Vervolg
En als we deze permanente en wereldwijde holocaust willen beëindigen, voldoen individuele en gematigde acties niet meer.’ Dat schrijft Newkirks Oostenrijkse geestverwant Helmut. F. Kaplan in Tierrechte. Die Philosophie einer Befreiungsbewegung uit 2000, een van zijn negen boeken over het onderwerp. Kaplan: ‘Om de dieren uit de menselijke tirannie te bevrijden, zullen we alle krachten, op alle niveau’s moeten mobiliseren. Wanneer we willen weten welke middelen legitiem zijn om dieren uit hun wereldwijd aanwezige concentratiekampen te bevrijden, hoeven we maar één vraag te stellen: welke middelen zijn geoorloofd om mensen uit concentratiekampen te bevrijden?’ Het antwoord ligt voor de hand: alle middelen. Inclusief geweld waarin niets of niemand hoeft te worden ontzien.
Deze variant van de internationale milieubeweging lijkt nieuw, maar heeft haar historische voorgangers. En die zijn niet radicaal links, zoals het ALF, het ELF en Earth First wellicht zelf menen, maar eerder radicaal rechts, met wortels in de verre negentiende eeuw. Dat wil zeggen: anti-democratisch, gewelddadig en met beduidend meer sympathie voor de natuur en het milieu, dan voor mensen die daarin leven. Wie terugkeert in de geschiedenis van het groene denken, komt bijvoorbeeld de Duitse filosoof Ludwig Klages tegen (1872-1956). Deze schreef in 1913 het ook vandaag nog invloedrijke essay Mensch und Erde en stelde daarin verrassend actuele onderwerpen aan de orde. Zo hekelde Klages de verstedelijking en de teloorgang van de ongerepte natuur, het kappen van oerbossen, uitroeien van planten- en diersoorten, de neerslag van industrieel roet in het landschap, het verdrijven van inheemse volkeren als de aboriginals en de indianen, de uitroeiing van olifanten en walvissen en de schandalige behandeling van slachtvee als louter handelswaar.
Wat iemand als Klages tot voorganger van de huidige milieuradicalen maakt, zijn de diepgewortelde oorzaken die hij aanwijst voor alle ellende. De vooruitgang, de wetenschap en de techniek, gevolgd door het consumentisme en het nutsdenken. De allesomvattende ecologische ramp die deze verschijnselen veroorzaken, kan alleen nog maar gekeerd worden door een net zo allesomvattend verzet. Een radicaal verzet tegen de burgerlijke samenleving, tegen de economische vooruitgang, tegen de democratie, tegen de techniek en tegen het individualisme. Het onnatuurlijke en levensvijandige bestaan mocht, nee, moest bestreden worden.
Klages conservatieve cultuurkritiek vindt aanvang jaren '20 enorme weerklank onder de Duitse Jeugdbeweging van de Wandervögel. Deze jeugdbeweging zal later volledig opgaan in de nationaal-socialistische beweging. En Klages wordt een van meest vooraanstaande ideologen in het Derde Rijk. Tot de nazi's zich in 1936 van hém ontdoen.
Het is opmerkelijk dat maar weinigen in de hedendaagse milieubeweging zich bewust zijn van de nationaal-socialistische bijdrage aan het radicaal groene denken. Die omissie signaleert ook de Britse historicus Simon Schama: 'Het is natuurlijk pijnlijk te moeten toegeven dat het meest barbaarse regime in de moderne geschiedenis uiterst gewetensvol met het milieu omging', schrijft Schama in zijn prachtige Landschap en herinnering uit 1995. 'Het uitroeien van miljoenen levens was geenszins onverenigbaar met de hartstochtelijke bescherming van miljoenen bomen'.
Het is dan ook geen toeval dat de milieuwetten die onder het alleszins revolutionaire nazi-regime tot stand kwamen, tot de meest doorwrochte en uitgebreide behoren die de mensheid ooit heeft uitgevonden. Luchtmachtchef Hermann Goering verklaarde zich tot tegenstander van vivisectie. Naar verluid heeft de vegetariër Heinrich Himmler ooit overwogen zijn SS-ers te verplichten belletjes aan hun laarzen te bevestigen om dieren in het gras voor hun komst te waarschuwen. En een van Hitlers eerste daden was het verbod op het koken van levende kreeften. Pas daarna haalde hij een streep door de vrije Duitse vakbonden.
