Tien jaar na de Herculesramp

Auteur Topic: Tien jaar na de Herculesramp  (gelezen 13723 keer)

0 gebruikers (en 1 gast bekijken dit topic.

Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Gepost op: 15 juli 2006, 16:27:29
Ondanks alle onderzoeken blijft het een trieste gebeurtenis voor alle betrokkenen...... :'( :'(

Zouden we er wat van geleerd hebben of zou het vandaag ook nog zoiets kunnen gebeuren.... :-\ Ik ben bang voor het laatste.... :-X :-[

http://www.planet.nl/planet/show/id=62967/contentid=732466/sc=9614e4

Tien jaar na de Herculesramp
Gepubliceerd op zaterdag 15 juli 2006
Het is zaterdag precies tien jaar geleden dat de Herculesramp zich voltrok. Op 15 juli 1996 crashte een C-130 Hercules van de Belgische Luchtmacht op vliegbasis Eindhoven. De ramp kostte 34 inzittenden het leven.

Even na zes uur 's avonds stortte het transporttoestel met totaal 41inzittenden, vier Belgische bemanningsleden en 37 jonge leden van het Fanfarekorps der Koninklijke Landmacht op vliegbasis Eindhoven neer.

Opvallend
Wat in het eerste uur na de ramp gebeurde is onderwerp geweest van stapels onderzoeken en rapporten. Opvallend is dat niet de oorzaak van de ramp de aandacht trekt, maar dat de hulpverleners niet wisten dat een militair fanfarekorps aan boord was.

Het is hartje zomer als het fanfarekorps terugkeert vanuit het Italiaanse Villafranca naar Eindhoven. Rond 18.00 uur zet de Belgische bemanning de landing in. Een mislukte doorstart, die de piloot hoogstwaarschijnlijk inzet wegens vogels in de motoren, wordt het transporttoestel fataal. Het belandt driehonderd meter naast de landingsbaan en vliegt in brand. Het is dan 18.03 uur.

Iedereen in leven
De vliegbasisbrandweer is snel ter plaatse en begint met blussen. Het is bij de brandweer en de verkeersleiding niet bekend dat zich, naast de bemanning, 37 passagiers in de buik van het vliegtuig bevinden. Iedereen in het brandende toestel is nog in leven, maar de temperatuur loopt snel op en het lukt de bemanning en de fanfareleden niet om de vliegtuigdeuren te openen.

Een brandweerman ontdekt ruim twintig minuten na de crash de slachtoffers. Pas als de lichamen uit het wrak zijn gedaald, is duidelijk hoeveel personen in het toestel zaten.

Direct na de ramp begint een gezamenlijk onderzoek van de Nederlandse en Belgische luchtmacht. Die concluderen dat een opeenstapeling van fouten, vooral in de eerste twaalf minuten na de ramp, leidde tot vertraging in de hulpverlening. De zwarte piet wordt snel neergelegd bij de dienstdoende verkeersleider, de basiscommandant en de dienstdoende randweercommandant van de militaire vliegbasis. Zij zouden onder meer verkeerde informatie hebben gegeven aan de gealarmeerde gemeentelijke hulpdiensten waardoor de hulpverlening traag opgang kwam.

Strafrechter
De drie worden uit hun functie ontheven. Een paar jaar na de ramp moeten ze zich zelfs voor de strafrechter verantwoorden, maar worden vrijgesproken. Naast het luchtmachtonderzoek nemen tal van andere instanties het ongeluk onder de loep.

De conclusie van de Inspectie Brandweerzorg en Rampenbestrijding (IBR) eind 1996 is vernietigend: het redden van de inzittenden kon eerder beginnen. De Raad voor de Transportveiligheid, die in opdracht van de Tweede Kamer in 2002 nader onderzoek doet, is een andere mening toegedaan: de brandweer kon niet eerder beginnen met het redden van de inzittenden.

Zelfredzaamheid
Voorzitter Pieter van Vollenhoven wijst erop dat volgens internationale normen de luchthavenbrandweer primair de taak heeft om te blussen. Passagiers en bemanning moeten zichzelf in veiligheid brengen. Als die zelfredzaamheid om welke reden dan ook niet mogelijk is, zoals bij de Herculesramp, zijn de hulpdiensten volgens Van Vollenhoven niet uitgerust om in korte tijd daar iets aan te doen.

