http://home.szw.nl/search97cgi/s97_cgi.exe?action=formgen&template=gen-v1-redirect.hts&xapp=alglok-v1&zdoctype=Offici%EBle+bijlage&xwords=arbeidstijden&zurl=http%3A%2F%2Fdocs.szw.nl%2Fpdf%2F35%2F2006%2F35_2006_3_9030.pdfCollege van burgemeester en wethouders
van de gemeente Venlo
T.a.v. dhr. H.M.F. Bruls
Postbus 3434
5902 RK VENLO
Onderwerp Aanwezigheidsdiensten in het Arbeidstijdenbesliuit
Geachte heer Bruls,
In uw brief van 12 april jl. vraagt u zich af hoe u de veiligheid kunt garanderen, nu u ten
gevolgen van wijziging van het Arbeidstijdenbesluit, die op 1 juni a.s. inwerking treedt, vreest
voor een tekort aan personeel. Dit personeelstekort ontstaat, zo geeft u aan, doordat de
rusttijden van brandweerlieden tijdens aanwezigheidsdiensten voortaan als arbeidstijd geteld
moeten worden.
Naar aanleiding van uw brief deel ik u het volgende mede.
Wachturen of slaapuren tijdens aanwezigheidsdiensten mogen niet meer als rusttijd gelden
sinds het Jaegerarrest van 9 september 2003. Het huidige Arbeidstijdenbesluit en de daarop
gebaseerde roosters blijken door die uitspraak van het Europese Hof van Justitie in strijd met
het Europese recht. Om deze strijdigheid met het Europese recht op te heffen is aanpassing van
het Arbeidstijdenbesluit en invoering van de mogelijkheid tot gebruikt van de opt out
noodzakelijk. Sinds het Jaegerarrest hebben diverse rechters bovendien delen van de
Nederlandse Arbeidstijdenwetgeving buiten toepassing verklaard.
Aanvankelijk bestond de verwachting dat in Europees verband zou worden gekomen tot een
aanpassing van de Europese Arbeidstijdenricht lijn. Het probleem van slaap- en
aanwezigheidsdiensten op de werkplek doorgebracht speelt immers in meerdere lidstaten. Om
die reden heeft Nederland zich sterk gemaakt voor een Europese oplossing.
Achtereenvolgens
is het noch het Nederlandse, noch het Luxemburgse noch het Britse Voorzitterschap gelukt
aanpassing van de Europese arbeidstijdenrichtlijn te realiseren. De Europese impasse duurt
voort, terwijl op nationaal niveau de onduidelijkheid over de geldende regels toeneemt. Met de
wijziging van het besluit wordt duidelijkheid gecreëerd over de van toepassing zijnde normen
en wordt de mogelijkheid geboden om met behulp van de opt out de bestaande roosters in
overeenstemming te laten zijn met het Europese recht. Ik wil benadrukken dat het gaat om een
tijdelijk reparatiebesluit, namelijk totdat er overeenstemming wordt bereikt over aanpassing
van de Europese arbeidsrichtlijn.
Ik verwacht dat na aanpassing van de richtlijn het Arbeidstijdenbesluit zodanig kan worden
aangepast dat wachttijd weer geheel of gedeeltelijk als rusttijd kan worden aangemerkt en het
gebruikt van de opt out niet langer nodig zal zijn.
De opt out, neergelegd in het Arbeidstijdenbesluit biedt de mogelijkheid om zoveel mogelijk
volgens dezelfde roosters te kunnen blijven werken. Werknemers kunnen op individuele basis
schriftelijk akkoord gaan met een gemiddelde arbeidstijd per week van meer dan 48 uur
(inclusief wacht- en slaapuren). Een verlengde arbeidstijd is toegestaan tot 60 uur gemiddeld
per week, wat voldoende zou moeten zijn daar in de meeste korpsen met beroepsbrandweer het
huidige gemiddeld aantal uren (inclusief wacht- en slaapuren) ingeval van 24- uursdiensten 54
uur bedraagt (zie hiervoor ook de ledenbrief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
van 13 maart jl.).
De wijzigingen in het Arbeidstijdenbesluit zijn met de desbetreffende sectoren en bonden
besproken en daarin zijn ook de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en de
VNG gekend. Ik ben mij ervan bewust dat de introductie van een opt out u als werkgever
afhankelijk maakt van de instemming van werknemers en daarmee een extra inspanning van u
vergt. Voor alle sectoren is in verband daarmee rekening gehouden met een voorbereidingstijd
van 6 maanden nadat de regels in december 2005 gepubliceerd zijn.
Voor uitstel van de nieuwe regels zie ik op dit moment geen aanleiding.
Omdat u uw brief in afschrift heeft gezonden aan de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijkrelaties, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Tweede Kamer, zal ik
hen ook een afschrift zenden van dit schrijven.
Hoogachtend,
de Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)