Waarom zou het goed toetsen van een bouwplan aan het bouwbesluit voorbehouden zijn aan gemeente-ambtenaren. Iemand toetst niet per definitie slecht omdat ie geen gemeente-ambtenaar is, net zomin als iemand per definitie goed toetst omdat ie wel gemeente-ambtenaar is. Helaas komt geen enkele functie met een kwaliteitsgarantie.
Ik werk momenteel voor een bureau dat graag in de toekomst gecertificeerd toetser wil worden. Op dit moment toetsen wij regelmatig plannen voor architecten en tekenbureau's die graag willen dat hun plan zo goed mogelijk klopt op het moment dat de bouwvergunning aangevraagd wordt. En inderdaad zijn die plannen niet allemaal perfect, maar goed, daarvoor komen ze ook bij ons. Onlangs kreeg ik commentaar op een toets van een preventie-medewerker van de brandweer die het plan in het kader van de bouwvergunning voor zijn neus kreeg. Helaas was zijn kennis niet helemaal up-to-date (hij ging nog uit van regelgeving die in NEN 6082 te vinden is en die niet overgenomen is in het Bouwbesluit 2003) en na enige uitleg van de huidige regelgeving kon hij zich vinden in mijn beoordeling. Dit is niet bedoeld als kritiek op de betreffende man, want die probeerde gewoon zijn werk goed te doen, maar als voorbeeld dat het overal mis kan gaan.
Sterker nog: op dit moment zijn er niet veel gemeenten die een bouwplan toetsen aan ieder artikellid dat van toepassing is. Heb je bijvoorbeeld wel eens geteld hoeveel artikelleden er van toepassing zijn voor een simpele eengezinswoning? Dat zijn er 379! Veel gemeenten hebben simpelweg niet genoeg tijd om al die artikelleden te toetsen. Vandaar dat er in de praktijk op verschillende niveau's getoetst wordt (meer info daarover op bwtinfo.nl onder CKB) of dat er artikelen niet getoetst worden omdat men die van ondergeschikt belang acht (wat misschien ook wel zo is). Zonder een oordeel over de beoordelingssystematiek van de gemeenten te geven vind ik dat toetsingsbureau's zich dat laatste niet kunnen veroorloven. Natuurlijk kan ik niet voor andere bureau's spreken, maar wij toetsen aan alle van toepassing zijnde artikelleden. Daarop is onze toetsingssystematiek dan ook gebaseerd.
Verder worden de toetsingen van gemeentes gecontroleerd door de VROM-inspectie. Ook voor de toetsingen van bureau's zal er een controle-systeem moeten komen, bijvoorbeeld d.m.v. certificering. En wanneer een bureau zijn werk niet goed doen, zal het daarvan ook de consequenties moeten ondervinden, net zoals bij gemeentes nu het geval is. Ik denk dat de bureaus net zo goed in staat zullen zijn om een kwalitatief goede toets af te leveren als de gemeente, waarbij het certificeringssysteem als garantie kan dienen.