen, terwijl er wel behoefte is aan meer informatie. Hierbij blijft de ‘oude vertrouwde’ papieren folder het populairste medium. Informatie via een website of e-mail heeft de voorkeur van ongeveer 30%, maar er is ook een groep mensen die juist helemaal geen internet gebruikt. De verhuurder of de vereniging van eigenaren wordt het vaakst genoemd als een partij waarvan men deze informatie van verwacht of wil ontvangen.
Behoefte aan handelingsperspectiefUit de gesprekken blijkt dat vooral informatie over de voorbereidingen die men zelf kan treffen wenselijk is. Dat geldt ook voor duidelijke instructies over hoe men nu het beste kan handelen bij een brand. Het is bij een deel van de bewoners niet altijd duidelijk wat de juiste vluchtroute is, en of die in elke situatie hetzelfde is.
Nieuwe folders en aangepaste voorlichtingDe opbrengst van de gesprekken maakt duidelijk waar verbeteringen mogelijk zijn. De Veiligheidsregio Gelderland-Zuid gaat haar voorlichtingen aanpassen en ook een folder specifiek voor deze doelgroep ontwikkelen. Alle geënquêteerde bewoners ontvangen zo’n folder en ook de bewoners van panden die de VRGZ in 2018 gaat bezoeken krijgen informatie op papier. Daarnaast blijft de VRGZ inzetten op sterke banden met netwerkpartners voor een zo groot mogelijk bereik.
http://www.vrgz.nl/nieuws/thuiswonende-ouderen-een-kwetsbare-groep-bij-brand/