http://www.onderzoeksraad.nl/index.php/onderzoeken/duikongeval-terneuzen-12-maart-2008/#rapportenOp 12 maart 2008 is in het Kanaal van Gent naar Terneuzen een duiker van de brandweer in moeilijkheden geraakt en om het leven gekomen. De Onderzoeksraad doet onderzoek naar de oorzaak van de problemen die de duiker ondervond en naar de reddingspoging die ondernomen is.
Rapporten
16 oktober 2009 Duikongeval, Terneuzen, 12 maart 2008 [pdf – 2.85MB]
http://www.onderzoeksraad.nl/docs/rapporten/Rapport_Terneuzen.pdf http://www.onderzoeksraad.nl/index.php/pers/persbericht-crisis-duikongeval-terneuzen/Organisatie brandweerduiken schiet tekort Organisatie brandweerduiken schiet tekort
Duikongeval Terneuzen maart 2008 onderzocht
Op 12 maart 2008 is een duiker van de brandweer Terneuzen om het leven gekomen bij een brandweerduik in het kanaal van Gent naar Terneuzen. Het betrof een niet-spoedeisende duik naar een voertuig dat vermoedelijk al enkele weken in het water lag.
Uit onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, onder voorzitterschap van Prof. Mr. Pieter van Vollenhoven, blijkt dat het duikteam Terneuzen onvoldoende rekening heeft gehouden met de specifieke (weers)omstandigheden van de duik en de daarmee gepaard gaande risico’s. De brandweer Terneuzen heeft de duiktaak op zich genomen zonder dat de organisatie van het brandweerduiken op orde was. Het gaat daarbij onder andere om tekortkomingen ten aanzien van de risicoaanpak en de geoefendheid. Deze tekortkomingen hebben ook een rol gespeeld bij eerdere duikongevallen met een fatale afloop in Utrecht (2001) en Urk (2007).
De verantwoordelijkheid voor het brandweerduiken berust bij iedere afzonderlijke gemeente (of veiligheidsregio) als werkgever. Gemeenten en veiligheidsregio’s hebben moeite om te voldoen aan de eisen die gelden voor de hercertificering van de brandweerduikers en met het uitvoeren van adviezen van de landelijk bij het brandweerduiken betrokken partijen. De Raad is van mening dat de gemeenten en veiligheidsregio’s zich moeten bezinnen op de vraag of zij het brandweerduiken op een veilige manier kunnen organiseren. Daarbij zouden zij meer moeten kunnen rekenen op ondersteuning van partijen die op landelijk niveau betrokken zijn bij de organisatie van het brandweerduiken.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft aangegeven dat de brandweer de enige organisatie is die in staat is op ieder tijdstip duikers ter plaatse te hebben om nog levensreddend te kunnen optreden. De Raad concludeert echter dat dit op gespannen voet staat met het garanderen van een veilige context voor de brandweerduikers. Ook kan de Raad door gebrek aan registratie niet achterhalen in hoeveel gevallen van het brandweerduiken daadwerkelijk sprake was van levensreddend optreden. Gezien de tijd die gemoeid is met de voorbereidingen voor een verantwoord uitgevoerde duik betwijfelt de Raad of er in veel gevallen sprake kan zijn geweest van werkelijk levensreddend duiken.
De Raad beveelt de minister aan te komen tot een centrale registratie en evaluatie van ongevallen en bijna-ongevallen bij duikinzetten en –oefeningen. Ook beveelt de Raad aan om te zorgen voor eenduidige standaarden en veilige werkwijzen voor het brandweerduiken die in de praktijk uitvoerbaar zijn.