De bevoegdheden van de beveiliger hoeven niet verruimd te worden. Dat is al geregeld in de wet. De wetgever geeft particuliere beveiligingsorganisaties de mogelijkheid hun beveiligers uit te rusten met geweldsmiddelen.
Hiervoor mag men een vergunning aanvragen. Het probleem is dat van dit stukje tekst nooit gebruik is gemaakt.
Wat Ehv-er schrijft klopt volledig en staat in de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus.
Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus Paragraaf 2, Artikel 9 zeggen namelijk het volgende.
Het belangrijkste heb ik geplaatst en waarnodig dik zwart en blauw gemaakt.
Artikel 9
3. Een beveiligingsorganisatie of recherchebureau aan welke een vergunning is verleend, draagt er zorg voor dat de personen die zijn belast met beveiligingswerkzaamheden onderscheidenlijk recherchewerkzaamheden,
bij de uitvoering van hun werkzaamheden geen handboeien dragen, tenzij Onze Minister, na overleg met Onze Minister van Binnenlandse Zaken, daarvoor toestemming heeft verleend.
Aan de toestemming kunnen voorwaarden worden verbonden.4. Personen die zijn belast met beveiligingswerkzaamheden onderscheidenlijk recherchewerkzaamheden en ten behoeve van wie toestemming voor het dragen van handboeien is verleend, zijn, in afwachting van de komst van de politie, bevoegd tot het aanleggen van handboeien bij personen die zijn aangehouden ingeval van ontdekking op heterdaad, indien de aangehouden personen zich trachten te onttrekken aan hun aanhouding of indien zij een gevaar vormen voor hun leven of veiligheid of die van anderen en die onttrekking onderscheidenlijk dat gevaar niet op andere wijze kan worden voorkomen. Het gebruik van handboeien dient redelijk en gematigd te zijn.5. De persoon die handboeien heeft gebruikt, meldt dit gebruik aan de opsporingsambtenaar aan wie de aangehouden persoon wordt overgedragen. De opsporingsambtenaar vermeldt het gebruik van handboeien in het proces-verbaal van de aanhouding.
6. Onze Minister kan de toestemming tot het dragen van handboeien intrekken, indien blijkt dat bij herhaling het gebruik van handboeien niet overeenkomstig het vierde en vijfde lid heeft plaatsgevonden.
7. Onze Minister kan bij ministeriële regeling bepalen dat de in het tweede, derde en zesde lid bedoelde bevoegdheden, in de daarbij aan te wijzen gevallen worden uitgeoefend door de korpschef van het politiekorps in de regio, waar een beveiligingsorganisatie werkzaamheden verricht, dan wel door de commandant van de Koninklijke marechaussee, indien een beveiligingsorganisatie werkzaamheden verricht op een luchtvaartterrein. Hij kan ter zake nadere regels stellen. In de bij ministeriële regeling aangewezen gevallen kan Onze Minister de bevoegdheden, bedoeld in het tweede, derde en zesde lid, niet meer uitoefenen. Indien de hiervoor bedoelde bevoegdheden betrekking hebben op het verlenen van toestemming tot het dragen van handboeien wordt de ministeriële regeling in overeenstemming met Onze Minister van Binnenlandse Zaken vastgesteld. In dat geval vervalt de verplichting tot overleg, bedoeld in het derde lid.
BRON:
http://wetten.overheid.nl/BWBR0008973/geldigheidsdatum_11-12-2011#Paragraaf2_Artikel9Dit staat al in de WPBR sinds minimaal 2002 aangezien ik hem toen al uitvoerig heb gelezen.
Dus het is niet iets van de afgelopen paar jaar.