Ik kan me vergissen hoor, maar een brandweerman, ambulanceverpleegkundige en politieman (denk aan het recente gevalletje waarbij een man schreeuwend vermoord werd terwijl er 2 bewapende agenten de kat uit de boom stonden te kijken onder het motto ik stond er bij en luisterde er naar) is nu toch ook strafrechtelijk en civielrechtelijk te vervolgen in geval van verwijtbare fouten ?
Jacques
Zeer zeker. Het gaat om iets heel anders, namelijk niet om strafbare gedragingen van individuen, maar om strafbare gedragingen van rechtspersonen. Het wordt een beetje juridisch, kan ik even niets anders van maken.
In het Wetboek van Strafrecht staat nu in artikel 51, eerste lid:
Strafbare feiten kunnen worden begaan door natuurlijke personen en rechtspersonen.Onder rechtspersonen vallen ook publiekrechtelijke rechtspersonen, zoals de Staat, de provincies, de gemeenten en de productschappen. In principe kunnen die dus vervolgd worden in verband met een strafbare gedraging. In de jurisprudentie zijn daarop door de Hoge Raad wel een aantal beperkingen aangebracht.
M.b.t. de staat is het vrij duidelijk gemaakt in een arrest over de vliegbasis Volkel: "Als uitgangspunt heeft te gelden dat de handelingen van de staat geacht moeten worden te strekken tot de behartiging van het algemeen belang. (...) Met dit stelsel strookt niet dat de staat zelf voor zijn handelingen strafrechtelijk aansprakelijk zou zijn." Simpel dus, de staat kan niet worden vervolgd.
M.b.t. lagere publiekrechtelijke organen is het iets ingewikkelder. In met name het tweede Pikmeer-arrest is dat nader uitgewerkt. Als aan twee voorwaarden wordt voldaan, dan kan het publiekrechtelijke orgaan niet worden vervolgd:
- het moet gaan om een openbaar lichaam in de zin van hoofdstuk 7 van de Grondwet;
- de ten laste gelegde gedraging van het openbaar lichaam moet naar haar aard en gelet op het wettelijk systeem rechtens niet anders dan door bestuursfunctionarissen kunnen worden verricht in het kader van de uitvoering van de aan het openbaar lichaam opgedragen bestuurstaak, zodat uitgesloten is dat derden in zoverre op gelijke voet als het openbaar lichaam aan het maatschappelijk verkeer deelnemen.
Wordt hieraan voldaan dan is vervolging sowieso uitgesloten.
De mogelijkheden tot vervolging van publiekrechtelijke personen is dus beperkt. Dat heeft ook gevolgen voor nog een andere bepaling in het Wetboek van Strafrecht, namelijk artikel 51, tweede lid:
Indien een strafbaar feit wordt begaan door een rechtspersoon, kan de strafvervolging worden ingesteld en kunnen de in de wet voorziene straffen en maatregelen, indien zij daarvoor in aanmerking komen, worden uitgesproken:
1°. tegen die rechtspersoon, dan wel
2°. tegen hen die tot het feit opdracht hebben gegeven, alsmede tegen hen die feitelijke leiding hebben gegeven aan de verboden gedraging, dan wel
3°. tegen de onder 1° en 2° genoemden te zamen.Het komt erop neer dat wanneer een rechtspersoon een strafbaar feit pleegt, ook de opdrachtgevers en de feitelijk leidinggevers m.b.t die gedraging strafrechtelijk aansprakelijk gesteld kunnen worden. Alleen, wanneer de publiekrechtelijke rechtspersoon niet vervolgd kan worden, dan de opdrachtgevers/feitelijk leidinggevers dus ook niet.
De wetswijziging gaat echt alleen maar om de vervolging van publiekrechtelijke rechtspersonen (Staat, provincies etc.) en de opdrachtgevers en feitelijk leidinggevers binnen die rechtspersonen. Het gaat er dus niet om dat wanneer een individuele gemeenteambtenaar valsheid in geschrifte pleegt, dat daarmee de gemeente strafrechtelijk aansprakelijk zal zijn.
Bovendien zitten er nog wel wat punten aan om in de gaten te houden:
1. Een meerderheid in de Tweede Kamer betekent nog niets, we hebben altijd nog een Eerste Kamer die ook inhoudelijk-juridisch naar wetsvoorstellen kijkt - juich dus niet te vroeg.
2. Kunnen vervolgen betekent nog niet dat daadwerkelijk vervolgd wordt! Daarvoor is het opportuniteitsbeginsel, het is aan het OM om te bepalen welke zaken ze aanbrengt bij de rechter.
3. Zelfs bij vervolging, is er geen enkele garantie dat de publiekrechtelijke rechtspersoon ook daadwerkelijk veroordeelt wordt. Ze zal zich in heel erg veel kunnen beroepen op een rechtvaardigingsgrond zoals overmacht in de zin van noodtoestand c.q. handelen ter uitvoering van een wettelijk voorschrift. Daarnaast is altijd de vraag naar de causaliteit nog aanwezig, zeker bij ernstige delicten (als het gaat om dood door schuld bijvoorbeeld, wordt de vraag of een handeling van de overheid wel in direct genoeg verband staat om te zeggen dat het de dood heeft veroorzaakt). Bovendien zou er in de straftoemetingsvrijheid van de rechter ook nog veel kunnen gebeuren.
Mijn conclusie: Heb geen al te hoge verwachtingen.