Tijd: 8 minuten is de enige juiste norm!
In de acute ambulancezorg wordt erg veel verwezen naar de factor tijd in relatie tot overleven of beperken van schade aan patienten met een ernstige aandoening of letsel.
Van de overheid moet een ambulance uiterlijk binnen 15 minuten na melding ter plaatse zijn zodat optimale zorg is gegarandeerd.
Is dat eigelijk wel zo?
In de jaren 90 van de vorige eeuw kwam TNO al tot de conclusie dat de tijdnorm van 15 minuten die toen ook al werd gehanteerd binnen de ambulancezorg in Nederland, niet in overeenstemming was met de werkelijk behoefte.
Door individuele deskundigen werd de overheid op dit feit gewezen doch zonder resultaat.
Op 12 oktober 2007 adviseerde de Raad voor de Volksgezondheid opnieuw na dat in 2003 óók al te hebben gedaan, aan de minister om de tijdnorm voor acute ambulancezorg, naar 8 minuten te brengen.
Men schrijft:
Wat is op tijd?
In Nederland geldt de norm dat ambulances in spoedeisende gevallen binnen vijftien minuten aanwezig moeten zijn. Die norm moet in minstens 95 procent van de gevallen worden gehaald. Dat lijkt heel wat, maar Nederland legt hiermee de lat minder hoog dan onze buurlanden. De internationaal erkende norm is acht minuten in plaats van vijftien. Groot-Brittannië houdt zich daaraan, zoals blijkt uit de Ambulance Performance Standards. In België moet 90 procent van de ambulances binnen tien minuten ter plekke zijn en in Duitsland is de norm 95 procent binnen 5 - 15 minuten, en in Zweden is de aanrijtijd 10-30 minuten, afhankelijk van de ernst van het letsel."
Dit advies werd en wordt bevestigd door het Staatstoezicht op de Volksgezondheid, Inspectie Gezondheidszorg die in het jaarverslag 2004 meldde dat de huidige tijdnorm in de acute ambulancezorg niet voldeed voor een aantal acute beelden.
Anno 2007 is er echter nog niets veranderd: in zijn brief aan de Tweede Kamer van 12 november jl. schrijft de minister dat er weliswaar een aantal ziektenbeelden zijn waarvoor 15 minuten te lang is doch dat de 15 minutennorm voort is gekomen uit het in de traumatologie gehanteerde "golden hour". Dit is dan de tijd waarbinnen een verbloedende traumapatient nog kans zou hebben om te overleven.
Het is jammer dat de minister niet op de hoogte is gebracht van de nieuwste inzichten op dit punt: het begrip "golden hour" wordt allang niet meer zo strikt gehanteerd als in de beginjaren van de normering voor ambulance aanrijtijden.
Overigens, die 15 minutennorm is indertijd helemaal niet voortgekomen uit de traumatologie doch is gebaseerd op de indertijd beschikbare ambulancecapaciteit zoals deze spontaan was gegroeid uit de (merendeels) particuliere ambulancebedrijfjes (veelal taxi-ondernemers die een gat in de mark zagen).
In de rest van de beschaafde wereld is men er inmiddels achter dat de factor tijd op andere wijze moet worden gebruikt: een goed voorbeeld hiervan is de zogenaamde "triple-7" benadering van amerikaanse ambulancediensten: 7 minuten om aan te rijden, 7 minuten om ter plekke te (be)handelen en 7 minuten om te vervoeren naar het ziekenhuis.
Niks 15 minuten, niks "stay and play" en niks helikopters: het ouderwetse scoop-and-run principe biedt volgens de meeste onderzoeken de beste kansen voor de acute patient.
De enkele beknelde traumapatient is een uitzondering; de meeste acute patienten kunnen binnen 7 minuten op weg naar een adequaat ziekenhuis zijn.
15 minuten en golden-hour stammen uit het verleden en zijn obsoleet; het valt te hopen dat dit nu eindelijk eens doordringt tot het niveau van de beleidsmakers van VWS.
Bron:
http://ambulancenorm.web-log.nl/