http://www.weidijk.com/brandweerinactie/Rechtbank%20Rotterdam%20steunt%20OR%20Brandweer.html Rechtbank Rotterdam steunt OR Brandweer
Op 11 mei jl. wees de Rechtbank Rotterdam vonnis in de zaak die de OR van de Gemeentelijke Brandweer Rotterdam had aangespannen tegen de werkgever, de gemeente Rotterdam. De OR vond al lange tijd dat de gemeente niet kon doorgaan met de huidige roosters. In die roosters werkt een brandweerman 24 uur en heeft dan 48 uur vrij. Het was immers duidelijk dat die roosters, van gemiddeld 54 uur per week, in strijd waren met de Europese richtlijn. Na eerdere pogingen om duidelijkheid te krijgen besloot de OR uiteindelijk de rechter om een uitspraak te vragen. De OR vorderde dat de gemeente voor heel 2006 roosters zou opstellen die binnen de 48 uur per brandweerman per week zouden blijven.
De Rechtbank vond het niet meer van belang of de gemeente nu in strijd met het Europese recht had gehandeld of niet. Per 1 juni 2006 is de zaak met de komst van het nieuwe arbeidstijdenbesluit immers helder: je mag maximaal 48 uur per week op je werk zijn. De OR krijgt van de Rechtbank dus gelijk en de roosters moeten per 1 juni 2006 worden aangepast. Wel houdt de Rechtbank rekening met een praktisch punt. Samengevat blijkt het spreekwoord, dat je geen oude schoenen moet weggooien voor je nieuwe hebt, ook voor roosters te gelden.
Eén punt maakte de rechter verder duidelijk. De gemeente had gesteld dat brandweerlieden feitelijk onder de 48 uur per week blijven, omdat je de uren verlof en ziekte niet bij de arbeidstijd zou moeten meerekenen. De Rechtbank schoof dit argument aan de kant: de arbeidstijd in de zin van het arbeidstijdenbesluit is de formele arbeidstijd (inclusief aanwezigheidsdienst en eventueel vermeerderd met overwerk), waarbij dus ook ziekte en verlof meetellen.
Ook een ander argument van de gemeente schoof de Rechtbank opzij. De gemeente had gesteld dat de OR geen recht van spreken had, omdat het geschil gaat over de arbeidstijd van individuele brandweerlieden.
Dan de praktische kant. De roosterwijziging heeft grote gevolgen en de werkgever heeft tijd nodig om de zaken op orde te brengen. Je kunt niet zomaar ‘een blik nieuwe brandweerlieden opentrekken’ om gaten in roosters te vullen en de veiligheid van de burgers mag ook niet in gevaar komen. Maar ook tegenover het eigen personeel is het zorgvuldig om een nieuw rooster tijdig bekend te maken. Daarbij komt dat de huidige roosters al heel lang worden gebruikt. Volgens de werkgever naar volle tevredenheid. De rechtbank vindt dat die situatie dus nog wel even kan voortduren, zodat de gemeente zich op een verantwoorde manier kan voorbereiden op een nieuw rooster. Voorkomen moet worden dat de brandweer in een onmogelijke situatie terechtkomt. Dat zou het geval zijn als ze de oude roosters niet meer mogen gebruiken, maar nog geen nieuwe hebben.
Conclusie: de OR heet gelijk en de brandweer moet er alles aan doen om een nieuw rooster op te stellen en dat aan de OR voor te leggen. Dat moet zorgvuldig gebeuren en kan dus nog wel even duren. Daarom heeft de OR onvoldoende belang om nu de zaak met een dwangsom onder druk te zetten.