0 gebruikers (en 3 gasten bekijken dit topic.
Ik zou zeggen lees het voertuigreglement er eens op na of daarin iets staat over knipperende lampen behalve je richtingaanwijzers... en volgens mij staat er ook iets over het gebruiken van grootlicht in het RVV '90...Dus leg jij maar eens uit waarom het is toegestaan... ik kan het iig niet vinden Nou ben ik maar een simpele algemeen opsporingsambtenaar, misschien dat jij het beter weet?
En ik vermoed dat er ook nergens iets staat voor vrijstelling voor hulpdiensten..... Dus zou jij als 'simpele' AO misschien de volgende keer een PV willen opmaken voor de ambu..... Wordt je misschien toch eens inspecteur..
Ik kan de meeste ambulances waarbij ik dat zou constateren niet bijhouden Maar daar heb je gelijk in, dat is ook wat zwaailampmaker regelmatig aangeeft: de verkeerswetgeving heeft op het gebied van signalering van de hulpdiensten een inhaalslag te maken...
JVO kan de ambu ook alleen nog maar een stopteken geven zolang hij in een KMar auto zit, in een politieauto is het STOP-POLITIE en dat mag ook niet toch?
Artikel 3.2.40Personenauto’s die in gebruik zijn genomen na 31 december 1994 moeten zijn voorzien van verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen die voldoen aan en zijn geïnstalleerd overeenkomstig het bepaalde in richtlijn 76/756/EEG (PbEG 27 september 1976, L 262). Onze Minister stelt regels vast met betrekking tot de verlichting, lichtsignalen en retroreflecterende voorzieningen van personenauto’s die in gebruik zijn genomen voor 1 januari 1995. Artikel 3.2.41Personenauto’s die in gebruik worden genomen na 31 december 1994, moeten zijn voorzien van: grote lichten en dimlichten, die voldoen aan het bepaalde in de richtlijnen 76/756/EEG (PbEG 27 september 1976, L 262) en 76/761/EEG (PbEG 27 september 1976, L 262); stadslichten die voldoen aan het bepaalde in de richtlijnen 76/756/EEG (PbEG 27 september 1976, L 262) en 76/758/EEG (PbEG 27 september 1976, L 262); richtingaanwijzers en waarschuwingsknipperlichten, die voldoen aan het bepaalde in de richtlijnen 76/756/EEG (PbEG 27 september 1976, L 262) en 76/759/EEG (PbEG 27 september 1976, L 262); zijrichtingaanwijzers die voldoen aan het bepaalde in de richtlijnen 76/756/EEG (PbEG 27 september 1976, L 262) en 76/759/EEG (PbEG 27 september 1976, L 262); achterlichten die voldoen aan het bepaalde in de richtlijnen 76/756/EEG (PbEG 27 september 1976, L 262) en 76/758/EEG (PbEG 27 september 1976, L 262); remlichten die voldoen aan het bepaalde in de richtlijnen 76/756/EEG (PbEG 27 september 1976, L 262) en 76/758/EEG (PbEG 27 september 1976, L 262), met dien verstande dat een derde remlicht slechts verplicht is indien het voertuig in gebruik is genomen na 30 september 2000. een installatie ter verlichting van de aan de achterzijde van het voertuig aangebrachte kentekenplaat, die voldoet aan het bepaalde in de richtlijnen 76/756/EEG (PbEG 27 september 1976, L 262) en 76/760/EEG (PbEG 27 september 1976, L 262); niet-driehoekige rode retroreflectoren aan de achterzijde van het voertuig, die voldoen aan het bepaalde in de richtlijnen 76/756/EEG (PbEG 27 september 1976, L 262) en 76/757/EEG (PbEG 27 september 1976, L 262); een of twee mistlichten aan de achterzijde van het voertuig, die voldoen aan het bepaalde in de richtlijnen 76/756/EEG (PbEG 27 september 1976, L 262) en 77/538/EEG (PbEG 29 augustus 1977, L 220); een of twee achteruitrijlichten die voldoen aan het bepaalde in de richtlijnen 76/756/EEG (PbEG 27 september 1976, L 262) en 77/539/EEG (PbEG 29 augustus 1977, L 220); markeringslichten die voldoen aan het bepaalde in de richtlijnen 