Voordat ik de casus voor de maand februari begin moet ik er even bij vermelden dat ik van 5 tot en met 10 februari niet op het forum aanwezig kan zijn. Ik laat in deze periode de casus doorlopen en zal bij terugkomst zien dat ik in de tijdens mijn afwezigheid geplaatste berichten weer een lijn krijg.
Het is maart!
Buiten is het een graad of 10, er waait een wind kracht 3 vanuit het noordoosten.
We bevinden ons op het terrein van een instelling voor mensen met een verstandelijke handicap. De instelling telt 208 bewoners die allemaal een verstandelijke beperking hebben variërend van gedragsgestoord, autistisch, ernstige epileptisch tot meervoudig complex gehandicapt (MCG).
Het terrein ligt midden in de bossen, precies tussen twee dorpen in. Afstand tot deze dorpen is zo’n 3 kilometer.
Aan de poort van het terrein is een receptie. De hoofdlaan uitrijdend stuiten we op een complex (3 hoog) waar zich de gemeenschappelijke ruimtes bevinden, zoals een kantine, zwembad, restaurant, fysiotherapiepraktijk etc. Voor dit complex is een soort pleintje/parkeerplaats. Hier rond omheen liggen – in een soort stervorm – een aantal wooneenheden aan kleinere straatjes.
Bij de receptie zit een medewerker die door middel van een intercomsysteem de woongroepen kan uitluisteren.
In de koffiekamer achter de receptie zijn twee medewerkers, waaronder 1 bhv-er aanwezig.
Twee andere medewerkers zijn bezig met de eerste vaste ronde van de nachtdienst. Zij staan middels een mobilofoon in verbinding met de receptionist.
Het is 23.34 uur als de receptionist via de intercom “gerommel” waarneemt in een van de woongroepen. Hij vraagt het tweetal dat de ronde aan het lopen is om te gaan kijken.
Binnen twee minuten krijgt hij over de mobilofoon een paniekerige reactie dat er rook zou komen uit de dakrand aan de achterzijde van wooneenheid nummer 9.
Brand maar los…