Wat misschien ook nog leuk is om te weten, is dat de SPOPO een bijzonder praktijkproject heeft. Op bepaalde stations hebben zij bureau's die door studenten 'gerund' worden (onder toeziend oog uiteraard). De studenten die qwat verder in het traject zitten, krijgen ook 'hogere' functies (meer beleidsmatig bijvoorbeeld).
Agenten in opleiding aan het roerdonderdag 8 februari 2007
Door Floris Akkerman
DEN BOSCH -- Het is een mooie klus voor de twee politiestudenten. Een treinreiziger zonder vervoersbewijs is gepakt. Rens Kempe (23) en Elmer Buijs (28) ontfermen zich op station Den Bosch over de man die ook geen identiteitspapieren bij zich heeft.
Op gepaste afstand houden de begeleiders Leo Ponsen (52) en Erik Hendrikse (41) het optreden van Kempe en Buijs in de gaten. Maar als blijkt dat de man illegaal in Nederland verblijft, grijpen ze in. Vreemdelingenzaken is voor de twee agenten in opleiding nog onbekend terrein. Daar krijgen ze later tijdens hun studie les over. Kwaliteit Vorige week opende het Korps landelijke politiediensten (KLPD) in Den Bosch en Amersfoort speciale bureaus voor agenten in opleiding, zogeheten Competentie Ontwikkel Plaatsen (COP). Aspiranten kunnen hier praktijkervaring opdoen: aangiftes behandelen, surveilleren en verkeerscontroles uitvoeren.
De COP in Den Bosch zit verstopt in een hoek van het Stationsplein. Het is een voormalig bureau van de Spoorwegpolitie. Politiestudenten en hun begeleiders/coaches maken hier de dienst uit. Achter de gloednieuwe computers zullen straks 20 tot 25 aspiranten plaatsnemen. Nu zitten alleen Kempe en Buijs er. Zij hebben steun van hun coaches Ponsen en Hendrikse, die versterking krijgen van drie begeleiders. Verder loopt er nog een leidinggevende rond.
Alles wat de politiestudenten doen, gebeurt onder toezicht van hun coaches. "Wij bewaken de kwaliteit. We begeleiden, ondersteunen en beoordelen de studenten", zegt Ponsen. Zoals bij aangiftes. "Je hebt er niks aan als dat niet goed gebeurt."
"Ze kunnen niet alles aan", vervolgt Ponsen. "In sommige gevallen schieten ze te kort. Bepaalde situaties hebben ze tijdens hun studie nog niet behandeld, zoals vreemdelingenzaken. Dan springen wij bij." Winkeliers Het KLPD heeft de COP's hard nodig. De reguliere bureaus, waar de aspiranten ook praktijkervaring opdoen, bieden te weinig plaats voor het groeiende aantal politiestudenten. Ook is het KLPD volgens voorlichtster Carine Portengen een "grijs" korps. "Het COP anticipeert op een grote uitstroom." Daarnaast past het opleidingsbureau binnen het duale onderwijs van de politieschool: werken en leren.
Kempe en Buijs genieten van het bestaan als agent. Ze mogen aangiftes behandelen van eenvoudige diefstallen (zoals een winkeldiefstal), surveilleren en verkeerscontroles uitvoeren. Kempe: ,,Het is afwisselend werk. Je weet nooit wat je te wachten staat, zoals vanochtend met die man in de trein. Daarbij ben je lekker buiten en heb je contact met mensen." Buijs bekijkt het politievak van een andere kant: ,,Ik ben heel nieuwsgierig hoe de politie omgaat met bepaalde gedragingen van mensen."
De komst van de politiestudenten is de buurt rond de COP opgevallen. De aspiranten Kempe en Buijs merken dat als ze surveilleren. ,,De mensen kijken naar ons, komen naar ons toe en vragen: 'Wat gebeurt hier?' Al twee jaar was de politie rond het station niet actief. Vooral de winkeliers zijn tevreden met onze komst."
Ze zien er ook uit als beroepsagenten. Ze dragen het bekende blauwe politie-uniform met dienstpistool en handboeien. Het enige verschil is dat zij één gouden streep dragen op hun schouder als teken dat ze in opleiding zijn, maar "de mensen letten alleen op die pet en dat uniform", zegt Kempe. Wel zien hij en Buijs er in vergelijking met hun twee ervaren en rustige begeleiders uit als jonge honden. Hun coach Hendrikse: "Op de eerste dag vlogen ze al meteen naar buiten. Ik heb daarna rond het station geen zwerver meer gezien." Zonder begeleiding De COP's zijn pas een week oud. De begeleiders en de politiestudenten zien er nu al de voordelen van in ten opzichte van de reguliere bureaus. Kempe, die al eerder meeliep op een politiebureau op Rotterdam Centraal Station, is tevreden over de COP: "Ze hebben hier meer tijd om je te begeleiden dan bij een reguliere standplaats. Hier zijn speciale coaches. In Rotterdam hebben ze ook hun eigen werk. Daarbij is het werkgebied bij deze COP breder. In Den Bosch ga je ook de wijken in. Bij het bureau op Rotterdam blijf je rond het station."
Kempe en Buijs maken nog een ronde door het station van Den Bosch. ,,Hier doe je het voor'', zegt de eerste. "Buiten zijn en met mensen contact hebben." Het surveilleren gaat zonder begeleiding. Dat is niet erg vindt Kempe: ,,We kennen deze omgeving al een beetje en als er wat aan de hand is, roepen we onze coaches op."
bron:
www.spitsnet.nl