Ik heb even snel gezocht, maar ik heb nog geen ziekte gevonden waarbij je door het geven van suiker een versterking krijgt van het hyperinsulinisme.
Hyperinsulinisme kan onder andere veroorzaakt worden door een insuline producerende tumor in het pancreas, of op een andere locatie in het lichaam. Ik kan wel een mechanisme bedenken waardoor het proces dat EHBO-er noemt veroorzaakt wordt, maar ik heb nog niet terug kunnen vinden of dat ook daadwerkelijk kan gebeuren.
Als ik er even een theorie op loslaat: stel, je hebt een tumor die insuline produceert, waardoor de spiegel van het insuline in het bloed sterk stijgt en er dus een hypoglykemie ontstaat. Door het eten van (druiven)suiker wordt de tumor via receptoren aangezet tot het produceren van nog meer insuline, als het ware een positief feedback systeem. Hierdoor wordt de suiker weer sneller opgenomen in de cellen, waardoor de glucosewaarde in het bloed nog verder daalt. Het is slechts een idee, of het daadwerkelijk kan weet ik niet, maar ik ga het nazoeken.
Ik ben erg benieuwd!
http://www.integraalmedischcentrum.nl/index.php?section=12&page=52Door het raffineren worden verschillende suikers veel sneller in de bloedbaan opgenomen dan suikers die hun ballaststoffen bij zich hebben (ongeraffineerd). Met suikers wordt in deze context bedoeld alle koolhydraten.
Een koolhydraat is een voedingstof die bestaan uit de elementen C, H en O. Koolhydraten bestaan uit enkelvoudige (monosacchariden) of samengestelde suikers (disacchariden en polysacchariden). Monosaccariden zijn bijvoorbeeld: glucose (druivesuiker), fructose (vruchtesuiker) en galactose (melksuiker). Disacchariden zijn onder andre maltose (moutsuiker), saccharose (rietsuiker) en lactose (melksuiker). Polysacchariden zijn bijvoorbeeld zetmeel. In de mond, pancreas en darm bevinden zich verschillende enzymen die deze koolhydraten splitsen, zoals in onderstand schema is weergegeven:
Schematische weergave van de splitsing van koolhydraten tot de drie opneembare 'suikers': glucose, fructose en galactose. De verschillende enzymen worden geleverd door de mond (kauwen), de alvleesklier en de dunne darm.
Van groot belang is dat bij de splitsing van koolhydraten water nodig is. Dit water moet in de darm voorradig zijn, anders wordt het water uit de omgeving van de darm onttrokken en 'droogte de darm uit'. Het s dus van groot belang voldoende water te drinken om het darmmilieu 'nat te houden'. Dit water dient vooral tussen de maaltijden gedronken te worden, maar tevens is een half glas water bij de maltijd aan te bevelen. De geachte dat water de spijsverteringssappen 'wegspoelt' berust op een fabeltje. In een volgende nieuwsbrief gaan we verder op het belang van water.
Vezels zijn van belang omdat dit het opnameproces vertraagt. Wanneer de vezels afwezig zijn (raffineren) verloopt de opname van 'suikers' in het bloed te snel. Hierdoor zal het bloedsuikergehalte te snel stijgen. Het lichaam ontvangt een prikkel om het bloedsuiker weer omlaag te brengen. Het belangrijkste hormoon hiertoe is insuline, afgegeven door de eilandjes van Langerhans van de alvleesklier. Insuline wordt echter ook te snel en veelal teveel afgegeven (hyperinsulinisme). Vervolgens daalt het bloedsuikergehalte (te snel) en er is te weinig (directe) energie in het lichaam aanwezig. Het lichaam ontvangt een prikkel om het bloedsuiker (via voeding) te verhogen. Hiertoe zijn twee wegen beschikbaar:
Men krijgt behoefte aan zoet en al snel grijpt men naar de bekende (snelle) suikers (candybars, snoep, etc.) om de energie op peil te brengen. Door deze 'suikers' komt men echter in een vicieuze cirkel.
Het lichaam maakt de voorraad suikers vrij, voornamelijk uit de lever. Hiertoe zijn een aantal hormonen actief:
glucagon uit de alvleesklier, als tegenhanger van insuline, ook uit de eilandjes van Langerhans
cortison uit de bijnierschors, een hormoon dat bij de totale stofwisseling betrokken is, maar ook bij allergieën en ontstekingen
adrenaline uit het bijniermerg, een hormoon dat het lichaam 'alert' maakt, maar ook het zenuwstelsel stimuleert.
Het gebruik van geraffineerde koolhydraten creëert derhalve of een grotere behoefte aan suiker en / of de hormoonhuishouding in het lichaam raakt verstoord. De lage bloedsuikers veroorzaken vermoeidheid; het lichaam heeft te weinig energie voor de (normale) activiteiten. Tevens zijn de hersenen afhankelijk van de regelmatige toevoer van energie (koolhydraten). Te lage bloedsuikers veroorzaken tevens concentratiestoornissen, vergeetachtigheid, etc. De hormonen cortison en adrenaline stimuleren het lichaam weliswaar om energie vrij te maken, maar het is te vergelijken met een zweep over een vermoeid paard halen.