Het eerste kabinet Balkenende bedankt Van Vollenhoven voor het onderzoek, maar blijft erbij dat de luchthavenbrandweer eerder kon beginnen met het redden van slachtoffers. De regering meent dat de formele internationale regels waar de Raad op wijst, afwijken van de praktijk en van de opleiding van hulpverleners. Want daarin wordt wel zo snel mogelijk begonnen met verdere reddingswerkzaamheden. Het kabinet wil geen nieuw onderzoek, omdat het niets tot weinig toevoegt aan de in totaal 27 onderzoeken en rapporten die aan de crash zijn gewijd.

Na acht jaar sluit in 2004 het dossier 'Herculesramp' als de drie uit hun functie gezette luchtmachtofficieren financieel worden gecompenseerd.




gignnl

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 964
  • Dit forum is het helemaal !
Reactie #1 Gepost op: 15 juli 2006, 16:37:53
niet iedereen heeft fouten gemaakt die avond.de dienstdoend centralist van de cpa eindhoven was ondanks de informatie van vermoedelijk 4 slachtoffers toch alvast begonnen met opschalen.hierdoor waren er vrij snel na het ontdekken van de overige slachtoffers extra wagens uit oa tilburg en veghel tp.was dit niet gebeurd was de ramp mogelijk nog erger geweest dan had men met slechts 5 ambulances er gestaan....
ondanks alle ellende toch een pluimpje voor deze man!
geleerd heeft men hier wel degelijk van deze ramp,let maar eens op p 2000.bij elke crash call word compleet opgeschaald met voertuigen uit de hele regio die meestal onverrichter zake weer kunnen terugkeren,


McFozzy

  • Forum gebruiker
  • ***
  • Berichten: 174
  • OBM + AHBM-Preventie
Reactie #2 Gepost op: 31 juli 2006, 10:39:49

let maar eens op p 2000.bij elke crash call word compleet opgeschaald met voertuigen uit de hele regio die meestal onverrichter zake weer kunnen terugkeren,

Dit klopt niet helemaal. Er zijn een aantal senario's Waarbij uitgegaan wordt van standby of crash call 1 t/m 3. Bij crash call 3 wordt er idd een companie opgeroepen.


firemanr

  • Gast
Reactie #3 Gepost op: 1 augustus 2006, 22:30:28
We hebben die discussie toen ook al gehad en zulke rampen zullen altijd inzet van discussies blijven. Commissie na commissie onderzoeken jaren en jaren later nog steeds de oorzaak en waarempel.....de dienstdoendecommandanten, verkeersleider en wat al niet meer, die hebben de fouten gemaakt!
Misschien dat die commissieleden ook eens een rampje mee maken en beslissingen nemen in "split-seconds".......  >:( Eens kijken hoe die het doen.
Flauwekul altijd, achteraf bepalen wat men had moeten doen als je dit, of als je dat.....

DAT vindt ik nog niet zo erg...tenslotte kun je altijd van iets leren, maar om dan gelijk de zwarte Piet rond te gaan zitten delen. :-\


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #4 Gepost op: 14 juli 2007, 20:27:32
http://www.telegraaf.nl/binnenland/67448261/Voorhoeve_ontmoet_nabestaanden_Herculesramp.html

za 14 jul 2007, 17:52

Ex-minister Voorhoeve ontmoet nabestaanden Herculesramp

AALST - Voormalig minister van Defensie Joris Voorhoeve (Defensie) heeft zaterdag een persoonlijke ontmoeting gehad met een klein aantal nabestaanden van de Herculesramp, zondag precies elf jaar geleden. De nabestaanden van vier slachtoffers bleken daar samen met de toenmalig bewindsman nog behoefte aan te hebben, legde initiatiefneemster Gretha Oomen eerder uit.

Oomen verloor haar 22-jarige zoon Jarno op 15 juli 1996 toen de C-130 Hercules van de Belgische Luchtmacht op vliegbasis Eindhoven neerstortte. Ze was er tevoren van overtuigd dat het gesprek met de 'mens achter de minister' veel voldoening zou geven. Tot op heden had er nooit een persoonlijk gesprek plaatsgevonden. Achteraf wilde Oomen geen commentaar geven. Ze wil het boek nu definitief sluiten, legde ze uit.