In zijn Le Nouvel ordre écologique (1993) gaat de Franse filosoof Luc Ferry uitgebreid in op de strenge milieuwetgeving in het Derde Rijk, waaronder het Reichstierschutzgesetz uit 1933. Deze wet, die een volledig verbod op dierproeven afkondigde, maakte de weg vrij voor experimenten op joods 'ongedierte' in kampen als Dachau en Buchenwald. Overigens is extreem rechts in Duitsland ook zestig jaar later nog niet van voorkeur veranderd. In het verkiezingsprogramma van zowel de Republikaner als de Deutschen Volksunion DVU nemen dierenrechten een zeer prominente plaats in. Opruiende pamfletten uit deze hoek laten er geen twijfel over bestaan wie de plaats van de beschermde dieren in moeten nemen. Tierversuche sind grausam. Deshalb stop! Nehmt Türken. 'Dierproeven zijn gruwelijk. Gebruik Turken'.
Deze racistische variant zul je bij het Groen Front! niet aantreffen. Maar de historische achtergrond van hun ideologie ligt aan dezelfde, fascistoide zijde van het politieke spectrum. Voor links was de natuur tot ver in de jaren '50 een reservoir aan gebruiksgoederen dat de mens naar eigen inzicht kon gebruiken. Daarmee stond zij in de traditie van het joden- en christendom: de natuur is er voor de mens, die er zorgvuldig mee heeft om te gaan. Iemand als Karl Marx ging halverwege de 19e eeuw veel verder. Hij juichte de exploitatie van de natuur zelfs toe. De emancipatie van de mens, betekende in eerste instantie de onderwerping van de natuur. Een gedachtegang waarvan de resultaten in het doorrookte Oost-Europa tot op heden nog zichtbaar zijn.
Tegelijkertijd reageerde de opkomende natuurbeweging met de romantische gedachte dat de natuur door dit menselijk ingrijpen ten diepste werd bedreigd. Alleen radicale afwijzing van de moderne samenleving kon het tij nog keren.
Dat alles lijkt een eeuw later volledig veranderd. In de jaren '60 verschuift de nadruk op de natuur in de richting van het milieu. Bovendien wordt het een links onderwerp. Want het gaat steeds vaker om de toekomst van de mens in een verziekt milieu, dan om het behoud van de natuur als een op zich zelfstaand verschijnsel.
In de jaren '80 verliest de milieubeweging haar radicale haren. Organisaties als Greenpeace, Stichting Natuur en Milieu en het Wereld Natuur Fonds worden steeds breder gedragen. Bovendien werken ze steeds nauwer samen met hen die ooit als de grote schuldigen werden aangeklaagd. Eerst met de overheid en sinds de jaren ’90 ook met het bedrijfsleven. Via politieke beïnvloeding, convenanten en 'maatschappelijk verantwoord ondernemen' proberen zij Nederland stapsgewijs om te bouwen tot een duurzame samenleving. Begonnen als protestbeweging op de rand van de gevestigde orde, maken de milieuorganisaties inmiddels volwaardig deel uit van het democratische establishment.
Daarmee is weer ruimte ontstaan voor extremistische anti-establishment-bewegingen als ALF, ELF en Earth First! Hoe groot deze groepen zijn is niet duidelijk, maar in Nederland gaat het eerder om honderden dan om duizenden aanhangers. Hoewel zij zich ongetwijfeld eerder links dan rechts zullen noemen, is hun kritiek op de burgerlijke samenleving weer totaal en gevaarlijk. Net als in de jaren '20 zijn het opnieuw vrijhandel en consumentisme, maar ook individualisme, pragmatisme, overleg en democratie die onvermijdelijk tot een ecologische catastrofe leiden en bestreden moeten worden. Elke dag die de slachthuizen langer draaien, betekent de dood van honderdduizenden onschuldige dieren. Snel ingrijpen is noodzakelijk. En dat ingrijpen zal radicaal zijn. Er is immers no compromise in defense of mother earth. De linkse sympathie voor dit radicale milieuactivisme en het lauwe opsporingsbeleid van de brandstichters en bommengooiers is dan ook ongepast. Anders dan in Nederland, begrijpen de Amerikaanse FBI en de Britse justitie inmiddels wat de consequenties zijn van een ideologie waarin 'werkloos toezien betekent dat de wereld naar de klote gaat'. En waarom het beertje van Groen Front! nu een Kalasjnikov draagt.