Ja, hoor. Het is lang geleden, maar ik kan een en ander nog wel reconstrueren, met het verzoek aan andere betrokkenen om mij alsnog te corrigeren waar dat nodig is.
Ik ben geboren en getogen Dordtenaar en woonde in 1982 samen met mijn vriendin in een hofje bij de Toulonselaan. Ik was als tweeëntwintig jarige luchtmachtofficier in opleiding bij het Korps Mobiele Colonnes in Crailo. Het KMC was een soort militaire BB, in oorlogstijd maar liefst 24.000 man groot en in de tachtiger jaren opgeheven. Alle instructiefuncties van het OCKMC werden door militairen van de land-, luchtmacht en marine verzorgd. Ik heb daar anderhalf jaar als brandweerinstructeur gediend. In de zomer van 1982 liep ik enkele weken stage bij de Dordtse brandweer en heb toen ook samen met al het betrokken personeel de evaluatie van deze spectaculaire brand meegemaakt.
“Op deze vroege maandagavond ben ik onderweg naar het Stadskantoor voor een vergadering, maar daar zal ik deze avond niet meer aankomen. In het Oranjepark zie ik de eerste uitruk vertrekken en kort daarna de enorme rookkolom boven de Binnenstad. De tweede uitruk vertrekt naar het Steegoversloot. Hier staan de straten vol rook, waardoor de AC per abuis meldingen krijgt van een tweede brand. Een groep oefenende vrijwilligers vertrekt met de AS7 vanaf de Kerkeplaat en arriveert nog voor de tweede uitruk aan de Visstraat. De hoogwerker wordt opgesteld voor de Waalsekerk.
Ik voeg mij op de Voorstraat bij de daar net aangekomen blusgroep, waarvan ik enkele leden ken. Men is op dat moment bezig af te leggen met lage druk. De bevelvoerder aanvaardt direct mijn hulp, ik rol slangen uit, koppel deze aan een verdeelstuk en krijg water. Kort daarop sta ik vanaf de smalle Voorstraat te blussen door de ramen van de verdieping. Ik probeer uitbreiding naar links tegen te gaan.
De brand verspreidt zich snel door de grote meubelwinkel, eerst via de etage en later ook op de begane grond. De enorme etalageruiten springen en de vlammen slaan over ons heen. We moeten laag bij de grond blijven vanwege de enorme hitte. Er staat snel een flinke laag bluswater op straat, waar ik af en toe bescherming in vind, we houden ook elkaar nat en ik ben dan ook doorweekt. Het vuur slaat over naar de dakgoot van een historisch pand achter ons. Ook springen de ramen van de winkels aan de andere kant van de straat. Het is even spannend, maar we weten de overslag snel te doven.
Van alle kanten komt versterking Na enige tijd vormen we met een flink aantal spuitgasten een waterfront, zoals bij een oorlogsbrand en kunnen beginnen met de brand van deze kant te verzuipen. Ik ontwaar ook nog een collega van de luchtmachtbrandweer, die vanaf de A16 op de rook is afgekomen…
Ik weet niet meer hoe lang ik heb staan blussen, maar uiteindelijk word ik bedankt door hoofdcommandeur Kamphuis zelf, die bezwaren heeft tegen mijn nylon jack. “Gevaarlijk, joh, kan zo in brand vliegen…”.
Op de Visbrug zie ik de twee (mij welbekende) motorspuiten BW400, zoals we die bij het KMC kennen. Ook staan daar de met bluswater gevulde kolkenzuigers van de reinigingsdienst. Deze zijn hier neer gezet op gezag van Ir. Willem Bloot, de altijd actieve directeur van het GVB.
Op de Visstraat zijn wat brandweervoertuigen beschadigd, omdat ze te dicht bij het vuur zijn geparkeerd. Hieronder ook de personenauto van plv. commandant Bloem. Het Leger des Heils brengt soep en koffie. Ook een tweede hoogwerker uit Rotterdam is ingezet. De Maasstad verzorgt tevens extra ademlucht. Rondom de brand ontwaar ik vele exoten, zoals de oude Dordtse AS4, een Magirus met bolle neus, ik meen uit de vijftiger jaren, nog lang in gebruik bij de bedrijfsbrandweer van Fokker.
Thuis kleed ik me om, nu wel in de juiste bluskleding en meld me in een volkomen lege kazerne aan het Oranjepark om opnieuw te worden ingezet. Met vier man in een Golf dienstauto keren we terug naar de Visstraat, waar de enorme brand inmiddels onder controle is.
Tijdens de evaluatie hoor ik nog veel details, onder andere van een andere stagiair, die uren op de hoogwerker heeft gestaan, natuurlijk met het beste uitzicht.”