Voorhoeve liet via een woordvoerder weten dat hij is gevraagd om de nabestaanden bij te staan in de rouwverwerking en dat hij daar graag aan meewerkt. De voormalig minister deed vanwege het persoonlijke karakter van het gesprek en de wens van de betrokkenen geen mededelingen na afloop.

De Herculesramp kostte 34 inzittenden het leven. Hulpverleners wisten niet dat het Fanfarekorps der Koninklijke Landmacht aan boord was. De slachtoffers werden pas meer dan twintig minuten na de crash ontdekt. De schuldvraag kreeg zelfs na 27 onderzoeken geen duidelijk antwoord.

Voorhoeve wilde kort na de ramp zijn ontslag aanbieden maar premier Wim Kok weigerde dat. Het zou een drogreden lijken zo kort na massamoord tijdens de val van Srebrenica een jaar eerder en bovendien een ongewenst precedent veroorzaken, legde Voorhoeve kortgeleden uit.

De jaarlijkse herdenking is zondag op vliegbasis Eindhoven en is op verzoek van de deelnemers besloten.


Fred Vos

  • Verbannen gebruiker
  • Forum gebruiker
  • ***
  • Berichten: 417
Reactie #5 Gepost op: 15 juli 2007, 18:43:57
@ Palmpie

Laat ik nu denken dat ik hier mijn twee rapporten over deze ramp beschikbaar heb gesteld.
En dat daar wel degelijk en onweersproken de verantwoordelijkheid is beoordeeld.

Vrijwillig dwalen, zoals Voorhoeve dat doet , hij las die rapporten zeker niet zelf, moet toch geen gewoonte worden op een kritisch forum.

Fred Vos.
Disclaimer: Alle uitspraken van het verbannen lid Fred Vos zijn geheel voor eigen rekening, het beheer en moderatorteam van het Hul


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #6 Gepost op: 12 november 2009, 16:46:18
www.rechtspraak.nl

LJN: BK2290,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-Hertogenbosch , 200663 Print uitspraak
 
 
Datum uitspraak: 06-11-2009
Datum publicatie: 06-11-2009
Rechtsgebied: Handelszaak
Soort procedure: Kort geding
Inhoudsindicatie: Verzoek tot behandeling achter gesloten deuren afgewezen. Informatie waar het in deze zaak om gaat betreft niet zozeer de persoonlijke levenssfeer van eisers, maar in de eerste plaats hun optreden in een openbare functie. Maatschappij heeft er recht op dat het debat over de vordering en de afweging van de belangen in het openbaar plaatsvindt. Daarbij zijn de inhoudelijke details van deze zaak in de processtukken weergegeven en kunnen de advocaten van partijen waar nodig naar hun pleitnota of de stukken verwijzen. Vordering tot het opleggen van een verbod op publicatie van de namen van eisers en gedeelten van een door eisers met derden gevoerd gesprek afgewezen. Het noemen van de namen van eisers, alsmede hun verklaringen, geschiedt enkel in relatie tot hun functie als hulpverlener: hun feitelijke waarnemingen en professionele commentaar daarop. Dat is dan een geringe inbreuk op hun privéleven en persoonlijke levensfeer die onvermijdelijk het gevolg is van het hebben vervuld van een dergelijke openbare functie. Daartegenover staat het belang van betrouwbaar onafhankelijk journalistiek onderzoek naar een gebeurtenis als de Herculesramp. Bij afweging van de beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van eisers tegen het maatschappelijke belang van openheid over de gang van zaken, moet dat laatste belang prevaleren. Voorts kan niet worden aangenomen dat eisers een auteursrecht kunnen doen gelden op de letterlijke weergave van hun verklaringen. Het gesprek betreft enkel de antwoorden op de door de interviewers gestelde vragen in het kader van zakelijke informatieverschaffing.
 
 
 
 
Uitspraak
 
vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH

Sector civiel recht


zaaknummer / rolnummer: 200663 / KG ZA 09-715

Vonnis in kort geding van 6 november 2009

in de zaak van

1. [eiser sub 1],
2. [eiser sub 2],
beiden wonende te [woonplaats],
eisers,
advocaat mr. D.W.A.J. van der Burgt te Breda,

tegen

[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
advocaat mr. S.G. van der Galiën te Amsterdam.


Partijen zullen hierna ook [eisers] en [gedaagde] genoemd worden.

