http://www.ad.nl/rotterdam/article95262.eceVuurwerkcrimineeltjes op het matje
Door THALOEN VERWEIJ
CAPELLE AAN DEN IJSSEL - Meer willen ze, na het zien van de gruwelijke video. „Meneer, kan ik hem ook ergens downloaden?’’
De vuurwerkklantjes die gisterochtend bij de brandweer in Capelle zaten, zijn best onder de indruk van de verminkte hand en de huilende man die ze net zagen, maar aangeslagen? De meesten niet.
De zestien jongens ’zijn allemaal ondeugend geweest’, zegt Jos Vlasblom van bureau Halt. Stuk voor stuk hebben ze vuurwerk afgestoken toen dat niet mocht, of vuurwerk van een illegale soort in hun bezit gehad.
Omdat ze onder de 12 zijn, worden ze niet strafrechtelijk vervolgd. Maar om duidelijk te maken dat ze echt iets verkeerd hebben gedaan, krijgen ze in hun kerstvakantie bij Halt een ’Stop-reactie’; een les die duidelijk moet maken wat ze fout hebben gedaan.
Dus vertellen twee preventiemedewerkers van de brandweer dat er vorig jaar 620 mensen spoedeisende hulp nodig hadden tijdens nieuwjaarsnacht. Tien van hen belandden voor langere tijd in het ziekenhuis. Ook afgelopen weekend viel er weer een vuurwerkdode.
„Kijk uit, kinderlokkers, riep mijn neef,’’ vertelt een Rotterdammertje. „We renden weg, maar ze vingen ons toch.’’ Het bleek politie te zijn. Een aantal jongens vertelt hoe zij in het Stop-klasje terecht zijn gekomen. Is het stoer om te worden gepakt?, vraagt brandweerman Dennis van Hamburg. „Ja!’’ roept een ventje. Waarom dan? „Eigenlijk is het niet stoer,’’ herstelt hij zich snel. Een groot deel van het zestig euro kostende vuurwerk dat hij had gekocht, moest hij inleveren.
Dat vuurwerk gevaarlijk is, hebben drie van de jongens aan den lijve ondervonden. Een 11-jarige Capellenaar heeft een paar kleine wondjes in zijn gezicht. „Op 1 januari gingen we oud vuurwerk afsteken. Een vriend stak iets aan, maar dat ding vloog heel snel rond.’’ Hij had geluk: de wondjes zitten vlak naast zijn rechteroog.
Een andere jongen kreeg een babyvuurpijl in zijn nek. Dat deed pijn, maar de schade bleef beperkt. In de hand van het derde dader-slachtoffertje ontplofte een rotje. Behalve de schrik en wat wondjes aan zijn hand, kon hij even nauwelijks meer iets horen. „Nu weer wel, hoor.’’