Deze week een interessant artikel in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde over de juridische richtlijnen wanneer je als arts of verpleegkundige betrokken bent bij een medische noodsituatie in een vliegtuig. Hoewel de titel alleen over artsen rept gaat het in het artikel zelf over artsen en verpleegkundigen.
Kort samengevat komt het hierop neer:
-Een medische noodstituatie komt voor bij 1 op de 11.000-14.000 passagiers, en door de langere vliegreizen en vergrijzing is de verwachting dat dit alleen maar zal toenemen.
-Meestvoorkomende klachten zijn: gastro-intestinale klachten (>25%), cardiale klachten (10%), neurologische klachten (10%), vasovagale klachten (8%) en respiratoire klachten (5%)
-In ongeveer 15% van de gevallen wordt een vroegtijdige landing ingezet, meestal bij cardiale klachten
-Het wetboek van strafrecht bepaalt dat het onthouden van hulp aan personen in levensgevaar strafbaar is (artikel 450), de toepassing van dit artikel gebeurt, in Nederland, echter zelden. (dit in tegenstelling tot bv Frankrijk)
-Het tuchtrecht is echter ook van toepassing en dat bepaald dat je in beginsel verplicht bent om ingeval je gevraagd wordt hulp en bijstand te verlenen je zo spoedig mogelijk naar de zieke te begeven. Echter uit een uitspraak van het centraal medisch tuchtcollege valt op te maken dat dit niet geldt indien a) onmiddelijke aanwezigheid niet vereist is, of b) een ander is beter in staat hulp te bieden
-Aansprakelijkheid wordt beperkt door de bijzondere situatie waarin hulp geboden wordt, dit geldt dus als verzachtende omstandigheid.
-Civiele claims worden zelden ingediend en vaak is er ook speciale wetgeving om de hulpverlener te beschermen (zoals de Good Samaritan-laws in de VS), ook hebben een aantal luchtvaartmaatschappijen een vrijwaring van aansprakelijkheid voor te hulp schietende artsen en verpleegkundigen
-Wanneer zich een medische noodsituatie voordoet is het bij de meeste maatschappijen de gebruikelijke procedure dat indien het cabinepersoneel het probleem niet kan oplossen er gevraagd wordt of er een arts of verpleegkundige aan boord is. Deze stelt zicht op de hoogte van de toestand van de passagier en overlegt met de gezagvoerder over de te nemen maatregelen, evt na consultatie van een grondgebonden medische dienst die bij steeds maar maatschappijen 24/7 beschikbaar is. De gezagvoerder blijft uiteindelijk verantwoordelijk voor de beslissing een tussenlanding te maken of niet.
-Adequate verslaglegging is, zoals gebruikelijk, een vereiste voorzover dit uiteraard mogelijk is.
Concluderend wordt er gesproken dat in principe een hulpverleningsplicht geldt en dat indien er achteraf een tucht- of civielrechtelijke claim ingediend wordt de arts of verpleegkundige, gelet op de bijzondere omstandigheden, niet snel onzorgvuldig medisch handelen kan worden verweten.
Linthorst. G.E.; Ploem, M.C. Hulpverlening door artsen aan boord van een vliegtuig Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:660-4