Ook P&O heeft enige vraagtekens bij de uitleg van het VNG.....
http://www.nvbr.nl/fe/index.aspx?FilterId=974&ChapterId=1197&ContentId=88924 juli 2006
Hervorming FLO
De NVBR heeft vrijdag 21 juli jl. een memo ontvangen van het netwerk P&O over de Hervorming FLO.
De memo is verstuurd naar de brandweercommandanten, omdat het een goed inzicht geeft in de huidige problematiek met betrekking tot CAO gemeente, specifiek voor de brandweer.
De suggestie van het netwerk P&O om in overleg te gaan met de VNG, is op dit moment niet de lijn die de NVBR heeft gekozen. Dit zal in de eerst volgende bestuursvergadering besproken worden.
Een leesbaarder tekst is te vinden op:
http://www.nvbr.nl/fe/ReadFile.aspx?ContentID=889&ObjectID=7647&Type=1&File=0000000517_Memo%20NVBR%20knelpunten%20hervorming%20FLO.pdfDatum: 18 juli 2006
Van: Ton van Baaden, netwerk p&o
Aan: NVBR, programmaraad M&B
Onderwerp: Hervorming FLO
Begin juli 2006 zijn de car-bepalingen en een toelichting daarop verspreid. De VNG heeft in enkele
voorlichtingsbijeenkomsten een toelichting gegeven en de meest urgente vragen beantwoord. Alle teksten
zijn te vinden op
www.vng.nl.
Los van enkele tekstuele foutjes (onjuiste verwijzingen) bevat de car-tekst enkele knelpunten voor het
management en zijn er enkele opvallende afspraken zichtbaar geworden. De bonden hebben inmiddels
laten weten het niet eens te zijn met bepaalde car-bepalingen en gaan opnieuw in overleg met de VNG. De
VNG bevestigt dat er gesproken gaat worden met de bonden.
In deze notitie, die in samenspraak met enkele collega’s is gemaakt, geef ik een overzicht van de
problematiek. Strikt formeel gaan we niet over het onderhandelingsresultaat. Echter, wanneer de
uitkomsten (of de weergave ervan door de VNG) zodanige onrust binnen de korpsen veroorzaken of een
belemmering voor de normale bedrijfsvoering vormen, wordt dit wel de zorg van het management. Ik maak
daarom geen onderscheid in de opsomming van de knelpunten.
Knelpunten car-bepalingen.
1. Het knelpunt dat voor de meeste beroering zorgt, is de bezoldigingsdefinitie (artikel 9b:2). Ontvangt de
“FLO-er oude stijl” nog 80% van zijn bezoldiging vermeerderd met vakantietoelage en
eindejaarsuitkering, is de nieuwe car is dit beperkt tot 80% van zijn bezoldiging.
Er is geen twijfel over de juistheid van de definitie “bezoldiging”, die is het salaris plus
onregelmatigheidstoeslag. De vraag is wat bedoeld c.q. afgesproken is tussen VNG en bonden.
De consequentie van de car-tekst is fors. Niet alleen ontvangt de medewerker minder geld (ik heb dat
voor een medewerker berekend op ruim 9,5%, je mag de 8% en 3% niet zomaar optellen), het werkt
ook door in de hoogte van de levensloop (70% van de bezoldiging bij 20 dienstjaren), de opbouw van
het pensioen over de jaren tussen 55 en 62, en het zal mogelijk ook gevolgen hebben voor de inkoop
van het vervroegd pensioen tussen 62 en 65 jaar. Bedenk daarbij dat de regeling dat mensen met meer
dan 30 dienstjaren maximaal 85% kregen, ook is afgeschaft.
Een indirect gevolg van deze definitie is ook dat men minder mag bijverdienen.
Het is deze car-bepaling die de gemoederen flink verhit en medio juli de aanleiding was dat het
stakingsmiddel weer besproken werd. En dat is niet goed. Normaal zou het betekenen dat de bonden
hun achterban het cao-akkoord nog eens moeten uitleggen. De bonden hebben echter laten weten dat
zij nadrukkelijk de oude berekening wilden handhaven.
MEMO
2
2. In het verlengde hiervan de bevriezing van de bezoldiging. Tot mijn verrassing bleek uit de
beantwoording van veel gestelde vragen, dat de car-teksten zo moeten worden gelezen dat de
bezoldiging (met die beperkte definitie) bijvoorbeeld vanaf de leeftijd van 55 jaar bevroren wordt. Dat wil
dus zeggen dat de algemene salarisverhogingen niet worden doorgevoerd.
De FPU-FLO-uitkering van de “FLO-er oude stijl” werd wel aangepast aan de algemene salarisrondes.
Het gevolg hiervan is eveneens fors. Behalve de salarisstilstand op zich, werkt dit door in de hoogte van
de levensloopuitkering en de pensioenopbouw en over de salarisgarantie ingeval de 2e loopbaan. Dat
komt doordat het begrip “bezoldiging” wordt berekend over de 12 maanden voorafgaand aan de 55-
jarige leeftijd. Volgens de VNG-uitleg impliceert dit dus een stilstand over de jaren erna.
Ik vind het vreemd dat een medewerker die formeel nog in dienst is en het zelfs zo kan zijn dat hij
gewoon werkt, geen algemene salarisverhoging ontvangt. Je kunt je sowieso de vraag stellen of een
dergelijk recht in de rechtspositie is uit te sluiten voor een groep medewerkers, en als dat al zou kunnen
dan dient dat nadrukkelijker in de car verwoord te worden dan via een impliciete definitie en indirecte
toelichting op de vng-site.
3. Om in de bezoldigingssfeer te blijven, is in artikel 9b:51 (voor medewerkers geboren na 1949 met meer
dan 20 dienstjaren in een niet bezwarende functie) een opvallende formulering gekozen. Het gaat hier
om de storting van de levensloopbijdrage van 2% over het “jaarsalaris over het jaar dat de functie werd
bekleed”. Dat heeft twee aspecten: “jaarsalaris” en “over het jaar”.
In afwijking van andere bepalingen wordt hier gekozen voor het begrip jaarsalaris in plaats van
bezoldiging, waarmee de berekeningsbasis (nog) lager wordt dan in de “FLO oude stijl”. De bepaling
“over het jaar” moet zo worden gelezen dat het salaris over elk afzonderlijk jaar en zonder toepassing
van de algemene salarisverhogingen, de basis vormt voor de berekening van de 2%
levensloopbijdrage. Kortom: in dubbele betekenis een lagere levensloopbijdrage.
Deze bepaling geeft de nodige administratieve rompslomp en staat ook ver af van de formulering zoals
die voor andere groepen geldt. Het gaat hier om de groep die wel FLO-rechten had maar geen
bezwarende functie bekleedt. Ook deze groep had verwachtingen. Het is niet onredelijk om aan te
sluiten bij de formuleringen voor andere groepen en het daarmee ook praktisch uitvoerbaarder te
maken.