Ehm, de hulpofficier van justitie zal hier denk ik niet bij betrokken zijn.
Gezien de feiten en omstandigheden lijkt het op het volgende traject: De man wordt een vordering gegeven tot stilhouden i.v.m. het rijden zonder gordel (dus geen staandehouding, dat is strafrecht). De agent, toezichthouder in de zin van de WAHV, vordert vervolgens een identiteitsbewijs op grond van artikel 5:15a Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dat krijgt hij. Aangezien in het rijbewijs en de autopapieren geen postcode staat, vordert de agent op grond van artikel 5:16 Awb inlichtingen, in dit geval de postcode. De man geeft ze niet. Het niet voldoen aan deze vordering is in principe een strafbaar feit op grond van artikel 34 lid 1 sub a WAHV. De politie heeft de bevoegdheid om voor dat delict een politietransactie uit te schrijven, gelet op artikel 3 sub b van het Transactiebesluit 1994 in samenhang met de bijlage daarbij (feitcode E320a). De man betaalt de transactie niet en daarmee zal een dagvaarding worden uitgereikt en volgt een zitting. Ik denk dat omdat het een betrekkelijke "flutzaak" is, de OvJ niet echt meer betrokken zal zijn geweest bij de dagvaarding maar dat deze meer automatisch de deur uit is gegaan aangezien de transactie niet is betaald. Dan is het niet onlogisch dat de OvJ pas ter zitting constateert dat het in wezen nergens om gaat.
Dat het niet opgeven van de postcode in principe inhoudt dat men niet voldoet aan de vordering en dus strafbaar is, lijkt technisch gezien juist. Men kan zich wel afvragen hoever men daarin moet gaan, aangezien de postcode reeds op andere wijze bekend kon raken. Ik denk dat dat tot de vrijspraak heeft geleid, maar nalezen is wat lastig aangezien het vonnis niet is gepubliceerd voorlopig.