Pfffffffffffffffffffffffff, eindeliljk.....!!!!
http://www.brandveilig.com/index.asp?Deel=Artikel&verhaal=ja&kenmerk=535&producten=neeBeoordeling glazen elementen wordt helder
In de bouw wordt heel veel met normen gewerkt. Ook op het gebied van brandveiligheid bestaan er diverse afspraken, die zijn vastgelegd in normen. De normcommissie 353084 buigt zich over NEN 6069 Experimentele bepaling van de brandwerendheid van bouwdelen en bouwproducten en het classificeren daarvan. Het begrip beglaasde elementen en de klassering en beproeving van de brandwerendheid zijn onvoldoende van toepassing op de glazen scheidingswanden, die steeds vaker in gebouwen worden toegepast. Nicolette Drop van de NEN geeft uitleg.
22-12-2008
[Beoordeling glazen elementen wordt helder]
Glazen wanden worden door sommigen gezien als ramen… terwijl anderen vinden dat ze als wanden moeten worden gezien.
stuur dit artikel door..
De laatste versie van de norm NEN 6069 is in 2005 gepubliceerd om de Europese normen te implementeren voor de Nederlandse situatie. Het gaat hierbij om beproeving en classificatie van de brandwerendheid van bouwdelen. In de norm zijn twintig brandproeven opgenomen voor alle producten en alle – brandwerende – bouwdelen, waaronder ramen, maar ook ventilatiekanalen, vloeren, daken en kolommen. De norm is vooral bedoeld om de aansluiting te regelen tussen het Nederlandse Bouwbesluit en de Europese normen. Bijzonder bij deze norm is dat voorzien is in een tijdelijk duaal stelsel.
In de hoofdtekst van de norm worden de Europese beproevingsmethoden aangestuurd en in een normatieve bijlage is, met een aantal noodzakelijke aanpassingen, de oorspronkelijke tekst van NEN 6069:1991 opgenomen. Voor de bouwregelgeving kan gebruik worden gemaakt van zowel de bestaande Nederlandse als de inmiddels in een reeks NEN-EN’s (Europese) gepubliceerde beproevingsmethoden. Dit kan tot het moment dat CE-markering verplicht is. Daarmee wordt invulling gegeven aan de Europees gemaakte afspraken voor nationale regelgevers en industrie. Voor producten en bouwdelen met CE-markering moet de brandwerendheid worden bepaald volgens NEN-EN 13501-2.
Discussie
Er is echter veel discussie over de wijze van beoordeling van glazen wanden. In NEN 6069 Experimentele bepaling van de brandwerendheid van bouwdelen en bouwproducten en het classificeren daarvan zijn ramen nooit gedefinieerd. Hierdoor
zijn sommige partijen ervan overtuigd dat glazen wanden ook moeten worden gezien als ramen (op straling, lichtere beoordeling), terwijl andere partijen van mening zijn dat glazen wanden als wanden (op temperatuur, zwaardere
beoordeling) moeten worden beoordeeld.
Voor de bepaling van de brandwerendheid wordt gekeken naar de straling die vrijkomt of de gemiddelde en maximale
temperatuurstijging van het oppervlak. De norm geeft aan hoe scheidingsconstructies moeten worden beproefd en wat de criteria zijn waarop moet worden gelet namelijk:
a. Betrokken op de temperatuur:
I. Gemiddelde temperatuurstijging, gemeten op het oppervlak bedraagt meer dan 140ºC
II. De maximale temperatuurstijging van de thermokoppels bedraagt meer dan 180ºC.
b. Betrokken op de warmtestraling
Het moment dat de maximale warmtestraling op een afstand van 1 meter meer bedraagt dan 15 kW/m2
Het criterium warmtestraling zoals dat in NEN 6069 staat, zorgt voor het beperken van de uitbreiding van brand maar is niet
bedoeld voor de veiligheid van personen.
Bij een warmtestraling van 15 kW/m² verbrandt een mens binnen twee seconden. Bij het criterium temperatuur mag het oppervlak plaatselijk een maximale temperatuur van 180 ºC hebben. Dit om spontane ontbranding tegen te gaan van materialen die grenzen aan een niet-verhitte zijde van de scheidingsconstructie. De grens ligt bij 140 ºC gemiddeld voor het gehele oppervlak en plaatselijk bij 180 ºC.
Onderscheid
NEN 6069 is nu zo opgesteld dat onderscheid wordt gemaakt tussen wanden tussen subbrandcompartimenten (behalve bij woonfunctie) en wanden tussen brandcompartimenten. De scheidingsconstructie tussen subbrandcompartimenten
moet ervoor zorgen dat mensen tijd genoeg hebben om te vluchten. De scheidingsconstructie tussen brandcompartimenten moet ervoor zorgen dat de brand lang genoeg beperkt blijft tot dat brandcompartiment. Bij woningen moet de scheidingsconstructie ervoor zorgen dat de brand beperkt blijft tot het subbrandcompartiment. De norm maakt geen onderscheid meer tussen materialen. Het maakt niet uit of er een glazen wand of raam in de scheidingsconstructie zit; deze moet aan dezelfde eisen voldoen. Alleen voor deuren wordt een uitzondering gemaakt: deuren hoeven alleen aan het stralingscriterium te voldoen. De herziene norm wordt begin 2009 ter commentaar voorgelegd.
Tekst: Nicolette Drop, NEN