http://www.ad.nl/rotterdam/article1579771.ece’We zijn er even niet, kan niet meer’
Door PETER KOSTER
DORDRECHT - De alarmering bij ongelukken en rampen kent anno 2007 nog altijd vreemde wegen.
http://www.ad.nl/multimedia/archive/00121/reddingsbrigade_121181b.jpgMarjon van Ginneken (links) en Robert Herks van de Dordtse reddingsbrigade: spannend werk.
Wie met zijn mobiele telefoon alarm slaat, komt niet bij de politie in de buurt, maar bij de landelijke meldkamer in Driebergen terecht. Dat precies bekend is waar de beller zich bevindt, doet daar niets aan af.
Belt een watersporter vanaf het Hollandsch Diep, dan wordt het nog vreemder. Het Hollandsch Diep staat officieel te boek als kustwater. ‘Driebergen’ schakelt dan niet de regionale hulpdiensten in, maar geeft de melding door aan de meldkamer van de Koninkijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM) in Den Helder.
Die had alleen één probleem: vanuit haar dichtstbijzijnde uitrukpost (Stellendam) kon ze nooit binnen het wettelijk voorgeschreven half uur op het Hollandsch Diep komen. Bij Tiengemeten, kilometers voor de Haringvlietbrug, hield het wel zo’n beetje op.
Marjon van Ginneken en Robert Herks van de Dordtse Reddingsbrigade (DRB) willen maar zeggen: zo gek is het niet dat Dordtse redders voortaan ook direct vanuit Den Helder kunnen worden gealarmeerd. In de regionale meldkamer aan het Dordtse Oranjepark waren ze al het vierde knopje (naast brandweer, ambulance en politie), nu is ook de andere alarmeringsmethode geregeld.
Het past in de verregaande professionalisering waar de Dordtse redders al jaren mee bezig zijn. Met zo’n dertig mensen zijn ze voortdurend paraat om uit te rukken bij ongelukken op het water. „We zijn er even niet, dat is er niet meer bij,’’ vertellen de twee. Vrijwilligers met piepers staan klaar om, al naar gelang de plek van het incident, uit te rukken naar de posten op Willemsdorp (voorbij camping Bruggehof) en aan het Wantij. Net als vrijwillige brandweerlieden mogen ze van hun werkgevers bij het afgaan van de pieper terstond al hun werk uit hun handen laten vallen.
Zulke vrijwilligers kan de DRB trouwens nog goed gebruiken. Vrijwilligers die op het Eiland van Dordrecht wonen en werken zijn moeilijk te vinden. Dan moeten ze ook nog de nodige opleidingen krijgen.
Van Ginneken en Herks prijzen zich gelukkig met de grote inzet van de enthousiaste vrijwilligers die ze al wel hebben: „We vragen enorm veel van ze. Natuurlijk is het spannend werk en is het een kick om met zo’n boot te varen. Maar je weet nooit wat je tegenkomt. Dat kan ook het ergste zijn. We zijn een reddingsbrigade, maar als je iemand dood vindt, neem je die wel mee. Zo iemand heeft immers wel nabestaanden, die in onzekerheid zitten.’’
Bij de Dordtse Reddingsbrigade is alles vrijwilligerswerk. Het bestuur probeert het zo veel mogelijk te regelen dat vrijwilligers zich kunnen bezighouden met opleidingen, oefeningen en natuurlijk reddingswerk.
Lastig is dat wel. Als enige organisatie in de noodhulpverlening is ze voor haar financiering geheel en al afhankelijk van het spreekwoordelijke liefdewerk en oud papier. Beveiligingswerk bij manifestaties levert geld op voor brandstof, voor het overige moet het komen van giften.
Grote wensen kunnen daardoor slechts mondjesmaat worden gerealiseerd. Zo werd twee jaar geleden een snelle boot met ruimte voor een brancard in gebruik genomen. Maar pas onlangs was er geld om daar radar met een kartplotter in te bouwen: „Nu kunnen we eindelijkl met mist uitvaren en dan kunnen we bij zoektochten ook nog zien waar we al zijn geweest.’’
Een financieel probleem waar de brigade nu voor staat, is de vervanging van de Post Willemsdorp. Die bestaat uit oude, roestende zeecontainers: „We hebben al lekkage gehad. Het mooiste zou zijn als we een drijvende post met bemanningsverblijf konden krijgen, die ook als botenhuis kan dienen. Nu ligt die mooie, snelle boot altijd buiten in weer en wind.’’
Structurelere financiering lijkt er op korte termijn niet in te zitten. „Daar praten we wel over, maar voorlopig mogen we al blij zijn dat we door de samenwerking met de KNRM meer opleidingen en meer professionele ondersteuning kunnen krijgen.’’
http://www.ad.nl/rotterdam/drechtsteden/article1578575.eceReddingsbrigade volwaardige KNRM-post
DORDRECHT De Dordtse reddingsbrigade wil haar hulpverleningsafdeling, die noodhulp verleent bij ongelukken en rampen op het water, volledig onderbrengen bij de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM).
Dat is volgens de reddingsbrigade de beste manier om goede hulpverlening te garanderen.
Eerder dit jaar gingen de KNRM en de reddingsbrigade al een nauwe samenwerking aan. Daardoor kan de KNRM ook in deze regio op tijd ter plaatse zijn.
Op haar beurt wil de red dingsbrigade graag gebruik maken van de professionele ondersteuning van de KNRM. Die biedt veel meer mogelijkheden dan de brigade nu heeft en is bovendien helemaal gespecialiseerd in het werk dat de reddingsbrigade doet.
Binnenkort profiteert de brigade al van de samenwerking: enkele vrijwilligers gaan ruim een week naar een trainingscentrum in Schotland.