ruimte onder een deur ivm ventilatie

Auteur Topic: ruimte onder een deur ivm ventilatie  (gelezen 7951 keer)

0 gebruikers (en 1 gast bekijken dit topic.

Firechief010

  • Forum gebruiker
  • ***
  • Berichten: 122
Gepost op: 17 november 2010, 10:33:10
Hallo,

pand : nieuwbouwpand gezondheidszorgfunctie

Als ik kijk bij artikel Artikel 2.118 is lid 1 en 5 relevant
Lid 1.
De volgens NEN 6068 bepaalde weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag van een subbrandcompartiment naar een besloten ruimte in het brandcompartiment is niet lager dan de in tabel 2.115 aangegeven grenswaarde.

Lid 5.
Indien zich tussen een subbrandcompartiment en een aangrenzende ruimte die toegang geeft tot dat subbrandcompartiment, een deur bevindt, blijft bij het bepalen van de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag buiten beschouwing een oppervlak gelegen onder die deur, dat niet groter is dan 0,02 m² en waarvan de hoogte, gemeten vanaf de vloer, niet groter is dan 0,05 m.

Lid 5 geeft aan dat er een bepaalde ruimte onder de deur van een subbc mag zitten
Nu is de vraag, hoeveel ruimte mag er onder een brandwerende deur zitten t.b.v. ventilatie die een WBDBO bezit van 60 minuten / brandcompartimentscheiding ?




Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #1 Gepost op: 17 november 2010, 10:49:17
Hallo,

pand : nieuwbouwpand gezondheidszorgfunctie

Als ik kijk bij artikel Artikel 2.118 is lid 1 en 5 relevant
Lid 1.
De volgens NEN 6068 bepaalde weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag van een subbrandcompartiment naar een besloten ruimte in het brandcompartiment is niet lager dan de in tabel 2.115 aangegeven grenswaarde.

Lid 5.
Indien zich tussen een subbrandcompartiment en een aangrenzende ruimte die toegang geeft tot dat subbrandcompartiment, een deur bevindt, blijft bij het bepalen van de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag buiten beschouwing een oppervlak gelegen onder die deur, dat niet groter is dan 0,02 m² en waarvan de hoogte, gemeten vanaf de vloer, niet groter is dan 0,05 m.

Lid 5 geeft aan dat er een bepaalde ruimte onder de deur van een subbc mag zitten
Nu is de vraag, hoeveel ruimte mag er onder een brandwerende deur zitten t.b.v. ventilatie die een WBDBO bezit van 60 minuten / brandcompartimentscheiding ?

Je zit deels verkeerd te kijken. Een subbrandscheiding is soms ook een rookscheiding. Als het een rookscheiding is mag er geen ventilatie onder de deur gaan of er moet een voorziening zitten die de opening, automatisch, dicht gaat op rook. Dus niet met opschuimende profielen...  ;)

Als het een deur is van een brandcompartiment moet je kijken in afdeling 2.13 en daar staat de uitzondering van de kier onder de deur alleen bij celfunctie gelegen in een cellengebouw. Bij andere functies is hij niet van kracht.
Voor de grote van de kier onder de deur moet je dan kijken naar de testmethode van NEN6069 en die stelt als je er een staaf van 6 mm in kunt steken over 150mm en deze op en neer/ heen en weer kunnen bewegen en als je een staaf van 25 mm er door heen kan steken. Bij een brandcompartiment mag dus maar een kier van 6 mm onder de deur zitten.  ;)


Firechief010

  • Forum gebruiker
  • ***
  • Berichten: 122
Reactie #2 Gepost op: 19 november 2010, 15:20:06
de ruimte onder een deur van een BC mag dus 6 mm zijn, maar wat bedoel je met die staaf van 25mm ?


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #3 Gepost op: 20 november 2010, 00:30:52
de ruimte onder een deur van een BC mag dus 6 mm zijn, maar wat bedoel je met die staaf van 25mm ?

Ben er nog ff ingedoken en de 6 mm geld niet aan de onderkant van de deuren. Je moet dus echt terug naar het testrapport van de deur van de daarbij aangehouden kier onder de deur.

Uit de NEN6069

Citaat
(...)

A.6.3.8.2 Openingskalibers
Openingskalibers bestaande uit ten minste twee stalen staven met een lengte groter dan de dikte van het te onderzoeken proefstuk en een middellijn van 6 mm ± 0,5 mm respectievelijk 25 mm ± 0,5 mm.

(...)

A.6.4.3.4 Nadere uitwerking voor deur-, luik- en raamconstructies

   1. Aan te houden temperatuurverloop in de oven
      Het gestelde onder A.6.4.3.2.a is van toepassing.
   2. Wijze van verhitting
      Voer twee proeven uit; de eerste maal het proefstuk van ene kant en de tweede maal het proefstuk van de andere kant.
      Met slechts één proef mag worden volstaan, uitgevoerd met verhitting aan de relevante zijde, indien:
          * de constructie slechts aan een zijde weerstand moet bieden aan brand of
          * is vastgesteld dat de brandwerendheid in een van de beide richtingen geringer is dan in de andere; de proef moet dan worden uitgevoerd met verhitting aan de kritische zijde.
   3. Beoordelingscriteria
      De in A.6.5 genoemde brandwerendheidscriteria gelden, met uitzondering van:
          * het isolatiecriterium betrokken op de temperatuur;
          * het criterium bezwijken.
      Houd bij de bepaling van de warmtestraling voor de afstand x als genoemd in A.6.4.2.4 aan: de breedte van de constructie, de ondersteuningsconstructie buiten beschouwing latend, met een maximum van x = 1 m.
      Het openingskaliber met de nominale middellijn van 6 mm is niet van toepassing bij de bepaling van de vlamdichtheid betrokken op de afdichting ter plaatse van de onderdorpels van branddeuren en -luiken.
   4. Deuren, luiken of ramen mogen tijdens de proef niet zijn vergrendeld, tenzij openen tijdens normaal gebruik niet mogelijk is zonder het slot te gebruiken; de sleutel moet uit het slot zijn verwijderd.

(...)

A.6.5 Criteria
A.6.5.1 Vlamdichtheid betrokken op de afdichting
De brandwerendheid met betrekking tot de vlamdichtheid betrokken op de afdichting wordt bepaald door het moment waarop zodanige doorgaande scheuren, kieren of andere openingen ontstaan, dat aan de niet-direct verhitte zijde van het proefstuk aan een of meer van de navolgende voorwaarden wordt voldaan.

    * Vlammen zijn voortdurend zichtbaar gedurende 10 s.
    * Watten in de houder volgens A.6.3.8.1, gaan gloeien of ontvlammen nadat deze ter plaatse van doorgaande scheuren, kieren of andere openingen op een afstand van 25 mm ± 5 mm van het proefstukoppervlak zijn gehouden.
    * Openingskalibers volgens A.6.3.8.2 kunnen zonder kracht uit te oefenen door de scheuren, kieren of andere openingen tot in de oven worden gestoken; voor het kaliber met de kleinste middellijn geldt bovendien dat het over een afstand van ten minste 150 mm in de lengterichting van de scheur, spleet of opening moet kunnen worden bewogen.

(...)