Toevallig ben ik zelf een door ECABO erkend praktijkopleider en is mijn bedrijf ook door de ECABO officieel erkend als leerbedrijf. Om hieraan te moeten voldoen dient het leerbedrijf een vergunning te hebben van het Ministerie van Justitie (een zogeheten ND-vergunning) en dienen hiervoor de nodige facilliteiten aanwezig te zijn zodat de leerlingen alle facetten van het beveiligingsvak kunnen ervaren om aan de eindtermen van de opleiding beveiliger niveau 2 te kunnen voldoen. Dit wordt jaarlijks ook door de ECABO gecontroleerd.
Blijkbaar beschikken deze ROC's niet over een vergunning tot het in standhouden van een particuliere beveiligingsorganisatie (of bedrijfsbeveiliging) en kunnen mijns inziens nimmer officieel erkend zijn tot leerbedrijf, want men loopt voor de opleiding Beveiliger niveau 2 en niet voor de opleiding toezichthouder. Dus de leerling beveiligers zijn niet gescreend (hiermee bedoel ik dus niet de verklaring omtrent het gedrag) en beschikken ook niet ook over een legitimatiebewijs zoals omschreven in de Wet-PBR, en zijn derhalve strafbaar.
Welke legitimatiebewijzen zijn er?
Er zijn grijze, blauwe en gele legitimatiebewijzen.
Grijze legitimatiebewijzen zijn voor reguliere beveiligers (al dan niet in opleiding).
Blauwe legitimatiebewijzen zijn voor beveiligers die zijn beperkt in de aard van de te verrichten werkzaamheden (bijvoorbeeld beveiligers met het diploma horecaportier, die uitsluitend horecagelegenheden mogen beveiligen of beveiligers in bezit van het certificaat Voetbalsteward, die uitsluitend mogen beveiligen bij voetbalwedstrijden).
Gele legitimatiebewijzen zijn voor particulier onderzoekers (al dan niet in opleiding)
Artikel 1 van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus(WPBR)geeft een definitie van een beveiligingsorganisatie, te weten: "Een door een of meer personen in stand gehouden particuliere organisatie die gericht is op het verrichten van beveiligingswerkzaamheden".
Beveiligingswerkzaamheden worden in artikel 1 van de Wet gedefinieerd als "Het bewaken van de veiligheid van personen en goederen of het waken tegen verstoring van orde en rust op terreinen en in gebouwen". Blijkens de memorie van toelichting bij de Wet gaat het daarbij om activiteiten die (mede) zijn gericht op het voorkomen van
criminaliteit.
De term toezichthouder is wellicht een mooi hersenspinsel, maar in werkelijkheid gaat het over beveiligers in opleiding. Van mij mag de afdeling bijzondere wetten van politie en de afedling IBB van het ministerie van Justitie hier eens grondig tegen optreden.