1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding,
- het verzoek van eisers om de zaak achter gesloten deuren te behandelen,
- de pleitnota van [eisers],
- de pleitnota van [gedaagde].

1.2. Het verzoek van eisers om de zaak achter gesloten deuren te behandelen, was ge-grond op de bescherming van hun persoonlijke levenssfeer. Hun vordering strekte er toe te voorkomen dat hun namen na zo lange tijd (meer dan dertien jaren) in het door [gedaagde] geschreven boek opnieuw in verband zouden worden gebracht met wat be-kend staat als: de Herculesramp. Die door hen verlangde anonimiteit zou bij voorbaat een illusie zijn als de zitting openbaar is.
Bij de aanvang van de zitting heeft de rechter het verzoek om een behandeling achter geslo-ten deuren afgewezen.
Anders dan in de zaak van de voorzieningenrechter van de rechtbank te ’s-Gravenhage van 23 december 1997 (KG 1998/42), waarnaar [eisers] verwijzen, gaat het in de onderha-vige zaak niet om bij toeval verkregen informatie, waarbij als gevolg van een behandeling in het openbaar deze informatie op straat zou komen te liggen en eisers het in feite zonder rechtsbescherming zouden moeten stellen. De informatie waar het in het boek van [gedaagde] in de onderhavige procedure om gaat, betreft ook niet zozeer de persoonlijke levenssfeer van eisers maar in de eerste plaats hun optreden in een openbare functie als am-bulancemedewerkers van de gemeente Eindhoven. Vanzelfsprekend zijn zij daarbij ook persoonlijk aangedaan en bestaat bij hen de alleszins begrijpelijke behoefte om niet meer met deze ook voor hen wellicht traumatische herinneringen naar buiten te komen - daar gaat dit geding ten gronde om - maar de maatschappij heeft er recht op dat het debat daarover en de daarop te baseren afweging van de betrokken belangen in de openbaarheid plaatsvinden. De inhoudelijke details van deze zaak is in de processtukken van dit kort geding weergege-ven en behoeft ter zitting niet expliciet aan de orde te komen. Waar nodig kunnen de advocaten van partijen verwijzen naar hun pleitnota of naar de betreffende passages in de stuk-ken. Onder deze omstandigheden dient het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer waar [eisers] zich op beroepen niet te prevaleren boven het algemene be-lang van de openbaarheid van een terechtzitting en het belang van de nabestaanden en over-levenden van de Herculesramp om kennis te nemen van wat er in deze procedure aan de orde komt en te beoordelen hoe de beslissing tot stand is gekomen.
Daarbij komt dat de namen van [eisers] kennelijk, gelet op de aandacht die de zaak in de media al heeft gekregen, al bekend waren zodat ook hierin geen grond is gelegen voor toewijzing van het verzoek ex artikel 27, lid 1 Rv.

1.3. Ten slotte is vonnis bepaald.

2. De feiten
2.1. Op 15 juli 1996 vond een noodlottig ongeluk plaats met het militaire Hercules-vliegtuig C 130. [eiser sub 1], als GGD-verpleegkundige en [eiser sub 2], als GGD-chauffeur, beiden als ambtenaar in dienst van de gemeente Eindhoven, waren als het eerste para-medisch personeel ter plaatse aanwezig en betrokken bij de hulpverlening aan de slachtof-fers van het ongeval.

2.2. [eisers] hebben in de periode na de ramp hun medewerking ver-leend aan diverse onderzoeken, waaronder een onderzoek door een onderzoekscommissie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, Afdeling Inspectie Brandweerzorg en Rampen-bestrijding, met het doel de evaluatie en verbetering van rampenbestrijding in de toekomst. In het kader van dit onderzoek heeft op 5 augustus 1996 een vertrouwelijk gesprek plaatsgevonden tussen enerzijds de ingenieurs Taal en Jonkers en anderzijds [eisers].

2.3. [gedaagde] is als journalist nauw bij de Herculesramp betrokken en heeft voor het Eindhovens Dagblad vanaf 15 juli 1996 verslag gedaan van de Herculesramp en de na-sleep daarvan. [gedaagde] is thans voornemens een boek te publiceren met de titel “Her-culesramp”, waarin hij de resultaten van de verschillende (genoemd is: meer dan veertig) afzonderlijke onderzoeksrapporten, vergelijkt om daaruit tot een consistent “definitief” relaas te komen. In het boek worden [eisers] met naam en functie genoemd en worden meerdere passages uit het gesprek tussen [eisers] enerzijds en Taal en Jonkers ander-zijds letterlijk weergegeven.

