Ik zou graag naar aanleiding van deze, maar ook vele andere, discussies het onderstaande citaat uit het handelingenboek 2003 van de ambulancedienst aan jullie willen voorleggen.
De schrijver besluit terecht zijn inleiding met de volgende drie belangrijke opmerkingen.
Verander de term "ambulancezorgverlener" in EHV'er en de term "patient" in "slachtoffer" en de tekst geldt voor de volle honderd procent voor de EHV'ers onder ons.
Er is reeds opgemerkt dat de schema's onderdeel zijn van de opleiding en niet los kunnen worden gezien van de theorie. Voorts zijn er nog drie zaken belangrijk voor het juiste kader van de handelingschema's uit voorliggend boek.
● Ten eerste moeten de handelingen worden uitgevoerd met een juiste attitude. Voor hulpverleners is de attitude een essentieel onderdeel van het handelen. Het belang hiervan kan niet genoeg worden benadrukt: "c'est le ton qui fait la musique" (=het is de toon die de muziek maakt) zegt een bekende Franse uitdrukking. Er is een verschil tussen de noten spelen en muziek maken. Mensen onthouden de muziek en niet de noten. Dit betekent dat een ambulancezorgverlener het handelen en de uitleg rond de handelingen dient af te stemmen op de persoon en andere betrokkenen. Het is belangrijk dat men zich daarvan bewust is.
● Behalve op de persoon, zal de ambulancezorgverlener zijn handelen ook moeten aanpassen aan de situatie. Het is niet mogelijk voor elke preklinische situatie in detail de optimale aanpak te bepalen. Daarvoor is de dynamiek te groot en zijn er te veel variabelen. Dit leidt ertoe dat op de hulpverlener de verantwoordelijkheid rust een juiste keuze te maken uit de handelingen en de juiste prioriteiten te stellen zodat het uiteindelijke doel, namelijk het verlenen van verantwoorde, patiëntgerichte, preklinische zorg, behaald wordt. Soms zal men onderdelen van een handeling achterwege laten of verschuiven naar een later moment, soms zullen andere handelingen eerst gedaan moeten worden, soms zal er geïmproviseerd moeten worden en worden handelingen gedaan die niet in dit boek zijn opgenomen.
● Het gebruiken van de hersens en de voorschriften in het boek met verstand hanteren is de derde belangrijke boodschap waar ik deze inleiding mee af wil sluiten. Het beroep van ambulancezorgverlener laat zich niet in een keurslijf persen. Het is belangrijker naar de geest dan naar de letter te handelen. Dat wil niet zeggen dat men daarmee de vrije hand heeft en maar wat kan doen. Een goede, zich van zijn verantwoordelijkheid bewuste ambulancezorgverlener maakt keuzes afhankelijk van de situatie en de betrokken personen en baseert zich daarbij op zijn theoretische kennis en de behoeften van de patiënt. Kortom: in dit boek staat alleen hoe je iets moet doen en niet wat je moet doen. Het is belangrijk dat de zorgverlener zijn aanpak kan onderbouwen. Daarmee maakt hij zich toetsbaar maar heeft hij ook de mogelijkheid zich te verbeteren.
En dit laatste geldt uiteraard ook voor dit boek. Bij mensenwerk blijven fouten mogelijk. Zij die op- of aanmerkingen hebben worden van harte uitgenodigd deze schriftelijk te doen toekomen aan de SOSA. Misschien hebben collega's bruikbare tips of voorstellen, die dan bij een volgende versie kunnen worden meegenomen.