Zoals ook al opgemerkt in het topic over de Duits/Noorse autoladder in Rotterdam (zie de link die ik daarvoor postte eerder in dít topic):
art. 1 RVV: voorrangsvoertuig: motorvoertuig dat de optische en geluidssignalen voert als bedoeld in artikel 29.
art. 29 RVV: 1. Bestuurders van motorvoertuigen ten dienste van politie en brandweer, ambulances en motorvoertuigen van andere door Onze Minister aangewezen hulpverleningsdiensten voeren blauw zwaai- of knipperlicht en een twee- of drietonige hoorn om kenbaar te maken dat zij een dringende taak vervullen.
2. Bij ministeriële regeling worden voorschriften vastgesteld betreffende het blauwe zwaai- of knipperlicht en de meertonige hoorn.
Oftewel: strikt genomen zijn slechts voertuigen met 2- of 3-tonige hoorn voorrangsvoertuigen. Het voertuig in kwestie dus NIET. Het feit dat BZK in de brancherichtlijn aangeeft dat ook Duitse en Belgische voertuigen van hulpdiensten in Nederland hun eigen signalen mogen voeren, kan niet tot de conclusie leiden dat deze voertuigen daarmee ook voorrangsvoertuigen zijn geworden. De brancherichtlijn is immers slechts een richtlijn, terwijl het RVV (en de Regeling optische en geluidssignalen) "echte" wettelijke regelingen zijn. Dit onderdeel van de brancherichtlijn schept mijns inziens dan ook een vreemde situatie; enerzijds zeggen we tegen de buitenlandse hulpdiensten dat ze ook in Nederland met OGS mogen rijden, terwijl dit anderzijds niet in de wet is geregeld, zodat áls er een ongeval gebeurt, naar mijn mening de burger in kwestie zich mag beroepen op de wettelijke regelingen (geen 2/3-tonige hoorn, dus geen voorrangsvoertuig) en de brancherichtlijn niet aan de burger in kwestie kan worden tegengeworpen.