3. Het geschil

3.1. [eisers] vorderen samengevat - om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad [gedaagde] te bevelen
1. zich te onthouden van publicatie van de namen en toenamen van [eisers] in het te publiceren boek getiteld “Herculesramp”,
2. zich te onthouden van publicatie van de inhoud van het vertrouwelijke gesprek dat plaatsvond op 5 augustus 1996 tussen Taal en Jonker en [eisers] in het te publi-ceren boek “Herculesramp”,
3. primair: zich te onthouden van het maken van inbreuk op de auteursrechten van [eisers], meer in het bijzonder de auteursrechten die rusten op het onder 2 ge-noemde gesprek, door publicatie van de inhoud van voormeld gesprek in het boek getiteld “Herculesramp”, ofwel openbaarmaking anderszins,
subsidiair: zich te onthouden van het maken van inbreuk op de auteursrechten van [eisers], in het bijzonder de auteursrechten die rusten op het gesprek van 5 au-gustus 1996,
alles op straffe van verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van [gedaagde] in de werkelijke kosten van deze procedure. [eisers] leggen daaraan het volgende ten grondslag:
Publicatie van hun namen en gedeelten uit de interviews heeft als direct en voorzienbaar gevolg dat [eisers] uit de anonimiteit worden gesleurd en zij opnieuw zullen worden geconfronteerd met een zeer traumatische periode in hun leven. De publicatie van het ver-trouwelijke gesprek met Taal en Jonker biedt de lezers inzicht in de private gevoelens en gedachten van [eisers] die nooit werden geuit met de intentie deze aan een breed pu-bliek te openbaren. Het publiceren van deze in vertrouwelijkheid gedane uitspraken levert een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer op van [eisers] Voorts maakt [gedaagde] met de publicatie van zijn boek inbreuk op het aan [eisers] toekomende auteursrecht op het gesprek met Taal en Jonkers.

3.2. [gedaagde] voert verweer.

4. De beoordeling
4.1. Niet in geschil is dat [gedaagde] als professioneel journalist met de publicatie van zijn boek in de openbaarheid wil treden. Zijn boek moet dan ook als een perspublicatie worden beschouwd. Als uitgangspunt bij de beoordeling van een perspublicatie geldt het recht van vrijheid van meningsuiting (artikel 10 lid 1 EVRM). Dit impliceert dat [gedaagde] in beginsel de vrijheid heeft de verklaringen van [eisers] te publiceren. Het gaat er om of een beperking van dat recht noodzakelijk is in het belang van de bescherming van het privé-leven en de persoonlijke levenssfeer van [eisers], een en ander als bedoeld in artikel 10, lid 2 EVRM. Bij beantwoording van die vraag dienen alle omstandigheden van het geval in aanmerking te worden genomen.

4.2. [eisers] stellen belang te hebben bij een verbod op de publicatie van het boek de “Herculesramp”, omdat hen bij de medewerking aan de interviews is gegarandeerd dat de inhoud daarvan vertrouwelijk zou blijven. Door schending van deze toezegging bestaat de kans dat in de toekomst mensen niet meer mee zullen werken aan dergelijke onderzoeken, hetgeen de evaluatie en verbetering van rampenbestrijding in de toekomst in gevaar zal brengen.
Dit belang is evenwel geen belang van [eisers], maar een algemeen belang welks behar-tiging in het bijzonder behoort tot het domein van de Minister van Binnenlandse Zaken, die destijds het onderzoek heeft laten verrichten. Het is dan aan deze autoriteit(en) om voor dit belang op te komen. Nu het Ministerie niet (op de een of andere wijze) in dit geding is be-trokken, terwijl, zo heeft [eiser sub 1] ter zitting verklaard, het wel op de hoogte is van de onder-havige procedure, moet aan dit belang hier verder voorbij worden gegaan.

