http://www.nifv.nl/upload/179160_668_1200920932000-200705_Evaluatie_GRIP3_Helmond.pdfInleiding
Op zondag 15 april 2007 brak brand uit op een afvalberg in Helmond. De aard van de
brand (grote rookontwikkeling, mogelijke aanwezigheid van gevaarlijke stoffen) leidde
tot opschaling naar coördinatieniveau GRIP3. Om de bevolking in het effectgebied te
waarschuwen is gealarmeerd via het Waarschuwings- en Alarmeringssysteem (sirenes).
De opschaling naar een bepaald coördinatieniveau heeft als doel het beheren en beheersen
van de diverse processen, zoals het bestrijden van de brand of het afzetten c.q.
afschermen van het brongebied. Hierover zijn multidisciplinaire afspraken gemaakt in
o.a. het Regionaal Beheersplan Rampenbestrijding.
Uit de eerste reacties na de brand bleek dat vooral de multidisciplinaire informatiecoördinatie
en de besluitvormingsprocedure m.b.t. gebruik van de WAS-palen vragen heeft
opgeleverd. Omdat terugblikken en verbeteren belangrijke onderdelen van leren zijn, is
op verzoek van de burgemeester van Helmond door het Veiligheidsbureau een multidisciplinair
evaluatieonderzoek gestart. Deze evaluatie heeft als voornaamste doel om op
korte termijn een reconstructie van de gebeurtenissen te geven en de voornaamste bevindingen
inzichtelijk te krijgen. Deze evaluatie is daarom niet uitputtend: ze richt zich
hoofdzakelijk op de besluitvormingsprocedures m.b.t. de opschaling, de multidisciplinaire
informatiecoördinatie en de besluitvormingsprocedure m.b.t. het sirenenetwerk. Deze
focus is met de gemeente Helmond overeengekomen. Gelet op de korte tijdsspanne
waarin deze evaluatie moest worden opgesteld, is deze evaluatie alleen gebaseerd op
mono- en multidisciplinaire verslaglegging.
Deze evaluatie wordt in de Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant ingebracht in het Veiligheidsbureau,
een multidisciplinair samenwerkingsplatform van de vijf diensten in de
veiligheidsketen (Politie, Brandweer, GHOR, Defensie en Gemeente). Het Veiligheidsbureau
is verantwoordelijk voor het permanente proces van verbeteren en maakt daarvoor
onder meer gebruik van multidisciplinaire evaluatieonderzoeken. Eventuele vervolgopdrachten
naar aanleiding van deze evaluatie worden van hieruit geïnitieerd.
Per 1 mei 2007 is in Zuidoost-Brabant de nieuwe GRIP-structuur van kracht. In deze
nieuwe structuur zijn de coördinatieniveaus afwijkend van de structuur tijdens de grote
brand in Helmond. Voor deze evaluatie worden de begrippen en niveaus van het RBR
2003-2007 gebruikt.
(...)
9 Conclusies
De belangrijkste conclusies op een rij:
Bij de bestrijding van een brand in Helmond op 15 april 2007 wordt t.b.v. de multidisciplinaire
coördinatie doorgeschaald naar GRIP3. De doorschaling naar GRIP3 verloopt
regulier en volgens de daartoe afgesproken procedures.
Bij de aanwezige OvD-en bestaat er onduidelijkheid over de bevoegdheid tot het
alarmeren van de WAS-palen. Ondanks dat de Cdt-Cort daartoe geen formele
bevoegdheid heeft, besluit hij ruim twee uur na de eerste melding van de brand in het
belang van de volksgezondheid tot het activeren van de sirenes.
Omdat Meldkamer brandweer niet over de actuele kaartgegevens beschikt m.b.t. de
WAS-palen, worden twee sirenes niet geactiveerd die qua bereik tot het effectgebied
behoren. Vergeten wordt ook om de burgemeester van Helmond in kennis te stellen
van het activeren van de sirenes in zijn gemeente. Omroep Brabant wordt wel in kennis
gesteld. Op basis van de aangeleverde brondocumenten is geen helder beeld te
vormen van de samenwerking tussen hulpverleningsdiensten en gemeenten met
Omroep Brabant.
Nadat het CoRt al eerder operationeel is, zijn vanaf ongeveer 10.00 uur het ROT, GBT en
Regionaal Adviesteam ingericht en operationeel. De eerste sitrap van het ROT wordt pas
om 11.14 uur naar het GBT verzonden. Eerder is er al wel sprake van telefonisch contact
tussen Operationeel Leider en de voorzitter van het GBT i.d. de burgemeester van
Helmond.
Die ochtend is er lange tijd sprake van verschil in beeldvorming tussen het ROT en GBT
omtrent de risico’s voor de volksgezondheid. Ondanks reguliere informatieuitwisseling
wordt deze kloof in beeldvorming niet overbrugd. Het ROT kon de informatiebehoefte
van het GBT ten aanzien van het activeren van de WAS-palen niet invullen.
Het verschil in beeldvorming tussen de operationele teams en het beleidsteam in
Helmond komt later die ochtend duidelijk aan het licht, als er tegenstrijdige adviezen
aan de bevolking worden gegeven. Terwijl de formele lijn is dat de bevolking opgeroepen
wordt binnen te blijven en ramen en deuren gesloten te houden, geven brandweermensen
in het effectgebied aan dat het met de gevaren meevalt en dat naar binnen
gaan niet meer nodig is.