Onderstaande brief is door mij aan de redacties van netwerk (NCRV en EO) gestuurd. Tevens dus mijn mening over de heer Vos.
L.S.
Naar aanleiding van de Netwerkuitzending over de scheepsbrand voel ik mij genoodzaakt te reageren. Ik ben zelf brandweerman. Ik heb mij enorm gestoord aan de uitspraken van de heer Vos die niet bij de bestrijding betrokken was maar exact weet te vertellen wat er allemaal mis was.
Ik zal u een aantal punten noemen.
De heer Vos verwijt dat de brandweer particuliere hulp nodig had. Zoals een particulier bedrijf, bijv. RISC, wat ook scheepsbranden blust, bijv. in de Golfstaten. Maar dat is altijd een verzoek door plaatselijke autoriteiten dus in een wat later stadium. Dat kan ook in Nederland. De brandweer roept vaker externe hulp in bij bijzondere situaties, dat is geen schande. Denk aan een veearts bij de redding van een dier wat lang duurt, het EOC bij verdachte situaties, de bouwkundige van Bouw- en woningtoezicht bij een instabiel, uitgebrand pand e.d.
Een aanvalsplan is een vooraf opgesteld plan voor een risicovol, bestaand, object e.d. Dus niet voor een schip wat slechts enkele weken aan een kade ligt en dan weer vertrekt. Het type schip bepaalt ook de moeilijkheidsgraad. Een brand in isolatie tussen 2 stalen wanden kan smeulen en voortkruipen zonder dat je er bij kunt komen. En dat is 1 van de mogelijke oorzaken van de escalatie van deze brand! En als er gewerkt wordt aan boord kloppen vaak de tekeningen nog niet door tijdelijke doorvoerluiken, gewijzigde plaats van wanden, leidingen die niet afgesloten zijn enz.
De opmerking over grote hoeveelheden schuim. Die heeft vrijwel geen enkel korps in massale hoeveelheden beschikbaar. Bovendien zal schuim niet altijd het gewenste resultaat hebben. Schuim verplaatst zich moeilijk door kleine (deur)openingen of luiken naar achterliggende ruimtes. Wel succesvol als men ruimte voor ruimte kan vullen van buitenaf, maar niet als de brand zich 4 of 5 dekken lager bevindt!
De beelden waarop de heer Vos zelf te zien is tonen hem bovendeks, door meerderen ingeschat als trainingssituatie! Brandweerlieden die benedendeks zijn geweest , en daar was Vos niet bij, werden geconfronteerd met kokende hitte, knallende schotten door hitte, scheve vloeren, geen brand te zien maar wel te voelen, geen meter zicht door rook en stoom. Dat is de werkelijk situatie op dit schip geweest! Als de brand in een diep gelegen ruimte zich ontwikkeld, gaat afdalen daarheen altijd via smalle, steile ladders en dus tegen de steeds groter wordende hitte in. Daarbij speelt de beperkte inzetbaarheid van de ploegen, (vanwege de hoeveelheid ademlucht in een fles) een grote rol.
Koelen van de buitenhuid van een schip is niet verkeerd. Hiermee kan hitte van binnenuit weer uitstralen naar buiten, vandaar dat de blusboten er “tonnen water tegenaan kletsen”. En het scheefhangen van het schip komt door het water wat brandweerlieden meenamen naar beneden om de hitte te verminderen, dus niet alleen blussen van buitenaf zoals gezegd is.
De opmerking over de brandweerlieden die er maar naar staan te kijken valt mij ook op. Kunnen dit soms mensen die staan te wachten tot ze anderen kunnen aflossen die binnen zitten? Of zijn ze soms zelf binnen geweest en kunnen ze nu even bijkomen? Of zijn het soms chauffeurs die materialen hebben aangevoerd en dus niet als inzetploeg ingezet zijn? Er wordt suggereert dat ze maar staan te niksen!
Stuitend is de uitspraak van Vos dat zo'n brandweer beter opgeheven kan worden. Om 1 moeilijke klus? Vergeet hij niet dat deze brandweer in haar bestaan vele andere (scheeps)branden heeft geblust, en mensen uit wrakken heeft bevrijdt? Ik vergelijk dit met de vraag een chirurg te ontslaan omdat een patient tijdens een moeilijke operatie is overleden. Wordt daarmee dan een oordeel over de totale deskundigheid geveld of kan het eens gebeuren dat inzetten nu eenmaal anders verlopen dan men wenst?
Omdat dit een gecompliceerde inzet is geweest zijn burgemeester en commandant voorzichtig in hun uitspraken. Men weet nog niet alles dus moet men ook nog geen conclusies trekken! Bureau- of TV deskundigen hebben we al genoeg!
Binnen de brandweer Nederland is sinds vorig jaar meer aandacht voor meer veiligheid tijdens inzetten. Dit om (dodelijke) slachtoffers onder brandweerpersoneel te voorkomen of beperken. Dit heeft geresulteerd in bijscholingen en trainingen voor leidinggevenden om gevaarlijke situaties beter te herkennen. En uiteraard daarop juiste besluiten te nemen. 1 daarvan kan zijn je manschappen terug te trekken als er niemand gered hoeft te worden en de inzet als te riskant wordt ingeschat. De heer Vos stelt dat de brandweer ook is om economische goed te beschermen tegen vuur. Terecht, maar niet als de veiligheid van de mensen niet meer gegarandeerd is! Een wijze bevelvoerende haalt dan zijn mensen terug. Beter dan achteraf te moeten zeggen dat er een gezin zonder vader verder moet, maar een brandend schip, of ander object minder schade heeft opgelopen!
Ik vindt de reactie van de heer Vos erg onprofessioneel richting de brandweerlieden. Hij bevuilt zijn eigen nest. Hij geeft op mij de indruk het allemaal erg goed te weten en in zijn aanwezigheid was het een "piece of cake" geweest dit klusje tot een goed einde te brengen. Erg goedkoop achteraf. Letterlijk: De beste stuurlui…..
Ongetwijfeld zal de brandweer dit graag anders hebben zien verlopen. Maar er zullen altijd incidenten zijn waarbij objecten niet meer te redden zijn en veiligheid voor de eigen mensen de hoogste prioriteit krijgt.
Triest dat een serieus, en (tot nu toe) door mij gewaardeerd programma als “Netwerk” dit heeft uitgezonden zonder ook zelf een compleet beeld te hebben van alle feiten die meespelen bij de besluitvorming tijdens zo'n gecompliceerde inzet. Ik vind dat u met deze uitzending de brandweer erg negatief hebt neergezet.
Ik hoop op een deskundige reactie uwerzijds en verzoek mensen als de heer Vos niet meer op het scherm te laten verschijnen met zijn wijsheid achteraf. Dat hebben we met andere rampen al teveel meegemaakt. Laat eerst een gedegen onderzoek plaatsvinden voor dat we dit soort reacties moeten aanschouwen.
Met groet,