Let er wel op dat een 'nevenfunctie' geen functie is waar eisen voor gelden, het is slechts een omschrijving voor een ondergeschikte functie in een andere functie.
Elk VG moet een functie-omschrijving kennen die genomen is uit de twaalf die het bouwbesluit in art. 1.1 lid 3 geeft. Daar gelden eisen voor, en zaken welke gemeenschappelijk zijn moeten aan meerdere eisenpakketten voldoen waarbij de zwaarste eis telt.
Qua installties moet je denk ik het verschil maken tussen OAI en BMI. Qua OAI is het makkelijk, Nevenfunctie of niet, je verdeelt het gebouw in zijn functies, verdeelt de gemeenschappelijke ruimten naar rato en gaat dan kijken of je per functie een OAI-installatie nodig hebt. Qua bouwkundige voorzieningen zit er als het goed is voldoende veiligheid ingebouwd om mensen binnen korte tijd het gebouw uit te hebben.
Qua BMI heb je een ander probleempje. Wanneer een functie die van zichzelf geen BMI nodig heeft in brand gaat, en gelegen is in een andere functie welke er wel een nodig heeft, zal de brand bij detectie onbeheersbaar zijn. Wat BMI betreft zou je dus eigenlijk de 'strengste' functie van toepassing moeten brengen op het hele gebouw, of alle functies 60 min. brandwerend scheiden (maar dat is aan de aanvrager natuurlijk)
Je moet je altijd afvragen of de installatie bij een bepaalde configuratie nog voldoet aan het doel waarvoor ze gesteld is.