Hallo Tintin,
Het is zeker niet mijn bedoeling arrogant over te komen. Ik ben wel altijd helder in mijn mening. Soms is wellicht wat verwarrend, maar je mag ervan uitgaan dat ik heel aardig op de hoogte ben van wat er speelt binnen de Nederlandse ambulancezorg in het bijzonder.
Er wordt wat mij te betreft veel te gemakkelijk gedacht over de handeling RSI zonder dat men alle ins & outs kent. Er wordt veel geroepen zonder inhoudelijke onderbouwing. Daar heb ik moeite mee. Het is namelijk mijn vak en ik heb eerder op dit forum zeer uitgebreid omschreven welke opleiding en training daaraan vooraf gaat.
Onder adequate assistentie versta ik een verpleegkundige die iedere handeling tijdens een RSI begrijpt, kan ondersteunen en snel kan switchen in geval van complicaties. Een H-MMT verpleegkundige is dagelijks bij deze handeling betrokken ter assistentie. Zonder deze hulp is het uitvoeren van een RSI niet safe en zolang die hulp er niet is ben je gewoon aangewezen op basic airway management manoeuvres. Dat geldt ook voor een anesthesioloog.
Ik ben het helemaal met je eens dat we mensen moeten scholen. Daarom verzorg ook met veel plezier en passie zo'n drie keer per jaar een regionale bijscholingsavond voor ambulancepersoneel. Ontzettend leuk en leerzaam, ook voor mij.
Doel is dat we mensen niet "dom" houden maar verder ontwikkelen. Tenminste de personen die hiervoor open staan dan. En dan het geheel omlijsten met strakke protocollen.
Ik wil je verzoeken de discussie over RSI nog eens goed na te lezen.
Juist met die strakke protocollen heb ik namelijk moeite. Daar gaat het namelijk vaak mis. Dat is ook de teneur van de vele recente publicaties over dit onderwerp. Je moet op basis van de kliniek kunnen kiezen uit een palet van middelen om je doel te kunnen bereiken. Over H-MMT's is erg gezegd en geschreven en ik ben heus zo reëel om de nuance van het werk in perspectief te plaatsen. Echter een ding wordt meer en meer duidelijk. H-MMT's halen hun meerwaarde vooral bij de vroege "on scene" stabilisatie van patiënten met traumatisch hersenletsel.
Ambulancepersoneel in Nederland is hoog opgeleid en men heeft de beschikking over een robuust LPA7. In 95% van de gevallen kan men een acute situatie heel goed zelfstandig af. Puur routine. In de overige 5% van de gevallen is meer expertise nodig. Samen met het ambulancepersoneel maak je een plan ten behoeve van de patiënt. Daarin wordt ieders expertise betrokken en zo til je het "product" Ambulancehulpverlening naar een hoger niveau. Wil je iets meer kunnen bieden ten opzichte van de goed opgeleide ambulanceverpleegkundige dan dient men te beschikken over medisch specialiste kennis, ervaring en kunde. Dit is overigens op OK niet anders. Als ik iets niet weet, dan vraag ik graag aan een meer ervaren collega. In mijn optiek is dat professioneel gedrag.
In een eerdere reactie op dit forum schreef ik:
"Ik heb getracht met heldere onderbouwing en argumenten weer te geven wat RSI is. Vanuit anesthesiologische invalshoek en als H-MMT arts heb ik een poging gedaan, met onderbouwing van relevante literatuur, nuance aan te brengen in de discussie. Ik zou in herhaling vallen en het voegt niks meer toe omdat nu nogmaals te doen. Ik heb duidelijk aangegeven waar, vanuit mijn visie, de ambulancehulpverlening in Nederland op dit moment staat ten opzichte van dit onderwerp en ben van mening dat een H-MMT gezien kan worden als een nuttige aanvulling op de goed functionerende ambulancezorg. Dit betreft niet alleen de zorg aan slachtoffers van traumatisch hersenletsel of een patiënt met een intracerebrale bloeding met een EMV onder de 9 punten, ernstig aangezichtletsel met een bedreigde luchtweg, patiënten met brandwonden waarbij het vermoeden op een inhalatietrauma bestaat, maar bijvoorbeeld ook de ondersteuning van ambulancezorg in geval van een acute respiratoire insufficiëntie in het kader van een vermoedelijk ernstige pneumosepsis. Met alle respect voor de ambulance collega's, maar ik zie een ambulanceverpleegkundige niet zo snel zelfstandig de handelingen uitvoeren om deze patiënt acuut onder anesthesie te brengen en te beademden, de tensiedaling op te vangen met een bepaalde hoeveelheid vulling in combinatie met het gebruik van inotrope middelen. Ook het palet aan medicatie dat de anesthesioloog ter beschikking staat en de keuze daarvan verschilt per situatie en na de inductie is onderhoud van de anesthesie en controle van de hemodynamische situatie noodzakelijk. Dit alles nog los van alle co-morbiditeit die zo'n patiënt nog heeft en alle risico's en complicaties die bij dergelijk handelen kunnen ontstaan. Dit vereist medisch specialistische kennis, medisch specialistische kunde, medisch specialistisch handelen, medisch specialistische ervaring en dit hoort zo te blijven. Nogmaals, het is maar een voorbeeld uit mijn dagelijkse praktijk om aan te geven hoe complex en lastig situaties soms kunnen zijn. Het is dus niet alleen de RSI alléén, er komt gewoon veel meer bij kijken. Ik draag ambulancehulpverleners een warm hart toe, heb groot respect voor deze beroepsgroep en verzorg met enige regelmaat bijscholingsavonden. Ik doe dit met veel plezier en probeer bescheiden mijn steentje bij te dragen aan het niveau. Echter..., RSI moet je als ambulanceverpleegkundige niet willen en als je al deze argumenten naast je neer wilt leggen en toch van mening bent dat je dat allemaal zelfstandig aan kunt dan moet je dat vooral doen. Naar mijn mening ben je dan een groot gevaar voor patiënten, een gevaar voor de beroepsgroep en niet in de laatste plaats een gevaar voor jezelf".
Groet,
Expert.