4.3. Wel hebben [eisers] uiteraard recht op bescherming van hun privéleven en hun persoonlijke levensfeer.
4.3.1. In dit geval geldt echter dat [eisers] uit hoofde van hun publieke functie, als hulpverlener in dienst van de gemeente Eindhoven, bij de ramp betrok-ken waren en ook uit dien hoofde zijn gevraagd hun medewerking te verlenen aan het on-derzoek van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. De verklaringen die zij hebben afge-legd, waarvan [gedaagde] thans gedeelten in zijn boek wil publiceren, hebben ook enkel betrekking op de gang van zaken bij de Herculesramp en gaan in het geheel niet over hun privé-leven. Het in het boek noemen van de namen van [eisers] (en van de andere bij de hulpverlening betrokkenen) heeft de belangrijke functie, dat de feiten op grond waarvan [gedaagde] tot zijn “definitieve” visie komt, geverifiëerd kunnen worden en dat het verhaal een menselijk gezicht krijgt. Het noemen van hun namen geschiedt ook enkel in relatie tot hun functie: hun feitelijke waarnemingen en professionele commentaar daarop. Dat is dan een geringe inbreuk op hun privéleven en de persoonlijke levenssfeer die onvermijdelijk gevolg is van het hebben vervuld van een dergelijke openbare functie.
4.3.2. Daartegenover staat het belang van betrouwbaar onafhankelijk journalis-tiek onderzoek naar een gebeurtenis als de Herculesramp. Deze kenmerkt zich door de om-standigheid dat aanvankelijk de aangekomen brandweer en de beide ambulancemedewer-kers ([eisers]) langere tijd (meer dan een half uur) niet over de informatie kwamen te beschikken dat in het toestel naast de 4 bemanningsleden (voor wie redding bij aankomst reeds onmogelijk was) ook 37 passagiers zaten, met het dramatische gevolg dat voor deze laatsten relatief langere tijd geen enkele reddingspoging werd gedaan en 30 van hen zijn omgekomen. In het bijzonder dat aspect heeft begrijpelijkerwijs een maatschappelijk schok-effect en grote onrust veroorzaakt met betrekking tot het functioneren van overheidsinstan-ties die wel van de aanwezigheid van de 37 passagiers op de hoogte zouden moeten zijn of waren, maar niet wisten te bewerkstelligen dat de hulpverleners ter plaatse zulks meteen wisten.
4.3.3. Het is een kernwaarde van een democratische maatschappij dat de gang van zaken rond een dergelijke ramp, waar een onmiskenbaar cruciaal aspect evident is mis-gegaan, voor het publiek door de serieuze journalistiek uit de overdaad aan rapportages (ie-der met een eingen invalshoek) tot een verhelderend totaalbeeld wordt gebracht. Aangeno-men mag worden (het tegendeel is niet gesteld) dat [gedaagde] een serieus onderzoeks-journalist is, met een vanaf den beginne opgebouwde kennis van de Herculesramp.
Diens keuze om alle betrokkenen niet als anonieme functionarissen naar voren te brengen maar als mensen met een naam, kan de kwaliteit (leesbaarheid en impact) van zijn boek bevorderen. In die keuze behoort hij in een zo belangrijke kwestie als deze verregaand vrij te zijn.
4.3.4. Bij afweging van de onder 4.3.1 verwoorde beperkte inbreuk op de per-soonlijke levenssfeer van [eisers] tegen het maatschappelijk belang van openheid over dat de gang van zaken, moet dat laatste belang prevaleren. Dat [eisers] door publicatie van het boek weer opnieuw, zovele jaren na de ramp, geconfronteerd wor-den met de gebeurtenissen van toen, is voor hen natuurlijk uitermate bezwarend, maar dit belang weegt als zodanig niet op tegen het belang van de samenleving en van de nabestaan-den en overlevenden van de ramp bij een zo volledig mogelijk inzicht in de handelingen, beslissingen en gebeurtenissen van destijds.
4.3.5. Bij het voorgaande wordt mede overwogen dat uit de in het geding gebrachte passages uit het door [gedaagde] geschreven boek [eisers] naar voren komen als paramedici die zich professioneel hebben opgesteld, adequaat zijn opgetreden en alles-zins verdedigbare zienswijzen naar voren hebben gebracht (zonder dat de rechter in de juist-heid daarvan wil treden). In zoverre is van enig nadeel voor hen van de publicatie geen sprake, eerder het tegendeel.
4.3.6. Het voorgaande betekent dat op de grondslag van inbreuk op de persoon-lijke levenssfeer van [eisers] geen aanleiding bestaat voor het opleggen van het door hen gevorderde publicatieverbod.

