Brand Veenendaal legt bedrijfspand in de as
Schade voor Poppeliers Meubelen 2,5 miljoen euro handelswaarde
VEENENDAAL - Op het zuidelijk industrieterrein Het Ambacht in Veenendaal is woensdagmiddag een groot opslagpand van Poppeliers Meubelen door een zeer grote brand in vlammen opgegaan. Bij het bedrijfspand van BAM stortte een muur in. Twee andere panden (van Bouwman en Pharr) liepen rook- en waterschade op.
De brand ontstond om ongeveer halfdrie in het magazijn aan de Industrielaan, dat door Poppeliers Meubelen gehuurd wordt. Daarna sloeg het vuur over op de naastgelegen textielfabriek BAM, aldus de brandweer. De brand ging vooral in de beginfase gepaard met enorme rookontwikkeling. De brandweer adviseerde omwonenden ramen en deuren gesloten te houden.
Aan het begin van de avond was de brand onder controle. Diverse brandweerkorpsen waren met zeker negen bluswagens ingezet om het vuur te bestrijden. Er zijn geen gewonden gevallen.
De schade is aanzienlijk. Directeur M. van Esch van Poppeliers Meubelen stelde vanmorgen de handelswaarde van de verloren gegane meubelen naar beneden bij tot 2,5 miljoen euro. Eerder was er sprake van 3 miljoen euro. Het centrale aflevermagazijn van diverse meubelen was extra vol, omdat de meubelzaak in mei en juni altijd veel meubels levert en nu 500 cliënten zou bedienen. Het pand en de inhoud waren verzekerd.
Om halfdrie hoorden enkele medewerkers van het meubelbedrijf op de bovenverdieping van het 3500 vierkante meter grote meubelmagazijn een paar keer het geluid alsof er een tl-buis knapte. Ze sloegen er geen acht op. Even later zagen ze vlammen. Onmiddellijk grepen ze een brandblusapparaat en spoten het leeg in de vlammen. Het vuur greep echter om zich heen en de medewerkers belden de brandweer. De kazerne staat slechts honderd meter verderop.
Bij aankomst constateerden de spuitgasten dat er sprake was van een uitslaande brand. Ook werd al snel duidelijk dat het meubelmagazijn niet meer te redden was. Daarna hield de brandweer de naastgelegen panden nat. Die staan echter op zeer korte afstand van het pand van Poppeliers Meubelen. Vooral dat van buurman BAM liep gevaar. De directie van deze bouwgigant gelastte daarom de honderd man personeel het kantoor en magazijn te verlaten.
De brand breidde zich zo snel uit, dat ook de korpsen van naburige plaatsen werden ingeschakeld. Ondertussen was de flat aan de Grote Pekken door de zwarte polyetherrook al een halfuur in een zwarte wolk gehuld. De bewoners van de flatwoningen kregen van de politie het advies hun deuren en ramen dicht te houden.
Terwijl van het pand van installatiebedrijf Bouman van de hitte op de bovenverdieping de ruiten kapot springen, loopt Bouman-directeur P. Haas en zijn zoon koortsachtig te sjouwen om computers en andere belangrijke bedrijfsspullen in veiligheid te brengen. Ondertussen komt Poppeliers-eigenaar M. van Esch vergezeld van zijn zoon aangesneld en stamelt: „Dit is een ramp.”
De brandweer kampte met watertekort en zette een grootvermogenpomp in, die het water met bijna 400.000 liter per uur uit de vijvers tegenover het pand pompte. Ondanks dat er twaalf bluseenheden continu spoten, leek de brand zich verder te ontwikkelen en werd de hulp ingeroepen van de hele regio. Ook ambulancepersoneel kwam ter plaatse en behandelde enkele mensen met ademhalingsproblemen.
De politie maakte grote delen van het industrieterrein vrij van publiek voor een goede doorgang van de stroom brandweerauto’s, commandowagens en containers. De mannen op de hoogwerkers hadden zuurstofmaskers op omdat ze tegen de wind in moesten spuiten en ze soms niet meer te zien waren door de kolossale zwarte rookwolken.
De brand werd aangeduid als zeer groot. Brandweermannen met zuurstofmaskers gingen de panden van BAM, Pharr en Bouman binnen en ontdekten dat de brand een brandmuur en een scheidingswand had verwoest. De ramen van Bouman waren inmiddels opengezet om de rook het pand uit te krijgen.
Poppeliers-eigenaar Van Esch loopt ondertussen op straat diverse mensen te bellen en geeft opdracht om uit te kijken naar een vervangend magazijn. Van Esch: „Woensdagavond gaan we de orderadministratie uitdraaien en de meubelfabrikanten opdracht geven met spoed nieuwe meubels te leveren. We gaan zo snel mogelijk onze cliënten berichten wat er is gebeurd. Ze zullen toch wel een week of zes langer op hun meubels moeten wachten.”
Ondanks de vier stralen die op het dak van BAM waren gericht, vatte de dakbedekking vlam. Tegen vijven verscheen locoburgemeester C. Sanders ten tonele. Hij liet zich over de ramp informeren. Inmiddels kwamen ook manschappen uit het district Eemland assisteren. Om 18.00 uur werd het vuur door 150 manschappen bestreden en werd de kleur van de rook witter. Na vijf uur blussen gaf brandweercommandant J. Bouman om 20.00 uur het sein brand meester.
Op een stuk muur bij de BAM na bleek bij de buren de schade veelal water- en rookschade te zijn. In de immense hal van de BAM stonden alle machines in het water. Het nablussen duurde nog uren.
Van Esch vertelde vanmorgen na afloop van de brand ’s nachts te zijn doorgegaan om de cliënten te achterhalen en de meubels opnieuw te bestellen. Hij gaat ervan uit dat hij nog een groot deel voor de bouwvakvakantie kan uitleveren. Hij toont zich dankbaar dat bij de brand geen levens zijn gemoeid. „Dit zijn geen peanuts, maar dat relativeert dit gebeuren wel.”
© Reformatorisch Dagblad