76/756/EEG (PbEG 27 september 1976, L 262) en 76/758/EEG (PbEG 27 september 1976, L 262) indien het voertuig breder is dan 2,10 m; zijmarkeringslichten die voldoen aan het bepaalde in richtlijnen 76/756/EEG en 76/758/EEG (PbEG 27 september 1976, L 262), indien het voertuig langer is dan 6,00 m; ambergele retroreflectoren aan de zijkanten van het voertuig, die voldoen aan het bepaalde in de richtlijnen 76/756/EEG (PbEG 27 september 1976, L 262) en 76/757/EEG (PbEG 27 september 1976, L 262), indien het voertuig langer is dan 6,00 m. Artikel 3.2.46Personenauto’s die in gebruik worden genomen na 31 december 1994, mogen zijn voorzien van: mistlichten aan de voorzijde van het voertuig, die voldoen aan het bepaalde in de richtlijnen 76/756/EEG (PbEG 27 september 1976, L 262) en 76/762/EEG (PbEG 27 september 1976, L 262); parkeerlichten die voldoen aan het bepaalde in de richtlijnen 76/756/EEG (PbEG 27 september 1976, L 262) en 77/540/EEG (PbEG 29 augustus 1977, L 220), indien het voertuig niet langer is dan 6,00 m en niet breder dan 2,00 m; zijmarkeringslichten die voldoen aan het bepaalde in richtlijnen 76/756/EEG en 76/758/EEG (PbEG 27 september 1976, L 262), indien het voertuig niet langer is dan 6,00 m; ambergele retroreflectoren aan de zijkanten van het voertuig, die voldoen aan het bepaalde in de richtlijnen 76/756/EEG (PbEG 27 september 1976, L 262) en 76/757/EEG (PbEG 27 september 1976, L 262), indien het voertuig niet langer is dan 6,00 m; witte retroreflectoren aan de voorzijde van het voertuig, die voldoen aan het bepaalde in de richtlijnen 76/756/EEG (PbEG 27 september 1976, L 262) en 76/757/EEG (PbEG 27 september 1976, L 262); markeringslichten die voldoen aan het bepaalde in de richtlijnen 76/756/EEG (PbEG 27 september 1976, L 262) en 76/758/EEG (PbEG 27 september 1976, L 262), indien het voertuig breder is dan 1,80 m, doch niet breder dan 2,10 m; een derde remlicht dat voldoet aan het bepaalde in richtlijn 76/756/EEG (PbEG 27 september 1976, L 262), indien het voertuig in gebruik is genomen voor 1 oktober 2000. dagrijlichten die voldoen aan het bepaalde in richtlijnen 76/756/EEG en 76/758/EEG (PbEG 27 september 1976, L 262). Personenauto’s die in gebruik zijn genomen voor 1 januari 1996 mogen bovendien zijn voorzien van: een richtlicht; een bermlicht aan de voorzijde van het voertuig; werklichten. Personenauto’s mogen zijn voorzien van extra witte retroreflecterende voorzieningen aan de voorzijde, extra niet-driehoekige rode aan de achterzijde en extra ambergele aan de zijkanten van het voertuig, mits deze geen nadelige invloed hebben op de effectiviteit van de verplichte lichten en retroreflecterende voorzieningen. Artikel 3.2.48 Het richtlicht en het bermlicht van personenauto’s die in gebruik zijn genomen voor 1 januari 1996 mogen naar voren niet anders dan wit of geel licht stralen.Het derde remlicht mag niet anders dan rood stralen. Artikel 3.2.50Personenauto’s die in gebruik zijn genomen voor 1 januari 1996 mogen, met uitzondering van grote lichten, niet zijn voorzien van verblindende verlichting. Artikel 3.2.51Personenauto’s die in gebruik zijn genomen voor 1 januari 1996 mogen niet zijn voorzien van meer lichten en retroreflecterende voorzieningen dan in de artikelen 3.2.41 en 3.2.46 dan wel krachtens artikel 3.2.40, tweede lid, is voorgeschreven of toegestaan.
Nu weet je weer dat je in Nederlands woont....
Maar er is toch ook een wet waar een ambulance aan moet voldoen?Hoe hoog en waar de striping moet zitten, waar het nummer van de ambulance moet staan enz.Staat het hier dan niet in?Gr. Niels
klok en klepel?
Klopt het niet wat ik zeg dan?