Gebruiksvergunning blijft een stiefkindje
Er komt één set landelijke voorschriften over het brandveilig gebruik van gebouwen. Gebruiksvergunningen zijn straks alleen nog nodig voor publieksbedrijven als restaurants en ziekenhuizen.
De lessen van Enschede en Volendam lijken vergeten. Na de tragedies waren gemeenten zeer gebrand op brandveiligheid. Met verve stortten ze zich op het verstrekken van deugdelijke gebruiksvergunningen. Nu, vijf jaar later, verslapt de aandacht, constateert Nico Tilstra, directeur-inspecteur van de VROM-Inspectie Noord. Het is zaak dat gemeenten nu eindelijk de achterstand wegwerken.
Vluchtroutes versperd met planten en gebarricadeerde nooduitgangen. Het zijn zaken die de VROM-Inspectie regelmatig aantreft in cafés, discotheken en feestzalen. Officieel moeten deze panden beschikken over een gebruiksvergunning, waarin voorschriften staan voor de brandveiligheid. Maar ook daaraan schort het. Begin 2002 constateerde de Inspectie voor Openbare Orde en Veiligheid (OOV) dat zeventig procent van de gebouwen in Nederland geen gebruiksvergunning had. Intussen is die achterstand in het noorden nog steeds niet weggewerkt. Onthutsend, noemt Tilstra de resultaten van een recent onderzoek naar de gebruiksvergunningen. In de noordelijke provincies is de inhaalslag nog lang niet klaar. In Groningen is behoorlijke vooruitgang geboekt. De provincie staat op 86 procent verleende vergunningen, 28 procent meer dan het jaar ervoor. Ook in Drenthe is een flinke slag gemaakt: 64 procent beschikt momenteel over een vergunning, tegen 21 procent in 2004. De situatie in Friesland is echter bedroevend: slechts een kwart van de vergunningen blijkt in orde.
Het grootste knelpunt volgens gemeenten is een tekort aan menskracht. Er zijn gemeenten die door tijdgebrek verwachten pas in 2011 kaar te zijn, zegt Tilstra.
Kwaliteit
En als er al sprake is van een gebruiksvergunning, dan laat de kwaliteit ervan vaak te wensen over, zo blijkt uit het onderzoek Brandveiligheid in discotheken en feestzalen van de VROM-Inspectie. De inhaalslag kost zoveel energie, dat als de vergunning eenmaal verleend is, controles achterwege blijven. Het gevolg is een groot verschil tussen wat op papier staat en de werkelijkheid. Vorig jaar oktober was er in Brabant en Limburg al een uitgebreid onderzoek bij 85 groepsaccommodaties. Toen bleek bij een kwart van die bedrijven de brandveiligheid slecht tot zeer slecht te zijn.
Op de schop
In 2007 treedt het Besluit Gebruik Bouwwerken ook wel het Gebruiksbesluit genoemd in werking. Dan wil minister Dekker van VROM ook het aantal gebouwen waarvoor een gebruiksvergunning nodig is flink beperken. Waarom dan nu tijd, energie en geld van ondernemers vragen, als straks toch alles op de schop gaat, vragen veel gemeenten zich af. Valt dat wel aan de ondernemer uit te leggen? De inhaalslag blijft van belang, stelt Erik Kool van de VROM-Inspectie. Het afgeven van vergunningen is ook nuttig wanneer later blijkt dat de bouwwerken niet meer vergunningplichtig zijn. Dan zijn ze alvast op brandveiligheid beoordeeld. Het gaat immers om de controle. Ook in de toekomst blijft periodiek toezicht nodig. Het Gebruiksbesluit maakt de gemeentelijke bouwverordening dunner. Op termijn kan de verordening zelfs afgeschaft worden. In het Gebruiksbesluit komt één set landelijke voorschriften over het brandveilig gebruik van bouwwerken. Uitgangspunt daarbij is om het
huidige veiligheidsniveau te handhaven. Het Gebruiksbesluit maakt een eind aan lokale verschillen, en biedt meer rechtszekerheid en minder administratieve lasten voor bedrijven én gemeenten. Bij gemeenten komt zo meer capaciteit vrij voor de controles.
Voorlichting
Het ministerie van VROM wil tevens een financiële prikkel introduceren om de gemeenten te manen tot spoed. Elke maand dat een gemeente de gestelde termijn overschrijdt, verliest ze een kwart van de leges. Na vier maanden hoeft de ondernemer niets te betalen. En duurt het nog langer, dan ontvangt de ondernemer leges van de gemeente, aldus Kool.
Veel gemeenten besteden volgens Kool te weinig aandacht aan voorlichting over brandveiligheid. VROM gaat daarom meehelpen. Landelijke voorlichting zal moeten leiden tot betere bekendheid met de voorschriften. Dat heeft een positief effect op de naleving, verwacht Kool.
Overbodig
Ook Jan Weges, senior onderzoeker-adviseur van het Nederlands Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding (Nibra), hamert daarop. Meer kennis van brandveiligheid is nodig. Niet alleen bij ondernemers, maar ook bij ambtenaren en architecten.
Weges vindt de gebruiksvergunning vaak overbodig. Ze zijn in veel gevallen dusdanig inhoudsloos, dat ik me afvraag waarom ze bestaan. Talloze vergunningen die ik onder ogen heb gehad, hebben nauwelijks toegevoegde waarde ten opzichte van de geldende wetgeving. Een melding zou voldoende zijn, waardoor gemeenten zich meer kunnen toeleggen op het toezicht.
Volgens Weges misbruiken gemeenten de gebruiksvergunning vaak om bouwkundige achterstanden in te halen. Dan blijkt een gebouw niet in orde en verschijnen er allerlei bouwkundige voorwaarden in de gebruiksvergunning, die daar niet thuishoren.
Veel minder vergunningen in 2007
Minister Dekker van VROM wil vanaf 1 januari 2007 een landelijke uniformering van de voorschriften voor het brandveilig gebruik van gebouwen. Nu heeft elke gemeente eigen regels en dat geeft ergernis en misverstanden bij bedrijven. VROM gaat deze voorschriften landelijk uniform vastleggen in het Besluit Gebruik Bouwwerken, dat voor alle gemeenten zal gelden. Tegelijk wil Dekker het aantal gebouwen waarvoor een gebruiksvergunning nodig is, drastisch beperken. Zo mogelijk tot 20 procent van het huidige aantal. Als de gebruiksvergunning in 2007 alleen nog maar nodig is voor een beperkt aantal gebouwen zoals cafés, restaurants, bioscopen, theaters, discotheken, ziekenhuizen en hotels, zal de volgende stap zijn om die vergunning onder te brengen in nieuwe omgevingsvergunning.
Uit Handhaving 2006 #1 (Uitgave van het Ministerie van VROM)