@ Allen
Enige delen, uit de door Palmpie snel en adequaat verzamelde berichten, vielen mij extra op:
"Dit rapport en een rapport van het Instituut voor Veiligheids en Crisismanagement (COT) over de scheepsbrand concludeert onder andere dat de brandweer de brand sneller onder controle had kunnen krijgen als er eerder externe scheepsbrand deskundigen waren ingeschakeld."
Logisch volgende conclusies op deze (korte) informatie:
1) De brandweer beschikt zelf niet over voldoende deskundigheid om scheepsbranden, zo snel als tactisch en technisch mogelijk is te bedwingen; terwijl zij ook voor deze branden het wettelijke geregelde zorgmonopoly op de brandpreventie en -bestrijding heeft. Als deskundigen zich zouden laten betrekken dienen zij elke aansprakelijkheid voor hun adviezen vooraf af te wijzen gelet op de Brandweerwet 1985 en BW 3, art. 14 en 15.
(Vraag blijft waar en hoe die deskundigen hun theoretische en praktische deskundigheid toetsbaar hebben opgedaan en of de bluseenheden bereid zijn op uitsluitend hun adviezen op te treden.)
2) Als de brandweer inderdaad niet over deze specifieke deskundigheid beschikt (ik begrijp niet waarom dat zo is, gelet op de overlap met andere voorkomende brandsituaties en de generalisaties van probleemoplossing die daaruit logisch volgen) dan is de brandweer ook niet deskundig om over het brede gebied van de brandpreventie (dat is inclusief repressieve preparatie) vooraf aan vergunning behoorlijk (deskundig) te adviseren aan het bevoegd gezag.
De volgende tekst legt dit probleem bloot:
"Ook is gebleken dat voor de werkzaamheden aan het schip helemaal geen vergunning was verleend. Daarmee waren de werkzaamheden op het schip illegaal."
De werkzaamheden worden hier als 'illegaal' gepresenteerd 'omdat' er geen vergunning was verleend. Het zou daarbij dan moeten gaan om een gebruiksvergunning en/of milieuvergunning.
Dat wordt interessant voor alle bedrijfsactiviteiten die niet over één of meer van dergelijke vergunningen beschikken en wel vergunning plichtig zijn.
Maar wat heeft men aan een vergunning als de wettelijke adviseur onvoldoende deskundig is voor de in die vergunning opgenomen brandpreventieve en repressieve specifieke voorwaarden?
Ook schreef de pers:
"De brandbestrijding op de Willem van der Zwan, die begin februari volledig uitbrandde, had veel beter gekund. Als er schuim van Corus gebruikt was én als bergers van Wijsmuller eerder waren ingezet had de brand minder lang geduurd."
Het had veel(sic!) beter gekund. Verwijt 1.
Men had schuim, en nog wel van Corus, moeten gebruiken bij deze brand (?). Verwijt 2.
Als ook daarbij de bergers, juist die van Wijsmuller(?) en dat zonder enige wettelijke bevoegdheid en deskundigheidstoets vooraf, waren ingezet dan was de brand eerder geblust. Verwijt 3. (Merknamen adverteren doet begeren?)
Op deze beoordelingen volgt dan een conclusie van de commerciële COT BV, die dan over meta-deskundigheid op het gebied van brandweerzorg en scheepsbranden moeten beschikken:
"Het COT concludeert dat de bestrijding van de brand over het algemeen redelijk goed is verlopen."
Gebonden als ik ben als onderzoeker aan de normen van onderzoek en de wetenschappelijke methode (logica), zou ik in redelijkheid nooit een conclusie kunnen opstellen die ingaat tegen bovengenoemde verwijtende, en, naar ik mag hopen, feitelijk en theoretisch onderbouwde en toetsbare beoordelingen.
Ik ben zeer benieuwd welke brandtechnische en -tactische onderzoeksresultaten de brandbestrijding als: 'over het algemeen goed is verlopen', kunnen verkopen.
Mij zijn dergelijke onderzoeksfeiten en -resultaten (nog) niet bekend geworden.
Ook de definities van de begrippen 'over het algemeen' en 'redelijk goed', indien afgezet tegen bereikte resultaten, wekken mijn nieuwsgierigheid als onafhankelijke onderzoeker.
Fred Vos.