Meer info:
WESTELIJKE HAVENDIJK 4
Typering
Een vrijstaand, deels tweelaags, deels drielaags fabriekspand onder een hoog zadeldak met aan de havenzijde een wolfseind, het dak gedeeltelijk gedekt met rode en gedeeltelijk met zwarte kruispannen. Een later aangebouwd eenlaags woonhuisgedeelte aan de linkerzijde heeft een met pannen gedekt lessenaardak.
Historische omschrijving
Het pand en de hoge ronde fabrieksschoorsteen werden in 1915 gebouwd als groentedrogerij naar ontwerp van architect M. Vergouwen. In 1946 is er links van de voorgevel een eenlaags woongedeelte aangebouwd. In 1991 is de fabrieksschoorsteen gedeeltelijk gesloopt.
Het gebouw is de laatste in gebruik als watersportcentrum, een gedeelte van de hoogbouw en het aangebouwd gedeelte zijn nog in gebruik als woonhuis. Het geheel is nog vrijwel in de oorspronkelijke toestand.
Omschrijving exterieur
De gevel is opgetrokken van bonte, rode machinaal gevormde baksteen, de zgn. Boomse steen.
De voorgevel heeft op de hoeken hoog opgetrokken brede (sier)schoofstenen, het wat lagere middelste gedeelte doorbreekt eveneens de wit geschilderde gootlijst op geprofileerde houten klosjes. Op de begane grond van dit middendeel is centraal een getoogde inrijpoort, het houtwerk daarvan is bruin geschilderd, in de poort twee achtruits vensters. Aan weerszijden van de inrijpoort twee schuifvensters met achtruits bovenlicht, al het kozijnwerk is wit geschilderd.
Zowel voorgevel als zijgevels hebben een opvallend verticale geleding omdat de dagkanten van de vensters verdiept doorlopen naar de dagkanten van erboven gelegen vensters.
Het middengedeelte van de voorgevel heeft op de verdieping een T-venster met achtruits bovenlicht en twee smalle schuifvensters met vierruits bovenlicht aan weerskanten, de borstwering daaronder is verdiept uitgemetseld en wordt bij de zijtraveeën met twee bakstenen sierranden aangegeven. De vensters van dit gedeelte hebben een hoogte en breedte als van de achtruits bovenlichten van de beganegrondramen maar de bovendorpel is getoogd.
Deze boogvorm keert terug in het centrale gedeelte, ter hoogte van de gootlijst bevinden zich drie lage vensters met roedenverdeling onder een segmentboog. Deze boogvorm, maar dan met horizontale beëindigingen bij de aanzet, keert terug als bekroning van de centrale topgevel.
In de nok van het hogere zadeldak boven het wolfdak van de voorgevel is een negenruits venster gezet.
De rechter- en linkergevel komen in hoofdopzet overeen, er is een hoger opgetrokken middendeel van negen smalle vensterassen met deels een plat dak, aan weerszijden van het middendeel een gedeelte met zes smalle vensterassen, per drie traveeën is één liseen geplaatst.
De begane grond heeft een andere indeling: rechts eerst een schuifvenster met achtruits bovenlicht, dan een paneeldeur met eveneens getoogd achtruits bovenlicht, de deur is in een ondiepe portiek geplaatst omdat de liseen op deze plaats is verbreed, daarnaast afwisselend: getoogde brede vensters en poorten tussen de lisenen in, erboven op de verdieping smalle vensterpartijen. De eerste zes traveeën alleen met getoogde zesruitsraampjes en daaronder langwerpige, gepleisterde muurvlakken met bakstenen dorpel. In de volgende negen traveeën ook dergelijke gepleisterde muurgedeelten, omdat dit bouwdeel hoger is opgetrokken zijn er boven de zesruits raampjes nog vijftienruits getoogde vensters aangebracht. Het deel met vensters en het gepleisterde gedeelte is hier even hoog, boven de vensters een bakstenen sierrand als verbinding van de lisenen.
De achterste zes traveeën zijn overeenkomstig de eerste zes, maar er is tevens een getoogd hijsluik aangebracht.
De linkergevel komt grotendeels met de rechtergevel overeen. De voornaamste verschillen zijn dat er al in de bouwtijd een eenlaags uitbouwtje onder plat dak is toegevoegd aan het middendeel. Dit heeft een getoogde poort met vensters en een getoogd negenruits raam. Een latere toevoeging is het eenlaagse woongedeelte onder flauw hellend lessenaardak. Aan de straatzijde met een erker en verder eenvoudige ramen en een deur in portiek met sieromlijsting.
De achtergevel heeft een wolfdak en drie vensterassen, die geleed worden door lisenen, de vensters zijn laag en getoogd, de schuin oplopende zijdelen aansluitend op het wolfdak zijn voorzien van een getrapt gemetselde beëindiging.
Tegen de achtergevel staat de, deels gesloopte, ronde bakstenen fabrieksschoorsteen.
Bij het gebouw staat een monumentale treurwilg met een omtrek van ca. 4,50 m.
Redengevende omschrijving
De voormalige groentedrogerij gebouwd in 1915 is van belang vanwege de zeldzaamheid van het gebouwtype en als zodanig van industrieel-archeologische waarde. Evenals van belang gezien de ligging van het gebouw aan de haven.