4.4. Subsidiair hebben [eisers] aangevoerd dat er een auteursrecht rust op de door hen tijdens het gesprek met Taal en Jonkers afgelegde verklaringen. Ook op deze grondslag falen hun vorderingen.
4.4.1. Anders dan [eisers] stellen heeft de Hoge Raad in het zogenoemde Endstra-tapes arrest (NJ 2008, 556) niet uitgemaakt dat de op de achterbank van een taxi opgenomen gesprekken van Endstra auteursrecht rust, maar heeft de Hoge Raad slechts overwogen dat het Hof een verkeerde maatstaf heeft gehanteerd bij zijn oordeel dat zulks niet het geval was, namelijk door bij de beoordeling of sprake is van een “werk” in de zin van de Auteurswet de eis te stellen dat een maker bewust een werk heeft willen scheppen en bewust creatieve keuzes heeft gemaakt.
4.4.2. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kan van het gesprek van [eisers] met Taal en Jonkers niet worden gezegd dat de woorden waarin zij de gebeur-tenissen weergeven, een eigen, oorspronkelijk karakter hebben en hun persoonlijk stempel dragen. Die bewoordingen zijn niet het resultaat geweest van scheppende menselijke arbeid waarbij creatieve keuzes zijn gemaakt. Het gesprek betreft enkel hun antwoorden op de door Taal en Jonker gestelde vragen in het kader van zakelijke informatieverschaffing. Die ant-woorden betreffen openbare feiten en hun beleving van die feiten. Vanzelfsprekend zullen [eisers] zich beijverd hebben om die feiten zo objectief mogelijk weer te geven en hun beleving daarvan te plaatsen in hun professionele context, maar de keuzes die zij daartoe in hun woordgebruik maakten, zijn geen creatieve keuzes. De vormgeving van hun uitingen, te weten: in een interview met rapporteurs, is gebruikelijk en hun woordgebruik is zakelijk en gewoon (om in deze gevoelig liggende zaak het door de Hoge Raad in de Endstra-zaak ge-bezigde en gemakkelijk verkeerd te begrijpen woord ”banaal” te vermijden). Niet valt in te zien welke de eigen, subjectieve keuzes van [eisers] bij hun streven naar objectieve beantwoording van de aan hen gestelde vragen zijn geweest: dat waren geobjectiveerde keuzes. Voorshands kan dan ook niet worden aangenomen dat [eisers] een auteursrecht kunnen doen gelden op de letterlijke weergave van hun verklaringen.
4.4.3. In dit verband wordt mede overwogen dat in ’s Hogen Raads genoemde arrest geen afbakening wordt gegeven tussen het auteursrecht en de informatievrijheid. Ei-sers tot cassatie (de erven Endstra) hebben daaromtrent in hun middelen tot cassatie begrij-pelijkerwijs niets aangevoerd; niet blijkt of verweerders in cassatie daarvoor aandacht heb-ben gevraagd.
Naar het oordeel van de rechter zou in de onderhavige zaak een beroep van [eisers] op hun auteursrecht, zo zij dat met vrucht hadden kunnen doen, in strijd komen met het recht op informatievrijheid dat onlosmakelijk is verbonden met het recht van vrijheid van meningsuiting.

4.5. Het voorgaande brengt mee dat de vorderingen van [eisers] moeten worden afgewezen. Zij zullen als de in het ongelijk gestelde partij, hoofdelijk in de proceskosten worden veroordeeld. Het auteursrechtelijk aspect is daarbij zozeer van ondergeschikt belang dat voor een volledige kostenveroordeling (art. 1019h Rv.) geen grond is, nog daargelaten dat niet duidelijk is of [gedaagde] die bedoeld heeft te vorderen.

5. De beslissing
De voorzieningenrechter

5.1. wijst de vorderingen af,

5.2. veroordeelt [eisers] hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 1.462,00, waarvan € 1.200,00 salaris advocaat en
€ 262,00 verschotten, met dien verstande dat de een zal zijn gekweten door betaling door de ander,

5.3. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.


Dit vonnis is gewezen door mr. J.H.W. Rullmann en in het openbaar uitgesproken op 6 november 2009.


