1. Circulatiecontrole is goed aan te leren, zelfs aan leken. Moet wel regelamtig onderhouden worden. Probleem is echter: je oefent om iets te voelen, wat in de praktijk afwezig zal zijn. Cusristen kunen deze transfer niet (of moeilijk) maken. Dit los van het probleem dat onder stress de eigen hartslag gevoeld kan worden in de vingertoppen.
Overigens is de Nederlandse reanimator beter in staat om een carotispols te controleren dan de “buitenlandse” reanimator. Zal wel gelegen zijn aan het feit dat veel IC/CC/Ambulance verpleegkundigen bij reanimatie trainingen betrokken zijn (ik blijf jullie dit onderzoek even schuldig).
2. Er bestaan inderdaad ademhalingsstilstanden met intacte ciculatie. Ruim een minuut na het intreden van de ademhalingsstilstand zal de circulatie ook uitvallen, dat klopt. Maar we (op de ambulance zal ik maar zegen) komen ze tegen: de apnoes. Juist in het drugwereldje. En dan doet Narcan wonderen.
3. Nederland is niet uniek met de carotis controle: in veel Aziatische landen wordt dit nog wel degelijk onderwezen in het reanimatie onderwijs.
4. Tekenen van leven. Ik weet niet wat de ervaringen zijn van collega ambulancemedewerkers, maar ik wordt nogal eens geconfronteerd met hulpverleners die gaspen voor een “teken van leven”aanzien. Ze zitten braaf, al dan niet met de AED op schoot, te wachten (totdat er geen teken van leven meer is?).
5. Welke methodiek dan ook wordt aangeleerd (carotiscontrole dan wel tekenen van leven) maakt niet uit. Beide technieken zijn bruikbaar, mits op de juiste wijze uitgevoerd en de cursist de transfer naar de praktijk maken kan. En dat hangt weer af van een goede instructie.
6. In geval van twijvel mag inderdaad gestart worden met UHM. Dit berokkend geen schade aan de hartspier (mits niet te lang uitgevoerd. In de regel is de ambulance snel ter plaatse
).