Aanval op ADO supporters home - Den Haag 10-02-2006

Auteur Topic: Aanval op ADO supporters home - Den Haag 10-02-2006  (gelezen 17010 keer)

0 gebruikers (en 3 gasten bekijken dit topic.

Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #20 Gepost op: 16 september 2010, 17:05:28
Gehele uitspraak is te vinden op onderstaande site

http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx

LJN: BH8889, Hoge Raad , 08/00807 Print uitspraak
 
 
Datum uitspraak: 07-07-2009
Datum publicatie: 07-07-2009
Rechtsgebied: Straf
Soort procedure: Cassatie
Inhoudsindicatie: Bestorming ADO-home door Ajax-supporters. 1. Uitleg tenlastelegging (t.l.l.), art. 141 Sr. 2. Bewaren van persoonsgegevens (foto’s), art. 1 Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) en art. 8 EVRM. Ad 1. Het Hof heeft de op art. 141 Sr toegesneden t.l.l. kennelijk aldus opgevat dat daarin aan verdachte wordt verweten openlijk in vereniging geweld te hebben gepleegd tegen de in die t.l.l. bedoelde groep met naam genoemde personen, welk geweld bestond uit het op personen uit die groep inslaan met een honkbalknuppel of een soortgelijk voorwerp, waarbij 1 of meer van die personen tegen het hoofd of lichaam zijn geslagen. Die uitleg van de t.l.l. is met haar bewoordingen niet onverenigbaar. Het o.g.v. die t.l.l. bewezenverklaarde kan uit de bewijsmiddelen worden afgeleid. ’s Hofs oordeel dat het openlijk geweld ook is gepleegd tegen de personen die niet daadwerkelijk zijn geslagen, geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting omtrent art. 141 Sr. ’s Hof uitleg van de op art. 141 Sr toegesneden t.l.l. is met haar bewoordingen niet onverenigbaar. Hetgeen op grond daarvan is bewezenverklaard kan uit de gebezigde bewijsmiddelen worden afgeleid. ’s Hofs oordeel dat het bewezenverklaarde openlijk geweld ook is gepleegd tegen personen die niet daadwerkelijk zijn geslagen, geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting omtrent art. 141 Sr. Ad 2. Vooropgesteld wordt dat het bewaren van een foto van een persoon in een register neerkomt op het bewaren van gegevens betreffende een geďdentificeerd of identificeerbaar natuurlijke persoon a.b.i. art. 1 Wbp. Ingevolge de Wbp is het bewaren van persoonsgegevens toegestaan voor bepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden en onder bepaalde in de wet omschreven voorwaarden. Het verweer i.c. hield mede in dat de foto van verdachte waarmee getuigen zijn geconfronteerd niet in “politieadministraties” had mogen worden opgenomen, althans t.t.v. de fotoconfrontatie daaruit verwijderd had moeten zijn, omdat de foto is gemaakt in het opsporingsonderzoek in een zaak tegen verdachte die tot vrijspraak heeft geleid. Gelet op hetgeen voorop is gesteld en op art. 5a Wet politieregisters en de geschiedenis daarvan, had het Hof daaraan niet voorbij mogen gaan. De bestreden uitspraak kan niet in stand blijven. De HR merkt wat betreft de behandeling na terugwijzing nog op dat bewijsuitsluiting uitsluitend in aanmerking komt indien een belangrijk (strafvorderlijk) voorschrift of rechtsbeginsel in aanzienlijke mate is geschonden en dat een schending van het in art. 8 EVRM gegarandeerde recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer niet zonder meer een inbreuk oplevert op de in art. 6 EVRM verwante waarborg van een eerlijk proces (EHRM LJN AE1368).