Deel 2
2. tweetonige hoorn:
een hoorn die achtereenvolgens de tonen b en e aangeeft in een geluidsterkte van tenminste 100 decibel;
3. drietonige hoorn:
een hoorn die achtereenvolgens de tonen c - e - g - e aangeeft;
4. geel zwaai- of knipperlicht:
één geel zwaai- of knipperlicht aan de bovenzijde van het motorvoertuig dan wel twee gele zwaai- of knipperlichten, indien door de bouw van het voertuig één licht niet uit alle verkeersrichtingen voldoende zichtbaar is;
5. De meting van de geluidssterkte van de meertonige hoorns vindt plaats overeenkomstig Hoofdstuk 11 van de Regeling toelatingseisen.
Artikel 4
1. Door een ziekenauto alsmede door het Rode Kruis Korps en de Bloedbank als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdelen a en c, mogen een blauw zwaailicht of blauw knipperlicht en een drietonige hoorn worden gevoerd.
2. Door motorvoertuigen ten dienste van de politie en van de brandweer alsmede door motorvoertuigen als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdelen b en d tot en met o, mogen een blauw zwaailicht of blauw knipperlicht en een tweetonige hoorn worden gevoerd.
Artikel 5
Bij de volgende werkzaamheden of omstandigheden moet een voertuig, indien de kans bestaat dat het voertuig niet tijdig door andere weggebruikers wordt opgemerkt, geel zwaai- of knipperlicht voeren:
a. werkzaamheden ten behoeve van de hulpverlening op of langs de weg met kennelijk daartoe ingerichte motorvoertuigen;
b. werkzaamheden ten behoeve van wegen, werken of inrichtingen op, aan, in of boven wegen, daaronder begrepen gladheidsbestrijding of sneeuwruimen;
c. werkzaamheden met kennelijk daartoe ingerichte motorvoertuigen voor de hulpverlening aan en het repareren of bergen en wegslepen van voertuigen;
d. vervoer van ondeelbare lading voor zover het voertuigen betreft waarvoor krachtens het Voertuigreglement ontheffing is verleend inzake de afmetingen van deze voertuigen of hun lading;
e. het begeleiden van transporten waarvoor een ontheffing is verleend, voor zover die begeleiding uit de ontheffing voortvloeit en dit geschiedt met daartoe speciaal uitgeruste voertuigen;
f. het begeleiden van militaire colonnes;
g. het rijden met landbouwtrekkers en motorvoertuigen met beperkte snelheid, of daardoor voortbewogen aanhangwagens, die, met inbegrip van de lading, breder zijn dan 2,60 meter.
Artikel 6
De regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 1 oktober 1991, nr. RVR 103388, houdende aanwijzing hulpverleningsdiensten, omschrijving werkzaamheden en omstandigheden en vaststelling van optische en geluidssignalen (Stcrt. 202), wordt ingetrokken.
Artikel 7
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatcourant waarin zij wordt geplaatst.
Artikel 8
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling optische en geluidssignalen.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
A. Jorritsma-Lebbink.
Bijlage
Model symbool hulpverleningsvoertuigen.
Kleuren: blauw en wit
'Star of life'.
Toelichting
Deze regeling vervangt de regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 1 oktober 1991, nr. RVR 103388, houdende aanwijzing hulpverleningsdiensten, omschrijving werkzaamheden en omstandigheden en vaststelling van optische en geluidssignalen (Stcrt. 202).
Het ontwerp van die regeling werd niet genotificeerd overeenkomstig artikel 8, eerste lid, van richtlijn nr. 83/189/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 maart 1983 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PbEG L 109) [Laatstelijk gewijzigd bij richtlijn 94/10/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 maart 1994 (PbEG L 100). Een bijgewerkte integrale tekst is gepubliceerd in PbEG 1997, C 78.] en dient derhalve te worden ingetrokken. Voor een toelichting op de achtergronden van deze regeling zij verwezen naar de toelichting bij de oorspronkelijke regeling (zie Stcrt. 1991, 202).
De ontwerp-regeling is op 21 augustus 1997 gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen, ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van eerdergenoemde richtlijn nr. 83/189/EEG (notificatienummer 97/634/NL). De ontwerp-regeling is tevens gemeld aan het Secretariaat van de Wereld Handelsorganisatie, ter voldoening aan artikel 2, negende lid, van het op 15 april 1994 te Marrakech tot stand gekomen verdrag inzake technische handelsbelemmeringen (Trb. 1994, 235).
Naar aanleiding van de notificatie, respectievelijk de melding, zijn binnen de daartoe gestelde termijn geen opmerkingen ontvangen. De regeling kan derhalve nu definitief worden vastgesteld. De tekst van de regeling is identiek aan de tekst van de oorspronkelijke regeling. Nieuw zijn alleen de - wetstechnische - artikelen 6 tot en met 8.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
A. Jorritsma-Lebbink.
Uit: Staatscourant 1997, nr. 242 / pag. 9, Staatscourant 1998, nr. 85 / pag. 9, Staatscourant 1999, nr. 165 / pag. 7, Staatscourant 2000, nr. 111 / pag. 22.
Heb het in tweeën gesplitst, want ik kwam boven de max. aantal arakters uit.
Groet
Johan