http://www.nvbr.nl/@8554/verbazing_over/Verbazing over timing en inhoud van een arbeidsinspectierapport brandweerduiken
De Arbeidsinspectie heeft bij controles van duikteams van de brandweer diverse tekortkomingen geconstateerd. De Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) erkent dat de brandweerkorpsen nog vele verbeteringen moeten doorvoeren, maar is verbaasd over de timing van het onderzoek en de formele opstelling van de Arbeidsinspectie. ‘Dit helpt ons niet verder bij de verbeterslag die we bij het brandweerduiken al aan het maken zijn’, aldus NVBR-bestuurslid Stephan Wevers.
Het onderzoek van de Arbeidsinspectie volgt op eerdere rapportages van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid en de Onderzoeksraad voor Veiligheid van Pieter van Vollenhoven. Dit naar aanleiding van dodelijke duikongevallen bij de brandweer. De brandweer in Nederland is hard aan de slag gegaan met de conclusies van die eerdere onderzoeken en voert door het hele land met grote urgentie de aanbevolen veiligheidsmaatregelen door. ‘Nog voordat onze brandweerkorpsen goed en wel aan de slag konden gaan met die verbeteringen, is de Arbeidsinspectie al met een eigen onderzoek gestart’, aldus Wevers. ‘Het gevolg is dat het rapport van de Arbeidsinspectie niet veel toevoegt aan de eerdere conclusies. Bovendien doet het geen recht aan de vele maatregelen die de brandweer momenteel aan het doorvoeren is.’
Verbaasd
De NVBR is verder verbaasd over de wijze waarop de Arbeidsinspectie haar onderzoek heeft uitgevoerd. Al jaren geleden is tussen de ministeries van Binnenlandse Zaken en Sociale Zaken overeengekomen dat het brandweerduiken een vak apart is, dat niet valt te vergelijken met andere duikbranches zoals onderwaterlassers of diepzeeduikers, die veel dieper duiken dan brandweerduikers. Die eigenstandige positie van de brandweer is ondanks jarenlang overleg nog steeds niet in de arbo-regelgeving verankerd. De Arbeidsinspectie heeft daarom heel formeel getoetst op de normen van de andere duikbranches, waarover iedereen het eens is dat die niet op de brandweer toepasbaar zijn. Tegelijkertijd zijn de beide ministeries eindelijk overeengekomen dat er vóór 2012 een aparte categorie voor brandweerduiken in de arbo-regels moet zijn beschreven. ‘In het zicht van die oplossing rekent de Arbeidsinspectie nu onterecht af met de brandweersector’, zo stelt Wevers.
Deventer is zuur voorbeeld
De NVBR vindt het recente besluit van de gemeente Deventer, om de duiktaak voorlopig op te schorten, een zuur voorbeeld van de gevolgen van de opstelling van de Arbeidsinspectie. Deventer was voor de brandweer in Nederland een belangrijk voorbeeld, omdat daar innovatieve duikapparatuur werd toegepast, die de veiligheid van de duiker centraal stelde. Door het verplicht stellen van een duikdiploma B, gericht op duikarbeid in de off-shore en op grote diepte tot 50 meter, heeft de Arbeidsinspectie het korps Deventer gedwongen om te stoppen met haar duiksysteem. Het stellen van een dergelijke eis doet echter geen recht aan het specifieke karakter van de redtaak van de brandweer in binnenwateren tot maximaal 15 meter diepte. Wevers: ‘Wij voorzien problemen met de ‘administratieve’ koers die de arbeidsinspectie bij het brandweerduiken volgt. Feitelijk keurt de Arbeidsinspectie op basis van de geldende arbo-regelgeving de huidige organisatie van het brandweerduiken in het geheel af, terwijl juist overeen is gekomen dat die regelgeving nog aangepast gaat worden voor de brandweer. Zelfs de diploma’s die brandweerduikers van het ministerie van Binnenlandse Zaken krijgen, worden door de Arbeidsinspectie feitelijk niet erkend. De veiligheid van de burger en de veiligheid van de brandweerduiker is met deze opstelling van de Arbeidsinspectie absoluut niet gediend.’
Weloverwogen keuze
De NVBR komt binnenkort, in samenwerking met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Veiligheidsberaad, met een toekomstvisie op de doorontwikkeling van het brandweerduiken. De NVBR verwacht dat de gemeentebesturen hiermee een weloverwogen keuze maken over de toekomst van het brandweerduiken en dat zij niet onder druk van de Arbeidsinspectie zich voortijdig gedwongen voelen tot het opheffen van duikteams.