Live

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 65,815
  • pay it forward
    • Hulpverleningsforum
Reactie #7 Gepost op: 17 november 2009, 16:27:03
Onthullend boek Herculesramp

http://www.radio1.nl/contents/10243-onthullend-boek-herculesramp?autostart=12002
17 november 2009
 
In Eindhoven is zojuist het boek 'Vergeten ramp' gepresenteerd. Journalist Hans Matheeuwsen heeft daarin een reconstructie gemaakt van de Hercules-ramp in 1996. Het vliegtuigongeluk op vliegbasis Eindhoven waarbij 34 van de 41 inzittenden om het leven kwamen. Matheeuwsen komt met nieuwe feiten, en de stichting nabestaanden Herculesramp wil dat er een nieuw onderzoek komt naar het ongeval.

Radio1: Onthullend boek Herculesramp
Samen sterk in de hulpverlening!


gignnl

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 964
  • Dit forum is het helemaal !
Reactie #8 Gepost op: 17 november 2009, 17:39:31
opvallende uitspraak van een ambulanceverpleegkundige dat er slachtoffers verdronken zijn in het bluswater in de pogingen om hen te koelen.....


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #9 Gepost op: 17 november 2009, 17:51:42
www.rechtspraak.nl

LJN: BK2290,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-Hertogenbosch , 200663 Print uitspraak
 
 
Datum uitspraak: 06-11-2009
Datum publicatie: 06-11-2009
Rechtsgebied: Handelszaak
Soort procedure: Kort geding
Inhoudsindicatie: Verzoek tot behandeling achter gesloten deuren afgewezen. Informatie waar het in deze zaak om gaat betreft niet zozeer de persoonlijke levenssfeer van eisers, maar in de eerste plaats hun optreden in een openbare functie. Maatschappij heeft er recht op dat het debat over de vordering en de afweging van de belangen in het openbaar plaatsvindt. Daarbij zijn de inhoudelijke details van deze zaak in de processtukken weergegeven en kunnen de advocaten van partijen waar nodig naar hun pleitnota of de stukken verwijzen. Vordering tot het opleggen van een verbod op publicatie van de namen van eisers en gedeelten van een door eisers met derden gevoerd gesprek afgewezen. Het noemen van de namen van eisers, alsmede hun verklaringen, geschiedt enkel in relatie tot hun functie als hulpverlener: hun feitelijke waarnemingen en professionele commentaar daarop. Dat is dan een geringe inbreuk op hun privéleven en persoonlijke levensfeer die onvermijdelijk het gevolg is van het hebben vervuld van een dergelijke openbare functie. Daartegenover staat het belang van betrouwbaar onafhankelijk journalistiek onderzoek naar een gebeurtenis als de Herculesramp. Bij afweging van de beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van eisers tegen het maatschappelijke belang van openheid over de gang van zaken, moet dat laatste belang prevaleren. Voorts kan niet worden aangenomen dat eisers een auteursrecht kunnen doen gelden op de letterlijke weergave van hun verklaringen. Het gesprek betreft enkel de antwoorden op de door de interviewers gestelde vragen in het kader van zakelijke informatieverschaffing.
 
(...)

2. De feiten
2.1. Op 15 juli 1996 vond een noodlottig ongeluk plaats met het militaire Hercules-vliegtuig C 130. [eiser sub 1], als GGD-verpleegkundige en [eiser sub 2], als GGD-chauffeur, beiden als ambtenaar in dienst van de gemeente Eindhoven, waren als het eerste para-medisch personeel ter plaatse aanwezig en betrokken bij de hulpverlening aan de slachtof-fers van het ongeval.

2.2. [eisers] hebben in de periode na de ramp hun medewerking ver-leend aan diverse onderzoeken, waaronder een onderzoek door een onderzoekscommissie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, Afdeling Inspectie Brandweerzorg en Rampen-bestrijding, met het doel de evaluatie en verbetering van rampenbestrijding in de toekomst. In het kader van dit onderzoek heeft op 5 augustus 1996 een vertrouwelijk gesprek plaatsgevonden tussen enerzijds de ingenieurs Taal en Jonkers en anderzijds [eisers].

(...)


opvallende uitspraak van een ambulanceverpleegkundige dat er slachtoffers verdronken zijn in het bluswater in de pogingen om hen te koelen.....

Waarschijnlijk wilden ze daarom het vertrouwelijk gesprek dat ze hadden na de ramp geheimhouden?