Ik moet eigenlijk de titel van dit topic aan gaan passen..... brandweer is te beperkt.....
http://ernestlouwes.web-log.nl/ernestlouwes/2007/01/dood_in_devente.htmlDood in Deventer, een analyse van de verwondingen...
Dood in Deventer
Een reconstructie op verwondingen vastgesteld bij sectierapport m.b.t. het overlijden van mevrouw J.J.E.G Willemen op of na 23 september 1999.
Door: Drs. F.W.J Vos, opgesteld op 2 januari 2007
1. Inleiding
Op verschillende internetsites en ander media wordt gespeculeerd over de zogenaamde Deventer moordzaak. Vaak ook met interpretaties die (vrijwillig) afzien van de feiten.
Van maatschappelijk groot belang is een verantwoorde strafrechtshandhaving; één van de peilers van een goed strafproces is een empirisch toetsbaar opgestelde reconstructie van de handelingen die leiden tot een misdrijf. Dat zou wildere interpretaties kunnen uitsluiten. Eerder schreef ik hierover, terwijl ik mij voor de feiten moest beperken tot de mededelingen hieromtrent in het arrest (Den Bosch): ‘Er was nooit een Deventermoordzaak’. Hierin behandelde ik de logische mogelijkheden waarbinnen de volgorde van de toegebrachte verwondingen, volgens het Hof, zouden beginnen met een steekvoorwerp; waarmee het Hof tot voorbedachte raad kwam.
Aan de hand van de feiten in het arrest was moord hiermee niet een logisch dwingende conclusie op grond van een (ook nog afwezige!) reconstructie.
Het sectieverslag is mij recent aangeleverd. Het bevat informatie die, binnen de overwegingen van het Hof, nog mogelijke zes combinaties van volgorde in verwondingen, beperkt tot één. Dat is het voordeel van successieve eliminatie van opties; bij het formuleren van een reconstructie. Het Hof citeerde het sectieverslag, binnen mijn lezing, uit de context daarvan
2. De verwondingen volgens het sectierapport
2.1 Het gelaat.
In het gelaat, ogen en tot achter de oren waren rode stipvormige/stervormige verkleuringen. Deze wezen op bloedstuwing (afsluiting bloedvaten in de halsstreek; FV).
2.2 Ter hoogte van de hals, nek sleutelbeen.
Diverse (schaaf)wonden (sleutelbeen/borstbeen links en rechts) en zware inwendige letsels.
2.3 Ter hoogte van de borstkas.
Ribbreuken op vrijwel gelijke korte afstand van het borstbeen aan de bovenzijde. Aan de linkerzijde, op min of meer regelmatige afstand, een vijftal steekwonden met, een min of meer duidelijke, torpedovormige huidwond. (meer rond aan de zijde van het borstbeen en spits aan de andere zijde.)
3. Reconstructie
Uitgaande van één dader (Ockham’s razor), zijn de verwurgingkwetsuren veroorzaakt door een sterke (mannelijke) linker arm. De verwurging leidde toe kenmerkende kwetsuren die ontstaan bij afsluiting van de bloedvaten naar het hoofd (in de hals aan de voor- zijkanten). De verwurging heeft daarbij noodzakelijk tot acuut zuurstoftekort, en interne bloedingen (bloed tot in de linkerlong geademd, volgens de patholoog) dus tot bewusteloosheid en de dood geleid. Dat verklaart de afwezige nagel/handen beschadiging, en ook de kleine bloeduitstorting op de rug van de rechterhand. De huidkwetsuren schaafwonden, ter hoogte van de aanhechting van de sleutelbenen aan het borstbeen, worden verklaard door (linker) elleboog/arm druk van de dader. Tijdens de effectieve wurghouding, werden met de rechterarm en het steekvoorwerp in bovengreep, de vijf steken toegebracht. De dader bevond zich aangesloten tegen de rug en dus achter het slachtoffer. Deze positie geeft de rechterarm (biceps) een maximale krachtsontplooiing. De ribbreuken zijn dan ontstaan door het vijfmaal op regelmatige afstand herhaald met kracht neerkomen van de gebalde hand (duimzijde) op het borstbeen. Het duimgewricht ‘past’ binnen de welvingen van de ribben vanaf het borstbeen. Het bloed dat in de borstholte is gestroomd (1250 cc) is volgens mij niet voldoende om te stellen dat het slachtoffer nog hartfunctie had tijdens de steekperforaties. Uitgaande van stress en de versterkende gevolgen daarvan op de hartfunctie, is die hoeveelheid in enkele slagen bereikt en kan dus ook post mortem zijn uitgevloeid.
Conclusies.
Hoe dan ook het slachtoffer is om het leven gebracht door een sterke en aantoonbaar effectieve verwurging,mogelijk door eigen (slachtoffer)lichaamsgewicht te benutten, gevolgd door krachtig ingezette steken in de borst. Er moet een fysiek sterke en met een langere lichaamslengte dan het slachtoffer,(voorkeur) rechts- of tweehandige dader zijn geweest in Deventer. Dit was de reconstructie die alle beschikbare feiten uit sectie kan opnemen en daarmee niet in strijd is/mag zijn. Dit, met uitzondering van de, overigens academische, interpretatie van de hoeveelheid bloed en de hartfunctie. Van de zes mogelijke drievoudige combinaties, binnen de ‘feiten’ overwegingen van het Hof, blijft slechts een tweevoudige combinatie: Verwurgen en daarop steken over. De ribbreuken waren de ‘collateral damage’ van de steken. Het steekvoorwerp had, bij inductie en deductie op grond van de sectie bevindingen, een lemmetlengte van maximaal acht centimeter. (Tien centimeter steekdiepte minus twee tot vier centimeter meebewegen van het borstbeen, geeft: tussen minimaal zes en maximaal acht centimeter lemmetlengte bij krachtige instoot.)
Speculatie
De bloedsporen op de blouse zouden inderdaad van lemmet contact kunnen komen, gezien de rechtsstekende dader en de puntjes, in plaats van het dan ingedrukte(?) heft, van een huishoudhandschoen. Ik weet niets van de ‘handigheid’ en/of kracht van de veroordeelde en die interesseert mij ook niet bij een analyse van de (sectie) feiten.
Tot slot
Ik hoop dat hiermee verdere verspreiding van rapport, en zeker ook de oneerbiedige publieke vertoning van foto’s, verder achterwege kan blijven en wordt gestopt.
Geplaatst op dinsdag 2 januari 2007 om 12:21 | Permanente link