Beroepsbrandweer en de Arbeidstijdenwet
Aantal aanwezigheidsdiensten
Beroepsbrandweerkorpsen zijn er alleen in grote steden of bijzondere gebieden zoals Europoort. De beroepsbrandweerlieden werken vaak in een rooster met een 24-uursdienst (meestal 8 uur werken, 8 uur waken en 8 uur slapen) die gevolgd wordt door 48 uur vrij, ook wel genoemd “24 op - 48 af”. Ook komt een een 12/24/12/48 uren schema voor (12 op - 24 af, 12 op - 48 af).
De Arbeidstijdenwet noemt dit soort diensten aanwezigheidsdiensten omdat de dienst volledig in en om de kazerne wordt doorgebracht in afwachting van een oproep. De beroepsbrandweerman of -vrouw is immers tijdens de dienst voortdurend ter beschikking is van de werkgever. Tijdens de aanwezige uren wordt het materiaal onderhouden en schoongemaakt, wordt oefening, sport en studie gedaan en wordt uitgerukt als er een alarmoproep plaatsvindt. Ook het slapen in de kazerne maakt deel uit van de arbeidstijd.
De “24 op - 48 uur af regeling" komt uit op een werkweek van 56 uur gemiddeld (7 diensten van 24 uur in 3 weken). In zijn algemeenheid zijn roosters bij de beroepsbrandweer echter gebaseerd op een 48-urige werkweek, zodat met wekelijks 2 aanwezigheidsdiensten van 24 uur de maximaal gemiddelde arbeidsduur van 48 uur per week al bereikt is.
In afwijking van de algemene regeling (52 maal) is het voor de beroepsbrandweer toegestaan dat 62 maal in elke periode van 26 weken in een aanwezigheidsdienst mag worden gewerkt.
In de toelichting op deze uitbreiding is aangegeven dat dit kan zonder dat afbreuk gedaan wordt aan de bescherming voor deze werknemers. Het gebruikelijke arbeidstijdpatroon van 24 uur in drie dagen zou dat borgen. In de vakantieperiode wordt echter voor korte duur (6 weken) overgeschakeld naar een systeem van 24 uur op, 24 uur af, waardoor tijdelijk een aantal van 7 aanwezigheidsdiensten per 14 dagen noodzakelijk is om een adequate bezetting gedurende de zomervakantieperiode te garanderen. Met het aantal van 62 aanwezigheidsdiensten per 26 weken zijn deze veel voorkomende (vakantie)roosters mogelijk.
De rekensom van de toelichting kan echter alleen kloppen als betrokken brandweerman of -vrouw zelf ook de nodige vrije diensten heeft genomen, want als 24 op - 48 af consequent wordt gedraaid zijn er al tenminste 60 diensten in 26 weken!
Opt-out ofwel maatwerkregeling
Voorzover door de hiervoor genoemde roosters de toegestane wekelijkse gemiddelde arbeidstijd van 48 uur gerekend over 26 weken wordt overschreden, kan gebruik gemaakt worden van de ruimere norm voor de maximaal toegestane arbeidstijd van gemiddeld 60 uur per week per 26 weken die de opt out mogelijkheid biedt.
Incidentele en onvoorziene omstandigheden
Om de verplichte onafgebroken rusttijden vóór en ná een aanwezigheidsdienst (11 uur) niet al te knellend te maken voor de beroepsbrandweer is ook daarvoor een uitzonderingsmogelijkheid gecreëerd. Bij incidentele en onvoorziene omstandigheden hoeft deze rust niet genomen te worden. De niet genomen rusturen moeten op een later tijdstip wel gecompenseerd worden.
Door deze uitzondering kan een brandweerman of -vrouw in feite twee aaneengesloten aanwezigheidsdiensten draaien. Normaal gesproken wordt, na de aanwezigheidsdienst van 24 uur, de dienst overgenomen door een andere werknemer. Als die werknemer door onvoorziene
omstandigheden, bijvoorbeeld door ziekte, de dienst niet over kan nemen, kan voorkomen worden dat het aantal brandweerlieden dat noodzakelijk aanwezig moet zijn op de kazerne onder het vereiste minimum komt.
Nevenarbeid
Hoewel exacte cijfers ontbreken is het een publiek geheim dat vele brandweerlieden die in roosters met 24-uurs diensten werken naast het brandweerwerk er nog ander werk bijdoen. Vermoedelijk zal de brandweer zelf wel op de hoogte zijn van het aantal “bijbaners”. Er moet immers toestemming voor worden gevraagd om er nog een werkgever bij te hebben!
Brandweerlieden hebben een ander soort binding met hun organisatie in vergelijking met werknemers die 8 uur per dag werken, omdat ze relatief veel tijd beschikbaar hebben voor activiteiten naast de brandweer. In de 48 uur vrije tijd kunnen makkelijk andere activiteiten ontplooid worden wat het werken bij de brandweer voor hen economisch aantrekkelijk maakt. Voordeel voor brandweerlieden ten opzichte van anderen is dat hun ziektekostenverzekering en pensioen via het brandweerdienstverband is gewaarborgd. Deze voordelen maken het ook lastig om de indeling van het werk te veranderen en over te gaan naar heel andere roosters. De inkomenssituatie van de brandweerlieden zou dan worden aangetast omdat minder tijd beschikbaar is voor nevenactiviteiten.
Duidelijk mag zijn dat de beroepsbrandweerlieden die er een tweede dienstverband op nahouden gebruik zullen moeten maken van de maatwerkregeling omdat zonder die regeling het gemiddelde van 48 uur per week ruim overschreden zal worden. Er is geen probleem met de ATW wanneer beroepsbrandweerlieden een nevenactiviteit hebben die niet in dienstverband wordt verricht, maar bijvoorbeeld als zelfstandige. Het moet dan wel gaan om “echt” zelfstandig werk en niet om een schijnconstructie waarbij in de tweede werkkring toch een gezagsverhouding geldt, want dan vallen ze daarmee alsnog onder de ATW. Zie hiervoor ook het artikel “Is de Arbeidstijdenwet ook van toepassing op zelfstandigen (zzp-ers)?”.
Relatie met dit artikel:
“Wat regelt de Arbeidstijdenwet over aanwezigheidsdiensten?”
“Aanwezigheidsdienst: wanneer mag het?”
“Aanwezigheidsdiensten, aantal en arbeidstijd”
“Aanwezigheidsdiensten, rustijd ervoor en erna”
“Aanwezigheidsdiensten, “wekelijkse” rustijd"
Bron: art. 4.8:1 en 5.3:4 ATB.