Brief ingezonden door een collega van HM via WUZ van de website telegraaf.nl
http://www.wuz.nl/artikel/54907390.geachte-mevrouw-ter-horst-.htmlGeachte mevrouw Ter Horst, 29-01-08 | 11:41
Door onze lezers | Leiden
Ik hoorde van uw optreden bij Pauw & Witteman op 23 januari pas de volgende dag. Ik werk namelijk onregelmatig en na een zware late dienst die dag verkoos ik mijn bed boven de bank. Omdat ik niet geloofde dat u werkelijk de dingen had gezegd die werden beweerd heb ik op 24 januari via ‘Uitzending Gemist’ alsnog u uitspraken zelf kunnen horen. En ja, u zegt het werkelijk: Het werk van de politie is te vergelijken met dat van mensen op de tram en bus. ‘Dat is namelijk ook zwaar werk’.
Met de scholierendemonstraties in verband met de 1040 urennorm liep het uit de hand in diverse steden in het land. Zo ook in Leiden. En daar sta je dan op het Stadhuisplein, tegenover enkele honderden pubers, waarvan het merendeel niet weet waarom ze er eigenlijk staan en voor wie het uitje slechts als prettig alternatief geldt voor een dagje in de schoolbanken. Na de eerste grove vernielingen aan de net gerestaureerde Koornbrug wordt er besloten om de groep te verdrijven van het plein. Door de jeugd wordt er met zwaar vuurwerk naar de politie gegooid. Ik moet opzij springen om een zwaar stuk ijzer dat door de lucht vliegt te ontwijken. Als we de korte wapenstok trekken om de groep de Breestraat van Leiden in te dwingen wordt dat kritisch ontvangen door enkele volwassen omstanders: ‘Het zijn maar kinderen hoor’. Ik zou graag de discussie aangaan met deze mensen met het verzoek om dat uit te leggen aan de diverse middenstanders waarvan enkele ruiten van hun winkels zijn gesneuveld. Of met de vraag of een stuk ijzer minder hard aankomt als het wordt gegooid door een knul van 16 jaar dan door een volwassene. Ik heb op dat moment echter wat anders aan mijn hoofd.
Eerste kerstdag was ik in de late dienst. Mijn collega en ik zijn vrijwel de hele dienst bezig met een meisje dat van huis is weggelopen. We proberen opvang voor haar te regelen. Door de dienst is er een kerstmaaltijd geregeld. Die wordt snel onderbroken omdat er een zware aanrijding is waarbij het vermoeden is dat een van de bestuurders heeft gedronken.
Dat blijkt inderdaad zo te zijn. Van de maaltijd komt niets meer terecht. Na het afhandelen van de aanrijding richten wij ons weer op de opvang van het meisje. Als ik eindelijk iemand van Jeugdzorg aan de lijn krijg worden we verzocht zelf ook achter opvang aan te gaan. De dame van Jeugdzorg gaat ‘ook een telefoontje plegen’, maar ‘ze gaat nu eerst aan het kerstdiner en over twee uur belt ze ons terug’. Ik denk aan het balletje gehakt en het bolletje huzarensalade dat ik net voor die melding van die aanrijding in een paar minuten naar binnen heb gewerkt. Uiteindelijk wordt het probleem door de politie opgelost en niet door Jeugdzorg, waar het probleem thuishoort.
De afgelopen jaarwisseling was ik ’s nachts in dienst. Overigens is dat niet zo bijzonder. In de afgelopen tien jaar heb ik slechts tweemaal mijn vriendin, inmiddels mijn vrouw, ’s nachts om 24:00 uur live ‘gelukkig nieuwjaar’ kunnen wensen. Overigens is het werk tijdens de jaarwisseling altijd erg feestelijk. Met al dat vuurwerk. En kennelijk heeft de burgerij ook door dat de politie liever thuis op de bank zit met champagne en een oliebol. Om ons op te vrolijken worden we bestookt met zwaar vuurwerk. Met nitraatbommen en lawinevuurpijlen die voldoende zijn om iemand het leven uit te blazen. En omdat ik door elke jaarwisseling een stukje dover wordt ben ik blij dat het vuurwerk elk jaar zwaarder wordt. Zo kan ik er toch van blijven genieten.
Tijdens de jaarwisseling ben ik soms bang, mevrouw Ter Horst.
Dagelijks nemen politiemensen beslissingen over zaken die cruciaal zijn in opsporingsonderzoeken, beteugelen ze geweld en houden slecht-nieuwsgesprekken met familieleden van personen die zijn overleden. Daarbij is de politie de stofzuiger, de 24-uurs troubleshooter van de samenleving. Dagelijks doen politiemensen werk dat niet thuishoort bij de politie. Werk waar politiemensen niet voor zijn opgeleid. Werk dat thuishoort bij andere hulpverlenende instanties, maar die elke dag om 17:00 uur de deuren sluiten en in het weekend in het geheel niet te bereiken zijn. Het beroep van ‘de mensen op de bus en tram’ is ongetwijfeld zwaar maar als het hen te zwaar wordt dan kloppen ze toch echt aan bij de politie en niet andersom. Voor de politie is er geen 112, geen overtreffende trap.
En zo is het werk bij de politie mevrouw Ter Horst. Complex werk waar iedereen commentaar op heeft. Je doet het nooit goed. Ik ken niemand die een bakker aanspreekt omdat in zijn brood de verhouding tussen tarwe en zemelen uit balans is. Ik ken niemand die een loodgieter inhuurt om er vervolgens met de neus bovenop te gaan staan om commentaar te leveren op het soldeerwerk.
Bij het werk van de politie dat een veel complexer karakter heeft gebeurt dat vreemd genoeg wel. Iedereen weet hoe het beter kan. Niet gehinderd door enige kennis over dit verschrikkelijk moeilijke vak dat op straat wordt uitgevoerd door vaak jonge mensen die zeer loyaal zijn aan hun werk en samenleving.
U zegt dat geld weinig verschil zal maken voor de waardering die mensen bij de politie ervaren. Als je na een week hard werken met je gezin naar de Efteling wil gaan om eens lekker te ontspannen , maar je kunt dat niet betalen omdat er te weinig binnenkomt dan maakt dat geld een hoop verschil, mevrouw Ter Horst.
Ik snap dat u geen zak geld tot uw beschikking heeft. En dat extra salaris van de politie ten koste gaat van andere zaken.
Ik stoor me echter mateloos dat mijn hoogste baas er keer op keer blijk van geeft niets van mijn werk te snappen. Met uw opmerkingen schoffeert u de hele beroepsgroep van de politie. Voert u de discussie alstublieft met eigenlijke argumenten. Dat zou wellicht een eerste stap in de goede richting betekenen.
Ik wens u veel wijsheid toe.
Thijs Vullings
Brigadier van politie
Politie Hollands-Midden