http://www.perssupport.anp.nl/Home/Persberichten/Actueel?itemId=77150Dit is een origineel persbericht.
De bemanning van de Boeing 737-700 van Easyjet die op 22 december 2003 op de luchthaven
Schiphol slipte, een lichtmast raakte en van de taxibaan gleed, was onvoldoende
geďnformeerd over de gladheid. Dat concludeert de Onderzoeksraad voor Veiligheid,
onder voorzitterschap van prof. mr. Pieter van Vollenhoven, in een vandaag verschenen
rapport. De bemanning van de Boeing week af van de door de luchtverkeersleiding
aangegeven route. Deze keuze was gemaakt door de bemanning vanwege de gladde baan,
binnen de gekozen route konden minder scherpe bochten gemaakt worden.
Tijdens het onderzoek heeft de Raad een aantal tekortkomingen aan het licht gebracht in de
wijze waarop destijds op de luchthaven werd omgegaan met gladheid en het bestrijden ervan.
Zo duurde het lang voordat werd begonnen met de gladheidbestrijding en werd de
gesignaleerde gladheid niet onmiddellijk doorgegeven aan de verkeersleiding en aan de
bemanningen.
De Raad wijst er verder op dat in december 2001 de voorganger van de Onderzoeksraad voor
Veiligheid, de Raad voor de Transportveiligheid, al heeft aangedrongen op verbeteringen
in de weerberichtgeving op Schiphol en de acties die op grond van weersverwachtingen
moeten worden ondernomen. Met het ongeval met Easyjet blijkt dat Schiphol en de overige
betrokken partijen na twee jaar nog onvoldoende invulling hebben gegeven aan het
verminderen van de risicos in de weerberichtgeving. De Onderzoeksraad is daarom van
mening dat hier sprake is van een structureel veiligheidstekort.
De Raad richt aanbevelingen tot alle betrokkenen bij het ongeval. De luchthaven Schiphol
dient gebreken in de regels en afspraken voor de gladheidbestrijding te herstellen.
EasyJet moet erop toezien dat tekortkomingen in de samenwerking tussen de bemanningsleden
en het handelen volgens de voorschriften worden gecorrigeerd. Luchtverkeersleiding
Nederland wordt aanbevolen de invulling van de taak door verkeersleiders tijdens
bijzondere omstandigheden, bijvoorbeeld bij gladheid, nader te bezien. De Minister van
Verkeer en Waterstaat wordt ten slotte aanbevolen te bevorderen dat op nationaal en
internationaal niveau nadere regels worden gesteld met betrekking tot de operationele
gesteldheid van rijbanen en platforms op luchthavens.