GGD en GHOR in Noord- en Midden-Limburg professionaliseren samenwerking
De GGD en Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) in Noord- en Midden-Limburg hebben door de ondertekening van een convenant hun samenwerking verder geprofessionaliseerd. Hiermee is voor iedereen duidelijk hoe de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden tussen beide organisaties zijn verdeeld. Kern van de afspraak is dat de GGD zorgt voor de inhoudelijke invulling van medische GGD- processen en de GHOR zorgt voor de leiding, coördinatie en informatiemanagement.
Met de ondertekening van het convenant geven GGD en GHOR aan elkaar als belangrijke partners te zien binnen het terrein van preventieve Openbare Gezondheid. Dit niet alleen in crisissituaties, maar ook in de preventieve en nazorgfase. Daarmee worden reguliere GGD-processen, zoals infectieziekten-bestrijding, medisch milieukundige zorg en technische hygiënezorg, een belangrijk onderdeel van crisisbeheersing en rampenbestrijding.
In het convenant is afgesproken dat de GGD Noord- en Midden-Limburg een aantal producten aan het GHOR-proces gaat leveren. Daarbij moet gedacht worden aan signalering, advisering en permanente bereikbaarheid bij grootschalige infectieziekten zoals griep en legionella. Ook bij incidenten met gevaarlijke stoffen zorgt de GGD voor een permanente beschikbaarheid van een medisch milieukundige die kan adviseren over de gevaren voor de volksgezondheid. Voor de controle en advisering op het terrein van de technische hygiënezorg bij evenementen zorgt de GGD voor inhoudsdeskun-digen die op dit onderdeel van een evenementenvergunning kunnen adviseren.
Bij de advisering aan gemeenten over geneeskundige aspecten bij ruimtelijke ordeningsprojecten gaan de GGD en GHOR nauwer samenwerken met elkaar en met de regionale brandweer. Doel is om te komen tot een integraal advies op terrein van veiligheid en gezondheid
Het convenant wordt getekend op maandag 16 juni 2008 door de heer Pieter Herngreen, directeur GGD en mevrouw Sylvia Meulensteen, directeur GHOR.
Bron: Nieuwsbank