Voor de bewaking van de stranden en het redden van drenkelingen kennen we (voornamelijk in het hoogseizoen, bijv. juni-september) landelijk de reddingsbrigades, de diverse life-guards met name op de Waddeneilanden, die waar noodzakelijk assistentie kunnen krijgen van de KNRM met grote en kleine boten en de KHV’s, de Brandweer, de Politie, de Ambulance diensten, de Kustwacht/SAR etc.
Kortom een uitgebreid scala aan assistentie mogelijkheden vanuit beroeps en vrijwillige hulpverlenings organisaties.
Ondertussen worden er de nodige verschuivingen, inkrimpingen en uitbreidingen, doorgevoerd, de KNRM heeft niet te klagen over de financiën en breidt het pakket aan diensten uit, de Brandweer en de Politie hebben wel te maken met bezuinigingen en inkrimpingen van personeel en materieel, de breedte van de dienstverlening en dan worden door die diensten prioriteiten gesteld.
Of dit alles zo doordacht gebeurt en zo effectief is, is een andere vraag.
Uit de diverse berichten in de media blijkt dat de Zeeuwse wateren en de Wadden ondertussen (zijn) verworden tot een waar walhalla voor smokkelaars.
Het politie toezicht te water is gedecimeerd qua vaartuigen, personeel en kennis en kunde, gedeeltelijk overgedragen aan RWS vwb de beroepsvaart en voor de visserij AID en lokale politiekorpsen die ook bootjes hebben voor met name de controle op de pleziervaart.
Vwb het Haagse blijkt uit het stukje dat het betreft een naamsverandering van “Kustdetachement” naar “Toezicht Kust”, dat de bootjes vervallen en dat de zwemmers van de politie, een Haags specialisme, niet meer worden getraind om reddingen op zee,uit zee, uit te voeren. De Haagse Reddingsbrigade zal dan waarschijnlijk het nodige moeten gaan bijleren en extra materialen moeten verwerven.